Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3958/03 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Rusland — Parlementsverkiezingen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3958/03 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Rusland — Parlementsverkiezingen.

8.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 88/160


(2004/C 88 E/0169)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3958/03

van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie

(5 januari 2004)

Betreft: Rusland — Parlementsverkiezingen

Volgens de media maken de internationale waarnemers bij de recente Russische parlementsverkiezingen, met name de 600 die waren uitgestuurd door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Raad van Europa, zich zorgen om de verkiezingsuitslagen en de methodes die tijdens de campagne zijn aangewend. Het vrije karakter van de stembusgang wordt niet in twijfel getrokken maar er worden vraagtekens geplaatst bij de juistheid van de resultaten.

Uit de voorlopige resultaten bleek al onmiddellijk dat de pro-Kremlinpartij „Verenigd Rusland”, bondgenoot van President Vladimir Poetin, als grote overwinnaar uit de bus zou komen.

„Verenigd Rusland” kreeg ongeveer 37 % van de stemmen voor de Duma (Lagerhuis). De PLD van Vladimir Jirinovski boekte ongeveer 12 % van de stemmen, gevolgd door de ultranationalistische patriottische partij enkele maanden geleden opgericht onder het beschermheerschap van het Kremlin — die bij zijn eerste deelneming aan een verkiezing goed was voor 9 %.

David Atkinson, aanvoerder van de waarnemers van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa, verklaarde aan de journalisten dat gedurende de hele campagne de openbare financiën, m.a.w. het geld van de belastingbetaler, en de openbare televisie ten dienste stonden van bepaalde politieke partijen, hetgeen de waarnemers deed besluiten dat de verkiezingen „wel vrij maar zeker niet rechtvaardig” zijn verlopen.

Bruce Georges, voorzitter van de OVSE, gaf toe dat er een onrechtvaardig klimaat jegens de andere partijen en de andere kandidaten was geschapen en dat de stembusgang niet beantwoordde aan de internationale normen. Hij verklaarde voorts dat bij de jongste verkiezingen het enorme voordeel van de beschikbaarheid en de toegang tot de diverse aan de staat toebehorende middelen, gebouwen en uitrustingen de verkiezingsuitslag op een flagrante manier heeft beïnvloed, hetgeen de democratie in Rusland rake klappen heeft toegebracht.

Kan de Commissie mij antwoorden op de volgende vragen:

Zijn de verkiezingen in Rusland volgens de Commissie correct en vrij verlopen?

Welke stappen heeft zij bij de Russische autoriteiten ondernomen of is zij van plan te ondernemen gelet op de bezorgde reacties van de waarnemers en de oppositiepartijen?

Welke impact kan deze kritiek volgens de Commissie hebben op de pogingen van Moskou om zijn internationale geloofwaardigheid op te krikken?

Welke impact kan dit alles hebben op de betrekkingen tussen de EU en Rusland?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(9 februari 2004)

De Commissie heeft nota genomen van de eerste bevindingen van de internationale verkiezings-waarnemingsmissie volgens welke de verkiezingen voor de Doema van 7 december 2003 niet in overeenstemming waren met veel van de verbintenissen voor democratische verkiezingen die Rusland bij de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Raad van Europa is aangegaan. De eerste bevindingen wijzen erop dat belangrijke waarborgen door de Russische autoriteiten niet zijn toegepast.

De Commissie is bezorgd over deze bevindingen. Eerbiediging van de democratische beginselen en van de rechten van de mens, alsmede persvrijheid, vormen de basis voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland. De Commissie heeft derhalve gebruik gemaakt van de politieke dialoog met de Russische autoriteiten om laatstgenoemden te verzoeken deze tekortkomingen te verhelpen en bij de presidentsverkiezingen in maart 2004 de verbintenissen om verkiezingen te houden die aan de internationale normen beantwoorden, na te komen.

De Commissie wijst erop dat het belangrijk is dat Rusland zowel zijn politieke als economische hervormingen voortzet. Zij hoopt dat de nieuwe Doema zich bereid zal tonen om op constructieve wijze dergelijke hervormingen te realiseren, hetgeen op zijn beurt positieve gevolgen zal hebben voor de betrekkingen tussen de EU en Rusland.