SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0030/03 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Griekse Elektriciteitsmaatschappij en bouw van nieuwe elektriciteitscentrales.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0030/03 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Griekse Elektriciteitsmaatschappij en bouw van nieuwe elektriciteitscentrales.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0030/03
van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie
(21 januari 2003)
Betreft: Griekse Elektriciteitsmaatschappij en bouw van nieuwe elektriciteitscentrales
In antwoord op mijn schriftelijke vraag P-1459/02(1) heeft de Commissie gewezen op de vereiste voor alle geïntegreerde elektriciteitsbedrijven in de EU om afzonderlijke boekhoudingen te voeren voor de productie-, transmissie- en distributieactiviteiten. In antwoord op mijn latere mondelinge vraag (H-0794/02)(2) heeft de Commissie gerefereerd aan de financieringsmoeilijkheden van de zeven private consortia voor de bouw van nieuwe elektriciteitscentrales met een totaal vermogen van 2000 MW. In datzelfde antwoord beklemtoont de Commissie de noodzaak om tegen 2005 te zorgen voor een bijkomend vermogen van 500 à 600 MW, zodat de elektriciteitsbevoorrading van Griekenland kan worden verzekerd.
1. Heeft de Griekse Elektriciteitsmaatschappij afzonderlijke boekhoudingen gepresenteerd voor haar verschillende activiteiten?
2. Wat is de oorzaak van de financieringsmoeilijkheden van de private consortia en meer bepaald kan het dat deze moeilijkheden te maken hebben met de marktprijzen van de brandstoffen die nodig zijn om de zeven nieuwe elektriciteitscentrales te doen werken?
3. Is het mogelijk dat Griekenland de komende jaren problemen krijgt met de elektriciteitsbevoorrading, gezien het feit dat het vermogen van 2000 MW tot nu toe niet gegarandeerd is, en evenmin natuurlijk het bijkomend vermogen van 500 à 600?
(1) PB C 277 E van 14.11.2002, blz. 209.
(2) Schriftelijke vraag van 17.12.2002.
Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie
(24 februari 2003)
1. Bij brief dd. 4 december 2002 heeft het Griekse Ministerie van Ontwikkeling de Commissie de volgende informatie medegedeeld:
a) op 15 april 2002 heeft de Griekse Openbare Elektriciteitsmaatschappij (GOE) bij de Griekse regelgevende autoriteit afzonderlijke boekhoudingen voor de verschillende activiteiten van de onderneming in het jaar 2001 ingediend;
b) op 24 oktober 2002 heeft de Griekse regelgevende autoriteit de GOE de opdracht gegeven die boekhoudingen opnieuw in te dienen met een aantal verduidelijkingen en wijzigingen. De uiterste termijn voor indiening van deze herziene gescheiden boekhouding was 16 december 2002.
De Commissie heeft verzocht bevestiging te ontvangen van de afgifte van deze herziene gescheiden boekhouding, alsmede een afschrift te krijgen van de reactie van de Griekse regelgevende autoriteit op deze herziene boekhouding.
2. De Commissie is niet in staat de redenen te geven voor de financiële moeilijkheden van consortia van onafhankelijke particuliere ondernemingen, aangezien deze informatie vertrouwelijk is voor de ondernemingen in kwestie en niet beschikbaar is voor de Commissie. Het is echter in het algemeen waar dat banken en financiële instellingen terughoudend zijn om nieuwe opwekkingscapaciteit te financieren tenzij er zowel wettelijke als economische stabiliteit heerst en er een zekere voorspelbaarheid is, met name wat de brandstofprijs betreft.
3. Het is juist te stellen dat Griekenland in de komende jaren wellicht een tekort aan elektriciteit zal kennen als er geen nieuwe centrales worden gebouwd.
Tegen deze achtergrond heeft de Commissie recentelijk meer informatie aangevraagd met betrekking tot de voortgang bij de vaststelling van een nieuwe wet ter wijziging van de huidige Wet 2773/1999, waardoor de toegang van nieuwe onafhankelijke elektriciteitsproducenten tot de Griekse energiemarkt moet worden vergemakkelijkt.