SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2541/03 van Maurizio Turco (NI) aan de Commissie. De zaak Gescartera en de overeenkomsten tussen de Spaanse staat en de Heilige Stoel.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2541/03 van Maurizio Turco (NI) aan de Commissie. De zaak Gescartera en de overeenkomsten tussen de Spaanse staat en de Heilige Stoel.
27.3.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 78/124 |
(2004/C 78 E/0126)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2541/03
van Maurizio Turco (NI) aan de Commissie
(30 juli 2003)
Betreft: De zaak „Gescartera” en de overeenkomsten tussen de Spaanse staat en de Heilige Stoel
Gescartera is een effectenmakelaar die op de beurs investeert en die betrokken is bij het grootste beursschandaal van Spanje (er is gefraudeerd met een bedrag van 87 miljoen euro). Tot de clientèle van Gescartera behoorden verschillende instellingen die nauwe banden hebben met de rooms-katholieke kerk.
Van de vijftien grootste cliënten van Gescartera zijn er zes godsdienstige instellingen: de paters Salesianen (Salesianos Inspectora de María Auxiliadora), de Augustijnerorde (Orden de San Agustín), de missie op de Filippijnen, de Stichting Emilio Álvarez Gallego, de Augustijner missie en het aartsbisdom Valladolid, een van de cliënten die het meeste geld heeft toevertrouwd aan Gescartera en daarom het meest heeft geprofiteerd van allerlei trucs. Het aartsbisdom komt in aanmerking voor de belastingvrijstellingen die genoemd worden in de Spaanse wet 49/2002 voor de belastingvrijdom van instellingen zonder winstdoelmerk en fiscale prikkels aan het mecenaat waardoor het rendement op onroerend goed van deze instellingen vrijgesteld is van belasting (art. 6).
De bedragen waar het hier om gaat, lijken in geen verhouding te staan met een aartsbisdom als dat van Valladolid zonder dat wij geloof zouden willen hechten aan de geruchten volgens welke het aartsbisdom bij de geïnvesteerde bedragen met fictieve bezittingen heeft geschermd.
De rekeningen van het aartsbisdom zijn duister en met elkaar in tegenspraak. De aartsbisschop weigerde elke vorm van samenwerking toen de rechter van onderzoek hem heeft gevraagd om de boekhouding van de jaren '96 t/m '99 toen 6 641 184 EUR in Gescateria is geïnvesteerd (ijlings teruggenomen toen bekend werd dat de CNMV — de nationale commissie die toezicht houdt op de beurs — bezig was met een onderzoek naar Gescatera) alsook het begrotingsjaar 2001 toen 150 253 EUR is geïnvesteerd. De Spaanse bisschoppenconferentie heeft deze niet-samenwerking gesteund door te verklaren dat kerkelijke documenten onschendbaar zijn op basis van de overeenkomst over juridische aangelegenheden die aan de Spaanse kerk het recht verleent op exclusief toezicht op haar archieven die daarmee „onschendbaar” zijn.
Volgens de overeenkomst voor economische zaken tussen Spanje en de Heilige Stoel is het stelsel van financiering van de rooms-katholieke kerk gebaseerd op een stelsel van toekenning via de verklaring van de IRPF die elke contribuant nadrukkelijk opstelt ten gunste van de rooms-katholieke kerk plus een toekenning via de algemene begroting (hierbij gaat het gemiddeld om 130 miljoen peseta's). Bovendien geniet de rooms-katholieke kerk vrijstelling van BTW, hetgeen in overtreding is van de communautaire richtlijn 91/680/EG(1). Het is moeilijk aantoonbaar of het geld waarmee de rooms-katholieke kerk op de beurs heeft gespeculeerd, al of niet afkomstig is van deze voordelen die zij geniet dankzij de overeenkomsten met de Spaanse staat, aangezien de begroting van de rooms-katholieke kerk en de verschillende met haar verbonden instellingen niet openbaar zijn en de overheidssteun niet onderworpen is aan transparantie bij het financieel beheer van de kerk.
Is de Commissie met deze feiten bekend? Zo ja, welke initiatieven heeft zij genomen of denkt zij te nemen ten aanzien van de ernst van genoemde feiten?
Is zij van mening dat de overeenkomsten tussen de Heilige Stoel en de Spaanse staat onverenigbaar zijn met het EG-Verdrag en het Verdrag betreffende de Europese Unie en dat het Koninkrijk Spanje alle geëigende middelen te baat heeft genomen om een eind te maken aan deze incompatibiliteit?
Is zij van mening dat de schendingen van de grondwet slechts kunnen worden bestreden via het Spaanse recht of dat ook de communautaire instellingen wat te zeggen hebben over deze ernstige schendingen van de rechtsstaat en de democratie?
Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie
(18 september 2003)
De Commissie is niet op de hoogte van de door het geachte parlementslid genoemde feiten.
Wat de BTW betreft verwijst zij het geachte parlementslid naar haar antwoord op schriftelijke vraag P-3773/02(2).