SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2512/03 van Koenraad Dillen (NI) aan de Commissie. Steun aan slachtoffers van de crisis in de Palestijnse gebieden.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2512/03 van Koenraad Dillen (NI) aan de Commissie. Steun aan slachtoffers van de crisis in de Palestijnse gebieden.
8.4.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 88/88 |
(2004/C 88 E/0096)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2512/03
van Koenraad Dillen (NI) aan de Commissie
(29 juli 2003)
Betreft: Steun aan slachtoffers van de crisis in de Palestijnse gebieden
Op dinsdag 8 juli 2003 heeft de Commissie een humanitaire bijdrage van 10 miljoen euro goedgekeurd voor de Palestijnse slachtoffers van de crisis in het Midden-Oosten en voor de Palestijnse vluchtelingen in Libanon. Deze financiële steun brengt de globale steun van de Commissie aan de Palestijnen sedert het begin van de Tweede Intifada op 100 miljoen euro. Het geld dient voor sanitaire voorzieningen, infrastructuur, educatie enz.
Op basis van welk bilateraal (multilateraal?) overleg komt dergelijke steun tot stand? Hoe wordt deze financiële steun concreet uitbetaald? Via welke banken, Palestijnse overheidsinstellingen, ngo's?
Op welke manier zal de Commissie toezicht houden op de correcte besteding van deze gelden?
Welke garanties werden er aan de Commissie geboden dat deze financiële steun niet voor oneigenlijke doelen gebruikt wordt? Ik denk daarbij aan antisemitische en anti-Israëlische propaganda of steun aan terroristische organisaties.
Kan de Commissie een overzicht geven wat tot op de dag van vandaag concreet gerealiseerd werd met alle humanitaire bijdragen aan de Palestijnen?
Antwoord van de heer Nielson namens de Commissie
(9 september 2003)
Het financieringsbesluit voor een bedrag van 10 miljoen euro waarnaar het geachte parlementslid verwijst, werd door de Commissie vastgesteld op 1 juli 2003 in het kader van begrotingslijn B7-210 betreffende humanitaire hulp, beheerd door het Bureau voor Humanitaire Hulp van de Europese Commissie (ECHO).
Het besluit stelt middelen ter beschikking van de slachtoffers van de aanhoudende crisis in de Palestijnse Gebieden, en de Palestijnse bevolkingsgroepen in Libanon; deze middelen zijn geconcentreerd op de volgende sectoren: het verstrekken van voedsel en andere zaken; gezondheidszorg en psychosociale steun; verbetering van de faciliteiten voor water en sanitair; inkomenssteun voor huishoudens en bescherming.
Financieringsbesluiten die door de Commissie worden vastgesteld krachtens begrotingslijn Β7-210 zijn bedoeld voor humanitaire hulp die wordt uitgevoerd door niet-gouvernementele organisaties (NGO's) in de Unie, Agentschappen van de Verenigde Naties en de Rode-Kruis-familie.
Om een uitvoeringspartner van ECHO te kunnen zijn, moeten de NGO's in de Unie een kader-partnerschapsovereenkomst hebben ondertekend, die alleen kan worden gesloten na een screeningprocedure die ruime garanties biedt in termen van humanitaire roeping, technische competentie, administratieve capaciteit, financiële verantwoording en solvabiliteit. Voor een partnerschapsovereenkomst wordt gesloten, wordt gekeken of de humanitaire organisaties voldoen aan alle criteria voor communautaire financiering die zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp(1) (artikel 7). Bovendien worden door de externe auditdienst van ECHO regelmatig audits uitgevoerd van de partnerorganisaties in het kader van een jaarlijks auditprogramma.
Financieringsbesluiten die door de Commissie krachtens begrotingslijn B7-210 worden vastgesteld worden genomen op basis van het hieronder beschreven proces.
De identificatie van de prioriteiten is het resultaat van een doorlopende beoordeling van de behoeften door ECHO, zowel in het hoofdkwartier (ook via periodieke missies), en door het team van deskundigen in de regio. Deze evaluatie is gebaseerd op het systematisch volgen van de ontwikkelingen in de humanitaire situatie ter plaatse, met inbegrip van de tenuitvoerlegging van lopende, door ECHO gefinancierde operaties, en op overleg met alle relevante spelers via bestaande coördinatiemechanismen, waarbij lidstaten, VN-agentschappen, NGO's en de Rode-Kruis-famielies zijn betrokken. Humanitaire-hulpoperaties die door ECHO worden gefinancierd zijn complementair aan meer structurele maatregelen voor de langere termijn die door andere communautaire instrumenten worden gefinancierd.
Om de humanitaire behoeften van de door de huidige crisis in het Midden-Oosten getroffen Palestijnen beter te kunnen beoordelen maakt ECHO gebruik van zowel gedetacheerd als lokaal personeel in twee bureaus in Jeruzalem en Amman.
Uiteraard spelen door ECHO gefinancierde operaties uitsluitend in op puur humanitaire behoeften, spelen politieke overwegingen geen rol, en zijn de te behalen resultaten eenvoudig te identificeren.
Er worden geen ECHO-middelen via banken of andere mechanismen verstrekt aan nationale autoriteiten en/of internationaal erkende administratieve eenheden.
Tegen de hierboven beschreven achtergrond, met betrekking tot de specifieke situatie in de bezette Palestijnse Gebieden, is het risico dat die krachtens begrotingslijn B7-210 ter beschikking gestelde middelen voor andere doeleinden dan voor het verstrekken van humanitaire hulp worden gebruikt, op zijn zachtst gezegd uiterst gering. In de praktijk heeft zich tot dusver geen enkel twijfelachtig geval voorgedaan.
Sinds het begin van de tweede Intifada in september 2000 hebben honderdduizenden van de meest kwetsbare Palestijnen geprofiteerd van tientallen door ECHO gefinancierde maatregelen. Deze operaties hebben de voedselzekerheid voor bijzonder kwetsbare groepen als kinderen en borstvoedende vrouwen vergroot, en hebben ook gezorgd voor veilig drinkwater. De hygiënische omstandigheden zijn verbeterd, vooral in de vluchtelingenkampen, onder andere door het verbeteren van de uiterst gebrekkige opvang. Er is bescherming geboden en ook psychologische steun, evenals toegang tot eerste-lijns gezondheidszorg en spoedeisende medische behandelingen. Activiteiten met het oog op zelfvoorziening en werkgelegenheid zijn bevorderd. Om de lokale economie te stimuleren is waar mogelijk prioriteit gegeven aan lokaal geproduceerde, verwerkte of verpakte producten, zoals olijfolie.
In 2001 is over deze activiteiten een externe evaluatie uitgevoerd: de resultaten hiervan waren in het algemeen positief; de aanbevelingen voor een grotere effectiviteit en duurzaamheid van door ECHO gefinancierde projecten in dit gebied zijn meegenomen bij de verstrekking van verdere humanitaire hulp in 2002 en 2003. Het evaluatierapport kan op verzoek aan het geachte parlementslid ter beschikking worden gesteld.
Een nieuwe externe evaluatie is gepland voor de eerste helft van 2004.