SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3512/03 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Mogelijke gevolgen van de staking van de werknemers van het Nationaal Bureau voor de Statistiek van Griekenland voor de publicatie van Europese indicatoren.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3512/03 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Mogelijke gevolgen van de staking van de werknemers van het Nationaal Bureau voor de Statistiek van Griekenland voor de publicatie van Europese indicatoren.
3.4.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 84/508 |
(2004/C 84 E/0585)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3512/03
van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie
(25 november 2003)
Betreft: Mogelijke gevolgen van de staking van de werknemers van het Nationaal Bureau voor de Statistiek van Griekenland voor de publicatie van Europese indicatoren
De staking van de werknemers van het Grieks Nationaal Bureau voor de Statistiek — als gevolg van de aanhoudende weigering van de bevoegde minister om personeelsvertegenwoordigers te ontvangen en een dialoog met hen op gang te brengen — duurt intussen al zes weken. Door deze staking kunnen geen belangrijke statistische indicatoren op diverse gebieden (economie, industrie, cultuur, gezondheid, enz), noch die betreffende de inflatie worden gepubliceerd.
Hoe lang heeft Eurostat geen statistische gegevens meer ontvangen van het Grieks Nationaal Bureau voor de Statistiek?
Wat zijn de gevolgen van deze achterstand en de mogelijke voortzetting van de staking voor de publicatie van Europese indicatoren door Eurostat?
Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie
(8 januari 2004)
De staking van de werknemers van het Nationaal Bureau voor de Statistiek van Griekenland (NSSG) lijkt wel van enige invloed te zijn op het vermogen van de Griekse autoriteiten om te voldoen aan de communautaire statistische verplichtingen.
Zo zijn er bijvoorbeeld enkele problemen opgetreden bij het tijdig leveren van de actuele statistische gegevens. Een concreet voorbeeld is het feit dat er sinds het begin van de staking geen conjuncturele bedrijfsstatistieken zijn geleverd. Vergelijkbare voorbeelden zien we op terreinen waar de verschaffing van statistische gegevens valt onder een gentlemen's agreement. Het is echter van belang op te merken dat de gevolgen voor de gegevens op het niveau van de Unie en de Eurozone over het algemeen genomen tot nu toe betrekkelijk klein zijn, ook al zal er een relatieve, maar geen substantiële daling optreden in de kwaliteit. Voor Griekenland moeten we het immers met schattingen stellen.
De verstoring van de werkzaamheden zou ook een naijleffect kunnen hebben als de staking eenmaal is beëindigd. Zo is Eurostat bijvoorbeeld al ingelicht over het feit dat Griekenland waarschijnlijk niet in staat zal zijn het tijdschema te halen voor de levering van gegevens ten behoeve van de Landbouwstructuurenquête 2003. Soortgelijke gevolgen zullen we wellicht in andere sectoren ook zien.
Daarnaast zijn de werkrelaties mogelijk verstoord door de afwezigheid van Griekse afgevaardigden bij bijeenkomsten van onder meer werkgroepen. De onderhandelingen over een aantal subsidies voor het NSSG zijn ook onderbroken, hetgeen naar verwachting op de middellange tot lange termijn een indirect effect zal hebben op het vermogen van Griekenland om te voldoen aan haar statistische verplichtingen.
De Commissie merkt echter op dat de staking is beëindigd en dat dit zeker zal bijdragen tot een hervatting van de normale samenwerking tussen het NSSG en de Commissie.