Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3290/03 van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie. Beroepsziekten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3290/03 van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie. Beroepsziekten.

13.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 65/273


(2004/C 65 E/288)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3290/03

van Claude Moraes (PSE) aan de Commissie

(3 november 2003)

Betreft: Beroepsziekten

Kan de Commissie aangeven waarom zij de lidstaten op 19 september bij de goedkeuring van haar voorstel voor een aanbeveling betreffende de Europese lijst van beroepsziekten heeft verzocht hun lijsten van officiële beroepsziekten uit te breiden?

Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(20 november 2003)

De Commissie heeft op 19 september 2003 de aanbeveling betreffende de Europese lijst van beroepsziekten aangenomen(1). Deze aanbeveling is een bijgewerkte versie van een aanbeveling van 22 mei 1990(2) over hetzelfde onderwerp; vervanging daarvan is met name nodig om de nieuwe inzichten die dankzij de wetenschappelijke en technische vooruitgang op dit gebied zijn verkregen in aanmerking te nemen, te beschikken over een bijgewerkt instrument in verband met de komende uitbreiding van de Unie en uitwerking te geven aan de in de „nieuwe communautaire strategie inzake de gezondheid en de veiligheid op het werk 2002-2006”(3) neergelegde doelstelling meer aandacht te besteden aan de preventie van beroepsziekten.

In de nieuwe aanbeveling worden de lidstaten opgeroepen „zo spoedig mogelijk in hun wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de wetenschappelijk erkende beroepsziekten die voor schadeloosstelling in aanmerking kunnen komen en waarvoor preventieve maatregelen moeten worden getroffen, de in bijlage I vervatte Europese lijst van beroepsziekten op te nemen”.

In deze bijlage I is de lijst van rechtstreeks met het uitgeoefende beroep verband houdende agentia en ziekten zoals die opgenomen was in de oude aanbeveling uitgebreid met zestien andere ziekten waarvan het verband met het uitgeoefende beroep in wetenschappelijke kring inmiddels algemeen erkend wordt.

In de periode die is verstreken sinds de aanneming van de aanbeveling uit 1990 is dankzij de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen namelijk meer inzicht verkregen in het ontstaansmechanisme van bepaalde beroepsziekten en in de causale verbanden.

De Commissie zou de geachte afgevaardigde erop willen wijzen dat de lidstaten nauw betrokken zijn geweest bij de voorbereidende werkzaamheden in het kader van de opstelling van de nieuwe aanbeveling door de Commissie, in het bijzonder ten aanzien van bijlage I, de Europese lijst van beroepsziekten.

Daarnaast heeft de ervaring die sinds 1990 is opgedaan dankzij de follow-up van voornoemde aanbeveling in de lidstaten duidelijk gemaakt welke aspecten verbeterd kunnen worden om de doelstellingen van de aanbeveling beter te verwezenlijken, met name wat betreft de preventie en de verzameling en vergelijkbaarheid van gegevens. Ook deze aspecten zijn meegenomen in de nieuwe aanbeveling.

De Commissie is van mening dat deze nieuwe aanbeveling bij uitstek het instrument voor preventie van beroepsziekten in de Unie dient te zijn.