SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2726/03 van Nelly Maes (Verts/ALE) aan de Commissie. Scholen voor de Russische minderheid in Letland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2726/03 van Nelly Maes (Verts/ALE) aan de Commissie. Scholen voor de Russische minderheid in Letland.
8.4.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 88/435 |
(2004/C 88 E/0441)
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2726/03
van Nelly Maes (Verts/ALE) aan de Commissie
(10 september 2003)
Betreft: Scholen voor de Russische minderheid in Letland
Talen maken deel uit van de rijkdom van Europa. Verscheidene internationale handvesten erkennen het recht van de burgers om hun eigen taal in stand te houden en te ontwikkelen.
In Letland verzet een aanzienlijke Russisch-sprekende gemeenschap zich tegen de plannen van de regering om het systeem van het minderhedenonderwijs af te schaffen. In zijn resolutie over de vooruitgang van Letland in het toetredingsproces (2002) beveelt het Europees Parlement aan de mogelijkheden te onderzoeken om het middelbaar onderwijs in de minderheidstalen te behouden.
Acht de Commissie deze houding verenigbaar met de Europese waarden van fundamentele rechten en culturele en taalkundige diversiteit? Heeft de Commissie de Letse autoriteiten hierover om informatie verzocht?
Is de Commissie van mening dat een Europa van de burgers de bescherming en ontwikkeling van alle talen moet bevorderen? Is zij voornemens om projecten van organisaties die zich inzetten voor het Russisch en andere minderheidstalen in Letland te steunen?
Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie
(25 september 2003)
Sedert het advies met betrekking tot de aanvraag van Letland van 1997 om te mogen toetreden heeft de Commissie herhaaldelijk bevestigd dat Letland blijft voldoen aan de politieke criteria voor het lidmaatschap, namelijk de eerbiediging van democratie, rechtsorde, mensenrechten en de bescherming van minderheden. Dit standpunt wordt gedeeld door internationale mensenrechtenorganisaties en werd, in het kader van de uitbreiding, beaamd door de lidstaten.
De Commissie hecht grote waarde aan de integratie van minderheden in de Letse samenleving, waarbij de Europese normen van de rechten van nationale minderheden volledig worden nageleefd, met inbegrip van de geplande overgang naar tweetalig onderwijs in scholen voor minderheden, en volgt deze ontwikkelingen op de voet. De Commissie is niet op de hoogte van eventuele voornemens van de Letse overheid om het systeem van minderhedenonderwijs af te schaffen. Letland houdt als multiculturele samenleving onderwijs in acht minderheidstalen in stand, met inbegrip van het Russisch. Voorts wordt de onderwijshervorming van 1998, waarbij geleidelijk tweetalig onderwijs wordt ingevoerd, gezien als een fundamenteel element voor de ontwikkeling van een geïntegreerde samenleving in Letland.
De Hoge Commissaris voor nationale minderheden van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) die nauw betrokken is bij de kwestie van onderwijshervorming in minderheidsscholen, heeft dit bevestigd en duidelijk gemaakt dat hoewel het legitiem is om de taal van het land te bevorderen, minderheden ook recht hebben op het behoud van hun eigen taal en culturele identiteit.
De Commissie is van oordeel dat het feit dat alle jongeren in Letland zowel de nationale als hun eigen taal kunnen spreken op lange termijn zowel sociaal als economisch in hun voordeel zal zijn en het integratieproces ten goede zal komen.
Sedert het Periodiek Verslag van 2002(1), heeft de Commissie elke gelegenheid te baat genomen om te benadrukken dat de overgangsfase in het minderhedenonderwijs voldoende flexibel moet worden aangepakt om te zorgen voor gelijke onderwijskansen voor en een nauwe dialoog met minderheidsgroeperingen.
Met steun van de OVSE heeft Letland een aantal maatregelen genomen om de overgang in 2004 te vergemakkelijken. Hierbij wordt in het onderricht in de scholen voor het voortgezet onderwijs vanaf het tiende leerjaar geleidelijk overgegaan op een onderwijsprogramma waarbij 60 % van de vakken tweetalig of in het Lets wordt onderwezen en 40 % in de minderheidstaal. De relevante wetgeving wordt hiertoe aangepast.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan de dialoog die systematisch wordt gevoerd met alle betrokkenen (minderhedenscholen, leerkrachten, leerlingen, ouders, enz); ook zal steun worden verleend aan alle betrokkenen om hen te helpen hun vaardigheden op het gebied van de twee talen te verbeteren zodat de overgangsfase soepel kan verlopen. De Letse minister voor maatschappelijke integratie, een voormalig hoofd van een minderhedenorganisatie, die toezicht houdt op de werkzaamheden van de Stichting voor maatschappelijke integratie en de programma's voor bijstand van deze stichting, is nauw bij dit proces betrokken.
Het spreekt vanzelf dat zich in de praktijk moeilijkheden voordoen die allen die betrokken zijn bij het ingrijpende overgangsproces van onderwijshervorming voor etnische minderheden in Letland zorgen baren. De Letse autoriteiten hebben derhalve bevestigd dat zij individuele tijdschema's willen toepassen voor scholen waar het overgangsproces op bijzondere problemen stuit.
De Commissie blijft het proces van maatschappelijke integratie op de voet volgen en verleent hieraan ook steun, sedert 1996 door middel van PHARE-financiering en meer recent via bijstand aan organisaties die zich met name inzetten ten behoeve van de Russische minderheden (sedert 2000).
Tot slot voert de Commissie een algemeen beleid waarbij regionale en minderheidstalen en het gebruik hiervan worden aangemoedigd zowel in de huidige als in de toekomstige lidstaten. Zo heeft zij onlangs het Actieplan(2), „Het leren van talen en de taaiverscheidenheid bevorderen” gepubliceerd. Taaiverscheidenheid is een van de onderdelen van de algemene doelstelling van culturele diversiteit die is verankerd in het EG-Verdrag (artikel 151).