Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3192/03 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. De zaak Eurostat: opheldering over de mogelijkheden die voorzitter Prodi heeft om in te grijpen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3192/03 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. De zaak Eurostat: opheldering over de mogelijkheden die voorzitter Prodi heeft om in te grijpen.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/237


(2004/C 78 E/0240)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3192/03

van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie

(28 oktober 2003)

Betreft: De zaak Eurostat: opheldering over de mogelijkheden die voorzitter Prodi heeft om in te grijpen

Uit de verklaringen van de voormalige directeur-generaal van Eurostat, Yves Franchet, over de recente gebeurtenissen die ernstige onregelmatigheden aan het licht hebben gebracht bij het beheer van de contracten van Eurostat, blijkt dat de verantwoordelijkheid ligt bij de Commissarissen Solbes, Kinnock en Schreyer aangezien zij op de hoogte waren van eventuele fraude.

De heer Farnchet zou de Commissarissen en voorzitter Prodi op de hoogte hebben gesteld van zijn vermoeden dat er sprake was van wanbeheer binnen het Bureau voor de statistiek en wel sedert september 2002. De voorzitter heeft tijdens de hoorzitting op de voorzittersconferentie van 25 september 2003 verklaard dat de ernst van de situatie hem sinds mei 2003 bekend was.

Aangezien het onderzoek van OLAF, van de Franse magistratuur en van de Commissie zich op de gehele affaire richt om duidelijke bewijzen boven tafel te krijgen en vast te stellen wie waarvoor verantwoordelijk is,

gezien ook de mogelijkheden die het Verdrag van Nice (nieuw artikel 217, lid 4) biedt aan de voorzitter van de Commissie een Commissaris tot aftreden te dwingen,

aangezien los van de nog te bewijzen verantwoordelijkheden het functioneren van genoemde Commissarissen hoe dan ook ter discussie staat, althans wat betreft de begrippen „wanbeheer” en „nalatigheid”, zoals gedefinieerd in het eerste rapport over verdenking van fraude, ingediend door het Comité van wijzen van het EP op 15 maart 1999 in verband met de affaire-Santer,

overwegende dat in de tijd van dit schandaal Commissaris Santer het politiek raadzaam achtte om met het hele college af te treden enkel en alleen omdat er verdenking was gerezen,

luidt de vraag aan de Commissie:

1.

of het niet wenselijk is dat voorzitter Prodi onder verwijzing naar de Eurostat-zaak maatregelen treft ten aanzien van de Commissarissen die in opspraak zijn, overeenkomstig genoemd artikel 217;

2.

of het uitblijven van deze maatregelen niet een schending is van de morele plichten die voortvloeien uit artikel 213, lid 2 van het Verdrag en waar alle leden van de Commissie toe gehouden zijn;

3.

of het wel voldoende is dat, zoals besloten in juli 2003, de directeur-generaal van Eurostat wordt vervangen, wil men het imago en de ethiek van de Unie op peil houden.

Antwoord van de heer Prodi namens de Commissie

(19 december 2003)

1.

De voorzitter van de Commissie heeft in zijn toespraak op 25 september tot de conferentie van voorzitters en de leden van de Commissie begrotingscontrole (Cocobu) van het Parlement, meegedeeld dat hij uit hoofde van artikel 217 van het Verdrag van Nice over de nodige instrumenten beschikt om, wanneer zulks nodig is, een commissaris te verplichten zijn politieke verantwoordelijkheid op te nemen. Hij heeft eveneens uitvoerig uitgelegd waarom hij op basis van de informatie waarover hij beschikt, meent dat er geen enkele reden is om enig lid van de Commissie tot aftreden te dwingen.

2.

De morele verplichtingen, waarnaar uitdrukkelijk wordt verwezen in de door het geachte parlementslid genoemde artikel 213, moeten door de leden van de Commissie worden nagekomen. Zij moeten hun ambt volkomen onafhankelijk uitoefenen in het algemeen belang van de Gemeenschap. Bij vervulling van hun taken mogen zij instructies van enige regering of enig ander lichaam vragen noch aanvaarden en gedurende hun ambtsperiode mogen zij geen andere beroepswerkzaamheden verrichten. Voorts dienen zij eerlijkheid en kiesheid te betrachten.

Geen enkel lid van de Commissie blijkt die verplichtingen in het kader van de zaak Eurostat te hebben verzuimd.

Zodra de Commissie in de zaak Eurostat de nodige informatie had ontvangen, waarover zij tot dusver niet beschikte, heeft zij belangrijke beslissingen genomen om de problemen op te lossen. Tegelijkertijd werden ook de informatiestromen en de bestaande mechanismen grondig geanalyseerd ten einde de verticale en horizontale communicatie te verbeteren en de transparantie te vergroten in een omgeving die wordt gekenmerkt door een strengere interne controle.

3.

De Commissie heeft zich niet beperkt tot de vervanging van de directeur-generaal van Eurostat. De maatregelen die zijn genomen in het kader van de reorganisatie van Eurostat zijn veel ingrijpender en ingewikkelder dan dat en de voorzitter van de Commissie heeft die maatregelen op 18 november 2003 ook meegedeeld aan de commissie begrotingscontrole en aan de plenaire vergadering.

Er is inderdaad een nieuwe directeur-generaal van Eurostat aangesteld. Daarnaast is ervoor geopteerd de huidige directeuren te vervangen. Voor die vrijgekomen functies zijn zowel binnen als buiten de instelling posten gepubliceerd. De nieuwe directeur Middelen is overgekomen van een andere dienst. Het organigram is volledig herzien om bepaalde taken, die vroeger werden uitbesteed, weer in het eigen takenpakket te integreren. De prioriteiten zijn opnieuw omschreven, met inachtneming van de belangrijkste taken van Eurostat. Ten slotte zijn heel wat wijzigingen doorgevoerd op het niveau van de afdelingshoofden. Het betreft hier dus een zeer uitgebreide reorganisatie die erop gericht is de verandering in cultuur bij Eurostat te versnellen. De voorzitter van de Commissie heeft het Parlement ook de grote lijnen meegedeeld van het actieplan dat binnenkort zal worden goedgekeurd door de Commissie.