Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2649/03 van Paul Rübig (PPE-DE) aan de Commissie. Vergelijking elektriciteitstarieven in het tweede benchmarkingverslag van de Commissie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2649/03 van Paul Rübig (PPE-DE) aan de Commissie. Vergelijking elektriciteitstarieven in het tweede benchmarkingverslag van de Commissie.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/411


(2004/C 78 E/0432)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2649/03

van Paul Rübig (PPE-DE) aan de Commissie

(10 september 2003)

Betreft: Vergelijking elektriciteitstarieven in het tweede benchmarkingverslag van de Commissie

Het tweede benchmarkingverslag van de Commissie „Second benchmarking report on the implementation of the internal electricity and gas market”, Brussel, 7 april 2003, duidt aan dat er sprake is van een uiteenlopende mate van liberalisatie in de afzonderlijke lidstaten.

Het verslag is op de navolgende Internetsite te vinden: (http://europa.eu.int/comm/energy/electricity/benchmarking/doc/2/sec_2003_448_en.pdf).

Uit tabel 1 „Implementation of the Electricity Directive” van het verslag op bladzijde 4 valt op te maken (Overall network tariffs) dat de elektriciteitstarieven in Oostenrijk, Duitsland en Luxemburg hoger dan gemiddeld zijn.

Welke gegevens respectievelijk studies vormden de basis voor de berekening van de hoogte van de elektriciteitstarieven?

Wie heeft de gegevens aangeleverd?

Welke verbruikskenmerken en parameters liggen aan de analyse ten grondslag?

Hoe werd de vergelijkbaarheid van de Europese gegevens gewaarborgd (verschillen in consumentengedrag, zekerheid voorziening, topologie, enz)?

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(13 oktober 2003)

De studie is gebaseerd op informatie die door nationale ministeries en regelgevende autoriteiten voor gas en elektriciteit werd ingediend. In sommige gevallen werden gegevens van industriële genootschappen geanalyseerd, bijvoorbeeld het „Verband der Elektrizitätswirtschaft” (VdEW) en het „Verband der Netzbetreiber” (VdN) uit Duitsland. Meer gedetailleerde uitleg hierover is te vinden in deel 2 van de bijlage bij het document.

Er is gebruik gemaakt van standaard types van afnemers gebaseerd op de door Eurostat verzamelde prijsinformatie, in het bijzonder:

industriële grootverbruiker, 24 Gigawatt uur (GWh) per jaar

kleine commerciële verbruiker, 50 Megawatt uur (MWh) per jaar

huishoudelijk verbruiker, 3500 Kilowatt uur (KWh) per jaar.

De drie lidstaten die door het geachte parlementslid worden genoemd, hanteren voor de gebruikte types van afnemers netwerktarieven die boven het gemiddelde liggen.

Algemeen wordt aangenomen dat nationale wetgevingsinstanties zich in de beste positie bevinden om in laatste instantie uit te maken of de kosten voor toegang tot het netwerk al dan niet passend zijn. Het klopt dat de ligging sommige verschillen verklaart, maar andere vermelde factoren (voorzieningszekerheid, consumptiepatronen) zijn niet echt verschillend van lidstaat tot lidstaat. Zoals in het verslag wordt vermeld, zijn ook het gebrek aan efficiënte regelgeving in bepaalde lidstaten en ontoereikende ontbundeling mogelijke verklaringen voor dergelijke verschillen.