Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3323/03 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Overtreding van de regels betreffende overheidsopdrachten door het vervoerbedrijf van Rome, ATAC.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3323/03 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Overtreding van de regels betreffende overheidsopdrachten door het vervoerbedrijf van Rome, ATAC.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/259


(2004/C 78 E/0260)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3323/03

van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie

(5 november 2003)

Betreft: Overtreding van de regels betreffende overheidsopdrachten door het vervoerbedrijf van Rome, ATAC

Het openbaar vervoerbedrijf van Rome, ATAC, heeft een aanbesteding uitgeschreven (nr. 162 van 30 juni 1998) voor het ontwerpen, uitvoeren en installeren van een nieuw systeem van machines voor de afgifte en het afstempelen van plaatsbewijzen. Aan de in het bestek vermelde voorwaarden was bijzonder moeilijk te voldoen, zowel gezien de technische vereisten die veel hoger waren dan op de markt normaal is, als vanwege de zeer korte termijn waarop de opdracht uitgevoerd moest worden en die gezien de bestaande technologische kennis onmogelijk in acht te nemen was. Bovendien bevatte het bestek clausules met onwaarschijnlijk hoge boetes bij te late oplevering. Geen van de bedrijven die opgeroepen waren om een offerte in te dienen heeft dan ook ingeschreven, behalve TSF, dat door het aanbestedende bedrijf is uitgesloten, en ERG Motorola, waaraan de opdracht vervolgens is gegund. Kan de Commissie mededelen of zij vindt dat deze procedure strookt met de bepalingen van richtlijn 93/38/EEG(1) en met name artikel 18, lid 5 daarvan dat bepaalt dat geen technische specificaties voor het ontwerp van de opdracht mogen worden gebruikt „waardoor bepaalde ondernemingen worden begunstigd of uitgeschakeld”? Strookt deze procedure volgens de Commissie met artikel 23, lid 5 van deze richtlijn dat bepaalt dat de „selectiecriteria duidelijk en niet-discriminerend” moeten zijn en dat „een daadwerkelijke mededinging gewaarborgd moet zijn”?

Na de gunning van de opdracht aan ERG is het bestek bij besluit nr. 11 van 25 augustus 1999 van de directeur van ATAC radicaal gewijzigd en zijn de bovengenoemde voorwaarden geschrapt en vervangen door contractbepalingen die gunstig zijn voor de gekozen inschrijver, zowel gezien de technische vereisten als de levertermijnen en de hoogte van de boetes. De kenmerken van de machines die uiteindelijk door ERG zijn geleverd komen in genen dele overeen met de beschrijving ervan in het bestek van 1998. Is de Commissie niet van oordeel dat deze handelwijze strijdig is met de regels betreffende mededinging van het Verdrag, in het bijzonder artikel 81 letter d)?

Ook het onderhoud van bovengenoemde machines is vervolgens toevertrouwd aan ERG zonder dat een openbare aanbesteding is uitgeschreven, met als argument dat het onderhoud van de machines onlosmakelijk verbonden is met de gunning van de eerdere opdracht, ten bewijze waarvan technische studies van dubieuze herkomst werden voorgelegd. Kan de Commissie een grondig onderzoek naar deze zaak verrichten, voor zover een en ander onder haar bevoegdheid valt?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(27 november 2003)

De Commissie beschikt momenteel niet over de nodige elementen om te beoordelen of bij gunning van de door het geachte parlementslid aangehaalde opdracht door het overheidsbedrijf ATAC de communautaire wetgeving is nageleefd.

De Commissie zal de Italiaanse overheid verzoeken haar de nodige informatie mee te delen om na te gaan of ATAC de communautaire regels en beginselen inzake overheidsopdrachten in dit concrete geval heeft nageleefd. Op basis van de door het geachte parlementslid verstrekte elementen zal de Commissie met name verifiëren of de door ATAC toegepaste procedures overeenstemmen met Richtlijn 93/38/EEG van de Raad van 14 juni 1993 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie, die bij het gunnen van een opdracht door exploitanten van openbare-vervoersnetwerken moeten worden nageleefd, en met de in het EG-Verdrag vermelde regels en beginselen met betrekking tot de totstandbrenging van de interne markt.

Aangezien deze kwestie betrekking heeft op de gunning van een overheidsopdracht en niet op een mogelijk concurrentieverstorende overeenkomst tussen ondernemingen, is de Commissie van mening dat artikel 81 van het EG-Verdrag in dit geval niet van toepassing is.