SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2579/03 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Beslaglegging op eurobiljetten en beroving van gezinnen van Turkse herkomst uit EU-lidstaten tijdens hun jaarlijkse doorreis door Bulgarije.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2579/03 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Beslaglegging op eurobiljetten en beroving van gezinnen van Turkse herkomst uit EU-lidstaten tijdens hun jaarlijkse doorreis door Bulgarije.
8.4.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 88/100 |
(2004/C 88 E/0105)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2579/03
van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie
(6 augustus 2003)
Betreft: Beslaglegging op eurobiljetten en beroving van gezinnen van Turkse herkomst uit EU-lidstaten tijdens hun jaarlijkse doorreis door Bulgarije
1. | Is het de Commissie bekend dat zich reeds gedurende tientallen jaren elke zomer een grote stroom gezinnen van Turkse afkomst uit Duitsland, België, Nederland, Denemarken, Oostenrijk en andere EU-lidstaten voor vakantie en familiebezoek begeeft naar het land van oorsprong, waarbij veelal gebruik wordt gemaakt van auto of trein? |
2. | Heeft de Commissie vernomen dat het daarvoor onvermijdelijke trajectgedeelte door Bulgarije steeds meer moeilijkheden oproept, doordat de gezinnen van Turkse herkomst worden gehinderd door heffingen van 100 EUR door criminele bendes voor een „verplichte anti-sars-inenting”, door dieven die als politieagenten verkleed zijn, door gewapende berovingen en door torenhoge boetes voor vermeende snelheidsovertredingen? |
3. | Is het de Commissie bekend dat personen in het transitverkeer worden verrast doordat de Bulgaarse politie of douane de doorvoer van grote bedragen aan euro's (hoger dan de tegenwaarde van 5 000 bulgaarse leva) niet toestaat, en op grond daarvan soms per gezin duizenden euro's contant geld in beslag neemt? |
4. | Wat onderneemt de Commissie om ingezetenen van de EU-lidstaten te beschermen tegen deze vormen van beroving en afpersing in een aangrenzende staat, die hoopt in 2007 lid te kunnen worden van de EU? |
5. | Welke garanties kan de Commissie bieden dat deze gang van zaken zich bij volgende pieken in het transitverkeer in 2004 en latere jaren niet meer zal herhalen? |
6. | Worden deze problemen betrokken bij de onderhandelingen met Bulgarije over een toekomstig lidmaatschap van de EU? |
Bron: De Nederlandse krant „Rotterdams Dagblad” van 18 juli 2003.
Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie
(15 september 2003)
Na een groot aantal klachten van Europese burgers alsmede eerdere parlementaire vragen over dit onderwerp (H-0793/01 van de heer Ceyhun tijdens het vragenuur in het Parlement op 1 november 2001(1), P-0437/02 van de heer Ceyhun(2), E-3790/02 van de heer Maaten(3) en P-1139/03 van mevrouw Swiebel(4)), is het de Commissie bekend dat veel gezinnen van Turkse oorsprong regelmatig via Bulgarije reizen en problemen kunnen ondervinden met criminaliteit langs de snelweg en corrupt gedrag van politieagenten en douanepersoneel. In het periodieke verslag over 2002(5) verklaart de Commissie duidelijk dat de corruptie van de politie een probleem vormt en dat onderdanen van de EU die in en door Bulgarije reizen melding hebben gemaakt van gevallen van omkoping door de verkeers- en grenspolitie. Tijdens de laatste vergadering van het EU-Bulgarije-Associatiecomité benadrukte de Commissie dat de Bulgaarse overheid dit probleem moet aanpakken. De Commissie heeft een samenvatting van individuele klachten en een verslag van de „Stichting Inspraakorgaan Turken in Nederland” officieel toegezonden. Het probleem is ook besproken in het kader van de onderhandelingen over toetreding.
De Bulgaarse regering heeft hierop gereageerd door een nationale strategie tegen corruptie goed te keuren. Wat de corruptie bij de politie en onechte politieagenten betreft, heeft de regering maatregelen genomen om de criminaliteit langs de snelwegen te bestrijden en onwettelijk handelen door politieagenten te voorkomen. Wat corruptie binnen de douane betreft, legt de regering sancties op, waaronder ontslag, om de nieuwe gedragscode te doen naleven.
Aangezien het garanderen van de rechtsstaat deel uitmaakt van de criteria voor lidmaatschap zoals vastgelegd tijdens de Europese Raad in Kopenhagen in 1993 (21 en 22 juni 1993), hecht de Commissie grote waarde aan de totstandkoming van doeltreffende, niet-discriminerende wetshandhaving in Bulgarije. De Commissie zal tot het moment van toetreding blijven toezien op de voortgang van Bulgarije op dit terrein en hierover verslag uitbrengen aan het Parlement en de lidstaten.
Er zij ook op gewezen dat corruptiebestrijding als een van de prioriteiten genoemd wordt voor Phare-steun aan Bulgarije en dat in 2002 vier anticorruptieprojecten werden goedgekeurd, waarvan een uitsluitend betrekking heeft op corruptie binnen het politiekorps.
Wat betreft de in- en uitvoerregelingen voor valuta moet opgemerkt worden dat Bulgarije inmiddels in grotere mate voldoet aan het acquis communautaire en de Europese normen door middel van de wijzigingen van de Bulgaarse deviezenwet in juni 2003. De verplichting tot aangifte van contante bedragen van meer dan 5 000 lev of de tegenwaarde in buitenlandse deviezen verving eerdere, restrictievere bepalingen zoals de regel dat toestemming gevraagd moest worden voor de uitvoer van contante bedragen van meer dan 20 000 lev. Op dit moment moet een persoon die een contant bedrag van meer dan 25 000 lev uitvoert aangifte doen van dit bedrag en daarnaast aantonen dat hij geen schulden heeft aan de Bulgaarse staat. Dergelijk bewijs is niet verplicht voor buitenlandse ingezetenen die geld uitvoeren dat eerder ingevoerd en aangegeven werd.