Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3299/03 van Horst Schnellhardt (PPE-DE) aan de Commissie. Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3299/03 van Horst Schnellhardt (PPE-DE) aan de Commissie. Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/800


(2004/C 78 E/0849)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3299/03

van Horst Schnellhardt (PPE-DE) aan de Commissie

(7 november 2003)

Betreft: Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna

1.

De „flora-fauna-habitatrichtlijn” 92/43/EEG(1) heeft als hoofddoel de biologische diversiteit te waarborgen door het behoud van de natuurlijke habitats. Het Natura 2000-programma voorziet in een verbod op activiteiten die een schadelijk effect hebben, hetgeen de lidstaten ertoe verbindt maatregelen te nemen indien zich een beschadiging voordoet.

Betekent dit dat een bestaande exploitatie kan blijven bestaan, louter omdat een bestaande situatie in stand moet worden gehouden, zelfs wanneer het belang van de exploitatie voor de mens wegvalt? Kunnen de lidstaten ertoe verplicht worden een exploitatie te bevorderen, zodat deze in stand kan worden gehouden om de oorspronkelijke toestand te behouden?

2.

Sinds de gebieden van communautair belang beschermd zijn, zijn de lidstaten verplicht te zorgen voor toezicht op de beschermde gebieden. Tot nu toe is in het LIFE-programma voor de bevordering van de natuur niet voorzien in enige vorm van steun voor dit toezicht. Is de Commissie van plan om hiervoor financiële middelen beschikbaar te stellen?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(3 december 2003)

Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en van wilde fauna en flora(2) behelst in artikel 6, lid 2, de verplichting voor lidstaten om passende maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in de speciale beschermingszones niet verslechtert en er geen storende factoren optreden voor de soorten waarvoor de zones zijn aangewezen voor zover die factoren, gelet op de doelstellingen van deze richtlijn, een significant effect kunnen hebben.

Het behoort volledig tot de bevoegdheid van de lidstaten om te bepalen op wat voor manier zij toezien op de naleving van artikel 6, lid 2, van de richtlijn, inclusief het garanderen van de voortzetting van de huidige vorm van toepassing mocht dit noodzakelijk zijn.

In dezelfde richtlijn is in artikel 11 de verplichting van de lidstaten vastgelegd om toe te zien op de staat van instandhouding van de in artikel 2 bedoelde soorten en natuurlijke habitats waarbij zij bijzondere aandacht schenken aan de prioritaire typen natuurlijke habitats en de prioritaire soorten.

Het financieel instrument LIFE biedt met LIFE-Nature de mogelijkheid voor steun bij de tenuitvoerlegging van Richtlijn 92/43/EEG en het Natura 2000-netwerk. Zo is er door de jaren heen in dat kader steun verleend voor controle- en toezichtsmaatregelen in verschillende Natura 2000-gebieden. Vanwege de beperkte reikwijdte van het LIFE-programma kan het niet worden toegepast voor het permanente beheer, waaronder ook toezichtsactiviteiten, van Natura 2000-gebieden in het algemeen. Iedere communautaire bijdrage voor dit doel dient te worden beschouwd in het licht van artikel 8 van de richtlijn, dat voorziet in de co-financiering van maatregelen die essentieel zijn voor het beheer van Natura 2000-gebieden. Binnenkort zal er een mededeling van de Commissie over de toepassing van artikel 8 van Richtlijn 92/43/EEG bij de Raad en het Parlement worden ingediend.