Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3086/03 van Bruno Gollnisch (NI) aan de Commissie. Tabakhandel in Frankrijk.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3086/03 van Bruno Gollnisch (NI) aan de Commissie. Tabakhandel in Frankrijk.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/461


(2004/C 78 E/0487)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3086/03

van Bruno Gollnisch (NI) aan de Commissie

(20 oktober 2003)

Betreft: Tabakhandel in Frankrijk

In Frankrijk hebben zeer aanzienlijke verhogingen van de belasting op tabak ervoor gezorgd dat het land op een paar maanden tijd van transitpunt voor de tabaksmokkel tot punt van bestemming geworden is.

Daarnaast krijgen de erkende handelaars, vooral in grensgebieden, met de concurrentie van de buurlanden te maken, waar Franse klanten soms grotere aankopen verrichten dan wat ze nodig hebben voor hun persoonlijk verbruik. Maar de 34 000 tabakhandelaars vormen een onvervangbaar netwerk van buurt-winkels, vooral in plattelandsgebieden.

Uit onderzoek blijkt dat de sluikhandel vooral uit Oost-Europa komt, meer bepaald uit een aantal toekomstige lidstaten van de Europese Unie. Het gemak waarmee smokkelwaar rondgaat in de Europese Unie toont aan welke noodlottige gevolgen het ontbreken van interne grenscontrole heeft, en dat het zelfs misdaad in de hand kan werken.

Nu de uitbreiding van de Europese Unie nog maar een paar maanden van ons verwijderd is:

op welke manier denkt de Commissie te zorgen voor daadwerkelijke en doeltreffende controle aan de buitengrenzen van de Europese Unie?

Wat denkt ze te ondernemen tegen de oneerlijke concurrentie waar de Franse kleinhandelaars in rookwaren aan blootstaan, vooral in de grensgebieden?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(5 december 2003)

Op de eerste plaats moet voor de goede orde worden vermeld dat het dankzij het afschaffen van de systematische douanecontroles aan de binnengrenzen van de Unie, mogelijk is de aandacht van de douane-en accijnsdiensten te concentreren op de buitengrenzen van de Unie. De strijd tegen de sigarettensmokkel is een belangrijke prioriteit, niet alleen omdat deze vorm van smokkel een bron vormt van oneerlijke concurrentie met de legale handel, maar ook om budgettaire redenen, zowel voor de Unie als voor de lidstaten.

De strijd tegen de illegale handel in sigaretten is op de eerste plaats een zaak van de lidstaten, die zowel individueel als in samenwerkingsverband optreden. Voor zover deze illegale handel echter ook de financiële belangen van de Gemeenschap schaadt, is deze strijd een gedeelde verantwoordelijkheid van de Gemeenschap en de lidstaten (artikel 280 van het EG-Verdrag). De Commissie speelt, vooral via het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), een actieve rol bij de coördinatie van de maatregelen die door de verschillende lidstaten worden genomen. Meer in het bijzonder heeft OLAF een netwerk van operationele contacten opgezet in zowel de lidstaten als de kandidaat-lidstaten en de toetredende landen, dat snelle actie in de strijd tegen de sigarettensmokkel, én tegen de bronnen van deze smokkel, moet vergemakkelijken. OLAF beschikt daarvoor overigens over een gespecialiseerde dienst die zorgt voor een follow-up bij de (kandidaat-)lidstaten.

Daarnaast organiseren de lidstaten binnen de werkgroep douanesamenwerking die is ingesteld in het kader van het verdrag tot oprichting van de Europese Unie (derde pijler: justitie en binnenlandse zaken), jaarlijks een programma van gezamenlijke operaties op het gebied van douanetoezicht, gericht op de smokkel van verboden goederen. Deze operaties zijn vaak gericht op de smokkel van sigaretten, tabak en alcoholische dranken in de Unie. Deze operaties worden door de Commissie medegefinancierd via het financieringsprogramma AGIS.

In meer algemene zin zijn de controles aan de buitengrenzen in de ogen van de Commissie altijd van belang geweest. Recentelijk heeft zij een mededeling goedgekeurd over „de rol van de douane in het geïntegreerde beheer van de buitengrenzen”(1) waarin haar strategie op dit gebied uiteen wordt gezet; doelstelling is het verbeteren van de veiligheid van de goederen die de buitengrenzen van de Unie passeren tegen bedreigingen voor het milieu, de gezondheid en de veiligheid van de burgers. Deze mededeling stelt voor om te kiezen voor een gemeenschappelijke benadering van de risico's, die door alle lidstaten kan worden toegepast en aan de hand waarvan kan worden bepaald welke controles aan de buitengrenzen van prioritair belang zijn. Op deze manier zal de efficiency van de controles aan de buitengrenzen toenemen.

Ter informatie kan worden vermeld dat het nieuwe programma Douane 2007, net als zijn voorganger Douane 2002, garandeert dat de lidstaten op een gelijkwaardige manier een hoog niveau hanteren bij de douanecontroles, vooral aan de buitengrenzen. Om dit te bereiken is een van de doelstellingen om de samenwerking tussen de douanediensten te versterken en zo de fraudebestrijding te verbeteren. Dit programma komt de huidige lidstaten ten goede, maar ook de toetredende landen.

— De Commissie wil met nadruk wijzen op de fundamentele vrijheid van de Europese burger, in overeenstemming met de grondbeginselen van de interne markt, om in een andere lidstaat accijnsgoederen in te kopen die hij zelf vervoert en die bestemd zijn voor zijn eigen gebruik, zonder dat deze aankoop met zich meebrengt dat hij accijns moet betalen in de lidstaat van woonplaats.

Momenteel kent de communautaire wetgeving alleen minimale accijnstarieven, waarboven de lidstaten hun tarieven vrij kunnen vaststellen. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze minimale accijnstarieven voor tabaksfabrikaten onlangs op voorstel van de Commissie zijn geïnventariseerd(2). Daarnaast voert deze richtlijn een in euro luidend vast minimumbedrag aan accijns in dat moet garanderen dat in alle lidstaten op sigaretten een minimumbedrag aan accijns wordt geheven.

De Commissie is zich er echter van bewust dat de verschillen in de toegepaste accijnstarieven, zolang er geen overeenstemming bestaat tussen de lidstaten over een verdere harmonisatie van de accijnstarieven, leiden tot verstoring van de mededinging tussen de handelaren in de verschillende lidstaten, hoofdzakelijk in de grensgebieden. Om tot een oplossing van dit probleem te komen is de Commissie altijd voorstander geweest van een verdergaande onderlinge aanpassing van de accijnstarieven, vooral voor tabaksfabrikaten. De Commissie zal deze aanpak warm blijven aanbevelen om te komen tot een betere werking van de interne markt.