Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3032/03 van Jonas Sjöstedt (GUE/NGL) aan de Commissie. Turkije en schendingen van de rechten van minderheden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3032/03 van Jonas Sjöstedt (GUE/NGL) aan de Commissie. Turkije en schendingen van de rechten van minderheden.

8.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 88/128


(2004/C 88 E/0136)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3032/03

van Jonas Sjöstedt (GUE/NGL) aan de Commissie

(17 oktober 2003)

Betreft: Turkije en schendingen van de rechten van minderheden

Nog steeds vinden in Turkije schendingen van de mensenrechten plaats, ondanks het feit dat het land bepaalde nationale wetten heeft aangepast aan de EU-normen. Een voorbeeld van de aanhoudende schendingen van de rechten van minderheden in Turkije is het decreet dat het Turkse Ministerie van Onderwijs op 14 april 2003 aan alle scholen in het land heeft doen toekomen. Voorgeschreven wordt dat er opstellen moeten worden geschreven en lezingen worden gehouden waarin de volkerenmoord in 1914 en de jaren daarna op de Armeniërs en de Assyriërs-Syriërs werd ontkend. In de plaats daarvan moeten de Armeense en Assyrisch-Syrische groeperingen worden aangeklaagd als verraders van het Ottomaanse rijk. Assyrisch-Syrische en Armeense kinderen ondervinden dagelijks discriminatie, met name doordat zij worden gedwongen deel te nemen aan dergelijke lezingen, waar hun etnische en godsdienstige identiteit worden beledigd.

De Turkse mensenrechtenorganisatie IHD heeft scherp gereageerd op het decreet en is onlangs samen met mensenrechtenadvocaten een campagne begonnen die de Turkse regering ertoe moet bewegen het decreet in te trekken en een einde te maken aan de mensenrechtenschendingen. Het decreet van het Ministerie van Onderwijs van 14 april 2003 staat absoluut haaks op hetgeen van Turkije wordt gevraagd, onder meer door de Europese Conventie.

Welke maatregelen denkt de Commissie te treffen om de Turkse regering ertoe te bewegen het decreet in te trekken en een einde te maken aan de schendingen van de rechten van deze etnische en godsdienstige minderheden?

Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie

(24 november 2003)

De Commissie is op de hoogte van het rondschrijven van het Turkse ministerie van onderwijs van 14 april 2003 met betrekking tot de eisen aan scholen om opstelwedstrijden en spreekbeurten te organiseren waarin „de Armeense, Grieks-Pontische en Assyrische beweringen” worden ontkend.

De Commissie heeft deze aangelegenheid in de loop van haar geregelde dialoog bij de Turkse autoriteiten te berde gebracht. De kwestie is in het Periodiek Verslag van de Commissie van 5 november 2003 vermeld(1).

Meer algemeen gesproken geldt dat de Commissie op hoogte is van de moeilijkheden die minderheden overal in Turkije ondervinden en dat zij de behandeling van die minderheden nauwlettend blijft volgen.