SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2802/03 van Pedro Marset Campos (GUE/NGL) aan de Commissie. Speciale tol in Frankrijk en Duitsland voor het goederenvervoer over de weg.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2802/03 van Pedro Marset Campos (GUE/NGL) aan de Commissie. Speciale tol in Frankrijk en Duitsland voor het goederenvervoer over de weg.
27.3.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 78/169 |
(2004/C 78 E/0173)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2802/03
van Pedro Marset Campos (GUE/NGL) aan de Commissie
(19 september 2003)
Betreft: Speciale tol in Frankrijk en Duitsland voor het goederenvervoer over de weg
De Franse en Duitse autoriteiten hebben aangekondigd dat zij binnenkort een speciale tol zullen heffen op vrachtwagens die hun autosnelwegen gebruiken. Deze beslissing kan leiden tot terechte bezorgdheid in de regio Murcia (Spanje), vooral in de sector van de landbouwproductie, want ze kan een negatieve invloed hebben op het vervoer van groenten en fruit uit Murcia naar verschillende EU-landen.
1. | Is de Commissie op de hoogte van deze situatie? |
2. | Vindt de Commissie niet dat de uitvoering van deze maatregel moet worden verhinderd omdat deze heffingen discriminerend en nadelig zijn? |
3. | Is de Commissie van mening dat deze maatregelen inbreuk maken op het vrij verkeer van goederen in de EU? |
4. | Vindt de Commissie niet dat deze maatregelen, als ze worden gerealiseerd, nadeliger zijn voor de meer perifere regio's in Europa zoals de regio Murcia die nog altijd een regio van doelstelling 1 is? Betekent deze maatregel geen regelrechte discriminatie van bepaalde regio's ten opzichte van andere? |
5. | Vindt de Commissie niet dat deze maatregelen, in tijden van economische recessie in de eurozone, nadelig zijn voor het economisch herstel in een belangrijke sector als die van het goederenvervoer over de weg? |
Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie
(31 oktober 2003)
De lidstaten zijn gerechtigd tolgelden en gebruiksheffingen te handhaven of in te voeren voor vrachtwagens vanaf 12 ton, mits zij de bepalingen in acht nemen die zijn opgenomen in Richtlijn 1999/62/EG(1) van het Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen.
Zolang de lidstaten voldoen aan de voorschriften van de richtlijn, met name inzake non-discriminatie, doorstroming van het verkeer en aangepaste toltarieven die in verhouding staan tot de kosten voor de aanleg, exploitatie en ontwikkeling van het betrokken netwerk, handelen zij in overeenstemming met de communautaire wetgeving.
Wat Duitsland betreft, is de Commissie nog steeds bezig met het bestuderen van het geplande tolsysteem. De Commissie moet beoordelen of de aangemelde maatregel die voorziet in de invoering van een kilometerheffing voor het gebruik van autosnelwegen, gecombineerd met een vergoedingssysteem op basis van de aanschaf van brandstof in Duitsland, verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt en volledig in overeenstemming is met de desbetreffende communautaire wetgeving. Gezien de twijfels die de aangemelde maatregel heeft doen rijzen, heeft de Commissie op 23 juli 2003 besloten de formele onderzoeksprocedure van artikel 88, lid 2, van het EG-verdrag in te leiden, zodat Duitsland en andere belanghebbende partijen hun opmerkingen kunnen maken. Op 27 augustus 2003 is in het Publicatieblad van de Europese Unie(2) een verkorte versie van het besluit bekendgemaakt waarin een overzicht wordt gegeven van alle relevante feitelijke en juridische aspecten. Het is de bedoeling van de Commissie te waarborgen dat geen afbreuk wordt gedaan aan het principe van het vrije verkeer van goederen, en dat het voorgestelde systeem volledig voldoet aan het principe van non-discriminatie.
In Frankrijk zijn er momenteel geen plannen voor wijzigingen, maar de Commissie zal de ontwikkelingen nauwlettend volgen en erop toezien dat bovenvermelde principes worden nageleefd.