Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3317/03 vanÍñigo Méndez de Vigo (PPE-DE) aan de Commissie. Grensoverschrijdende betalingen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3317/03 vanÍñigo Méndez de Vigo (PPE-DE) aan de Commissie. Grensoverschrijdende betalingen.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/257


(2004/C 78 E/0258)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3317/03

vanÍñigo Méndez de Vigo (PPE-DE) aan de Commissie

(10 november 2003)

Betreft: Grensoverschrijdende betalingen

Mij is het geval ter ore gekomen van een Spanjaard die voor een overmaking van 30 EUR naar Duitsland 12 EUR aan administratiekosten moet betalen aan zijn bank.

Is een dergelijke betaling in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 2560/2000(1) betreffende grensoverschrijdende betalingen? Is de Commissie van oordeel dat de rechten van de consument voldoende gewaarborgd zijn? Is de burger voldoende geïnformeerd over de inwerkingtreding van genoemde verordening?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(16 december 2003)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro zijn de kosten die een financiële instelling voor grensoverschrijdende betalingen in euro aanrekent dezelfde als de kosten welke deze instelling aanrekent voor binnenlandse betalingen in euro. Deze regel is van toepassing op elektronische betalingstransacties (betalingen met een bankkaart en geldopnemingen aan automaten) in euro tot een bedrag van 12 500 EUR sinds 1 juli 2002 en op overmakingen sinds 1 juli 2003.

In Spanje zijn de kosten voor een standaardovermaking aanzienlijk lager dan 12 EUR. Voor speciale overmakingen (d.w.z. overmakingen die dringend zijn of waarvoor geen IBAN(2) — of BIC-code(3) is aangegeven) gelden evenwel hogere tarieven. Zolang dezelfde tarieven respectievelijk gelden voor standaard- en speciale overmakingen, ongeacht of ze binnenlands dan wel grensoverschrijdend zijn, wordt derhalve het in artikel 3 van de Verordening vastgestelde beginsel (gelijke kosten voor „dergelijke betalingen”) nageleefd. In het door het geachte parlementslid vermelde geval is het jammer genoeg niet duidelijk of het om een speciale of een standaardovermaking gaat. Nauwkeuriger informatie is nodig om na te gaan of de kosten ten bedrage van 12 EUR in overeenstemming met de verordening zijn.

De nationale autoriteiten moeten ervoor zorgen dat de verordening terdege en consistent wordt toegepast. In artikel 7 van de Verordening is bepaald dat de naleving wordt verzekerd door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties. De Commissie verzocht de lidstaten in september 2003 de naam van de bevoegde nationale autoriteit en de uitvoeringsmaatregelen die zij hadden genomen, te melden.

Wat de voorlichting van de burger over de inwerkingtreding en de inhoud van de verordening betreft, dienen financiële instellingen hun klanten van tevoren in te lichten over de kosten die worden geheven voor grensoverschrijdende en binnenlandse betalingen en iedere klant op diens verzoek zijn IBAN- en BIC-code mede te delen (artikelen 4 en 5 van de verordening). Volgens de gegevens waarover de Commissie beschikt, is deze informatie verspreid, hoewel er enige klachten van burgers zijn over een gebrek aan duidelijkheid van de door sommige banken verstrekte inlichtingen. De Commissie blijft deze kwestie op de voet volgen.