SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3568/03 van Herman Schmid (GUE/NGL) aan de Commissie. De ontwerpgrondwet kan het gebrek aan democratische legitimiteit van de EU niet wegnemen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3568/03 van Herman Schmid (GUE/NGL) aan de Commissie. De ontwerpgrondwet kan het gebrek aan democratische legitimiteit van de EU niet wegnemen.
27.3.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 78/593 |
(2004/C 78 E/0627)
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3568/03
van Herman Schmid (GUE/NGL) aan de Commissie
(25 november 2003)
Betreft: De ontwerpgrondwet kan het gebrek aan democratische legitimiteit van de EU niet wegnemen
Volgens een bepaalde zienswijze bestaat het democratisch tekort van de EU uit het feit dat steeds meer beslissingen op EU-niveau worden getroffen, terwijl de bevolking van de EU zich nog steeds identificeert met het nationale politieke niveau. De lage opkomst voor de verkiezingen voor het Europees Parlement bevestigt dit, en deze tendens zal bij de komende verkiezingen niet anders zijn. Volgens deze visie is de kern van het probleem dat er gewoonweg geen Europese identiteit is en dus ook geen Europees volk. Op basis hiervan verzetten verschillende landen (Ierland, Denemarken, Zweden, Groot-Brittannië) zich ertegen dat de EU zich in de richting van een staat ontwikkelt (deze landen geven er de voorkeur aan dat de EU een samenwerkingsorganisatie blijft die praktische vraagstukken moet oplossen). Indien de ontwerpgrondwet wordt aangenomen betekent dit een grote stap in de richting van een toekomstige staat. Volgens bovenstaande zienswijze houdt deze ontwikkeling een aantasting in van de democratie in de EU. Zolang de democratische legitimiteit van het Europees Parlement niet groter is betekent elke versterking van de macht van het EP een aantasting van de democratie en een even grote aantasting van de invloed van de nationale parlementen op de Raad van ministers. Dit maakt de afstand tussen de besluitvorming op EU-niveau en de kiezers niet kleiner maar juist groter, en dat staat weer haaks op het doel van de EU-grondwet.
Een voorbeeld van het gebrek aan democratische legitimiteit van het Europees Parlement: maar weinig EU-burgers kunnen de namen noemen van politieke fracties in het Europees Parlement, en nog minder zeggen voor welke politieke inhoud deze staan. Dit geldt voor een grote meerderheid van de bevolking. Wanneer burgers deelnemen aan de verkiezingen voor het EP, kijken zij uitsluitend naar nationale vraagstukken. Bovendien moeten EP-leden vaak het partijprogramma op EU-niveau volgen, dat vaak afwijkt van het partijprogramma op nationaal niveau. Het ergste is dat de kiezer die op een EP-lid heeft gestemd welke hem/haar moet vertegenwoordigen, niet weet dat hij of zij wordt bedrogen. Het is vandaag de dag vrijwel onmogelijk voor de kiezer om te weten wat er in de Europese politiek omgaat. Er is geen toezicht door de media, enz. Het is een vicieuze cirkel, die er uiteindelijk toe leidt dat de burgers neerkijken op politici.
Mijn vraag luidt als volgt: Het is algemeen bekend dat de EU kampt met een tekort aan democratische legitimiteit, zoals hierboven beschreven. Hoe kan de EU-Commissie tegen deze achtergrond steun geven aan het ontwerp van een grondwet als dit door de voorgestelde versterking van de macht van het Europees Parlement leidt tot een aantasting van de democratie in de EU? Hoe denkt de Commissie dat een versterking van het supranationale niveau de steun van de bevolking kan krijgen als er in werkelijkheid geen Europees volk, geen Europese identiteit is die nodig zou zijn om dit besluit legitimiteit te geven?
Antwoord van de heer Prodi namens de Commissie
(6 januari 2004)
De Commissie is het niet eens met de standpunten die het geachte parlementslid in zijn vraag kenbaar maakt. Zij is met name van oordeel dat een versterking van de macht van het Parlement niet leidt tot een verzwakking van de democratie binnen de Unie, maar veeleer het democratische karakter van de Unie versterkt. De versterking van de macht van het Parlement is immers niet nadelig voor de macht van de nationale parlementen; het ontwerp van grondwet zal integendeel leiden tot een grotere betrokkenheid van de nationale parlementen bij de werking van de Unie.