SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3040/03 van Jo Leinen (PSE) aan de Commissie. Toepassing van richtlijn 2000/35/EG (betalingstermijnen) op betalingen voor projecten door het Europees Ontwikkelingsfonds.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3040/03 van Jo Leinen (PSE) aan de Commissie. Toepassing van richtlijn 2000/35/EG (betalingstermijnen) op betalingen voor projecten door het Europees Ontwikkelingsfonds.
13.3.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 65/262 |
(2004/C 65 E/276)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3040/03
van Jo Leinen (PSE) aan de Commissie
(17 oktober 2003)
Betreft: Toepassing van richtlijn 2000/35/EG (betalingstermijnen) op betalingen voor projecten door het Europees Ontwikkelingsfonds
Klopt het dat richtlijn 2000/35/EG(1), die uiterlijk op 8 augustus 2002 door de lidstaten in nationaal recht moest worden omgezet en de bepaling bevat dat rekeningen binnen 30 dagen moeten worden voldaan, ook geldt voor het betalingsverkeer tussen EU-instanties (zoals het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)) en hun contractuele partners?
Desgevraagd heeft een administratief medewerkster bij het EOF ons in maart 2003 meegedeeld dat de richtlijn haar niet bekend was en dat voor de afhandeling van de betalingsverplichtingen van het EOF nog steeds een termijn van 90 dagen gold. Wat denkt de Commissie te doen om te voorkomen dat de indruk postvat dat de Unie voor iedereen bindende regels vaststelt waaraan de eigen instanties zich niet gebonden achten?
Antwoord van de heer Liikanen namens de Commissie
(20 november 2003)
Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties voorziet niet in de harmonisatie van de betalingstermijn op 30 dagen. De contracterende partijen mogen de betalingstermijn naar eigen wens vaststellen. Artikel 3, lid 1, van de richtlijn bepaalt dat interest verschuldigd is met ingang van de dag volgend op de datum voor betaling of op het verstrijken van de termijn voor betaling, welke zijn vastgesteld in de overeenkomst. Indien er in de overeenkomst geen datum of termijn voor betaling is vastgesteld, is interest automatisch verschuldigd 30 dagen na de ontvangst van de factuur of 30 dagen na de ontvangst van de goederen of diensten.
De Richtlijn regelt alle handelstransacties, waaronder de transacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties, zoals bepaald door de Richtlijnen inzake overheidsopdrachten(2) 92/50/EEG, 93/36/EEG, 93/37/EEG en 93/38/EEG. De Commissie heeft zich ertoe verbonden de voorwaarden van Richtlijn 2000/35/EG(3) toe te passen op haar eigen aanbestedingsprocedures, op grond van de bepalingen vastgesteld in de uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(4).
Artikel 106 van de uitvoeringsvoorschriften bepaalt dat de verschuldigde bedragen worden betaald binnen een termijn van maximaal 45 kalenderdagen vanaf de datum van inschrijving van een ontvankelijk verzoek om betaling door de gemachtigde dienst van de bevoegde ordonnateur. De betalingstermijn wordt op 30 kalenderdagen vastgesteld voor betalingen in verband met opdrachten voor diensten of leveringen, behalve wanneer het contract anders bepaalt.
De uitvoeringsvoorschriften zijn evenwel uitsluitend van toepassing op de algemene begroting. Het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) valt buiten de begroting, maar wordt op intergouvernementele basis georganiseerd en gefinancierd. Het heeft zijn eigen specifieke financieel reglement, aangenomen op 27 maart 2003 en van toepassing op het 9e Europees Ontwikkelingsfonds(5). Het financieel reglement van het EOF moet voldoen aan de verplichtingen van de Gemeenschap opgenomen in de partnerschapsovereenkomst met de Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), ondertekend op 23 juni 2000 te Cotonou (Benin)(6).
In artikel 37, lid 6, van bijlage IV bij de overeenkomst wordt bepaald dat de procedures inzake betaalbaarstelling, betalingsopdrachten en betaling van de uitgaven binnen een termijn van ten hoogste 90 dagen na de vervaldag moeten zijn afgewikkeld.
In het kader van de overeenkomst van Cotonou wordt het financieel beheer overgedragen aan de autoriteiten van de ACS-staten. Hun nationale ordonnateurs beheren de EOF-programma's. Op grond van bovenvermeld artikel 37, lid 6, heeft de nationale ordonnateur 45 dagen om opdracht tot betaling te geven en het hoofd van de delegatie die verantwoordelijk is voor het land in kwestie, daarvan in kennis te stellen. De Commissie heeft dan, binnen de limiet van 90 dagen, 45 dagen om haar interne procedures af te ronden en de betaling te verrichten.
Deze regel, die vervat is in de overeenkomst van Cotonou, werd overgenomen in artikel 67 van het financieel reglement van het EOF.