Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4057/03 van Elspeth Attwooll (ELDR) aan de Commissie. Trans-Europese telecommunicatienetwerken.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4057/03 van Elspeth Attwooll (ELDR) aan de Commissie. Trans-Europese telecommunicatienetwerken.

3.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/139


(2004/C 84 E/0178)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4057/03

van Elspeth Attwooll (ELDR) aan de Commissie

(13 januari 2004)

Betreft: Trans-Europese telecommunicatienetwerken

Welk deel van de plattelandsbewoners in de EU beschikt over een breedbandinternetaansluiting en hoe verhoudt dit zich tot de stedelijke gebieden? Welke gevolgen voor de economische groei zou een uitbreiding van de toegang tot breedbandinternet in plattelandsgebieden kunnen hebben?

Welke rol speelt het beleid inzake trans-Europese telecommunicatienetwerken in de verspreiding van de breedbandinternetaansluiting in plattelandsgebieden? Hoe zou deze rol in de toekomst kunnen worden vergroot, en is de Commissie voornemens om beleidsinitiatieven te ontwikkelen en goed te keuren die specifiek tot doel hebben de voorziening van breedbandinternetaansluiting in plattelandsgebieden te verbeteren, met name in het licht van de in haar werkprogramma aangegane verbintenis om te blijven investeren in netwerken en kennis? Heeft de Commissie plannen om nieuwe technologieën als Galileo in deze context te gebruiken?

Antwoord door de heer Liikanen namens de Commissie

(17 februari 2004)

Hoewel breedbandinternet zich sterk aan het uitbreiden is in de Unie, blijkt de toename van het aantal aansluitingen vooral in stedelijke gebieden plaats te vinden. In vrijwel alle 15 lidstaten heeft meer dan 90 % van de bevolking in stedelijke gebieden toegang tot een breedbandverbinding via een Digital Subscriber Line (DSL); dit is echter niet het geval in plattelandsgebieden, waar het Europese gemiddelde minder dan 50 % bedraagt.

Deze situatie zal echter waarschijnlijk snel wijzigen. Uitwisselingen van goede praktijken, met name op Europees niveau (zoals in de workshop van 15 december 2003 over lokale en regionale initiatieven op het gebied van breedband) hebben immers aangetoond dat de plaatselijke openbare actoren zich steeds actiever inzetten voor de ontwikkeling van infrastructuur voor elektronische communicatie op hun grondgebied, met name in gebieden waar de marktdeelnemers niet vanzelf zullen komen. Verder hebben de lidstaten zich ingezet om vóór eind 2003 een nationale strategie op te stellen voor de ontwikkeling van breedband. De Commissie zal verslag uitbrengen aan de Raad en aan het Europees Parlement over deze nationale strategieën en zij zal in mei 2004 aanbevelingen doen voor de implementatie ervan.

De Commissie stelt vast dat een breedbandnetwerk meer en meer beschouwd wordt als een aantrekkingsfactor voor een gebied. Zo hebben diverse onderzoeken onder kleine en middelgrote bedrijven aangetoond dat in bepaalde gebieden waar tot op de dag van vandaag geen aansluitingsmogelijkheden zijn, meer dan 30 % van de bedrijven van plan is te verhuizen indien er binnen drie jaar geen breedbandinter-netverbinding aanwezig is (onderzoek van de regionale waarneming spost van telecommunicatie in Frankrijk). Informatie- en communicatietechnologie wordt tegenwoordig beschouwd als een concurren-tiefactor die niet alleen uitermate belangrijk is voor de handhaving en ontwikkeling van bedrijfsactiviteit en werkgelegenheid, maar ook voor het vermogen om nieuwe diensten te ontwikkelen (eGovernment, eHealth, eLearning, eBusiness, enz).

Het groei-initiatief dat betrekking heeft op de ontwikkeling van trans-Europese netwerken en dat in december 2003 is goedgekeurd, wijdt een van zijn snelstartprogramma's aan het verkleinen van de digitale kloof door de levering van breedbandaansluitingen in afgelegen gebieden en op het platteland door gebruik te maken van diverse technologische toepassingen. De herziening van de programmeringsdocumenten van de communautaire structuurfondsen (CSF) die dit jaar zal plaatsvinden, moet eveneens leiden tot meer overheidsinvesteringen in de ontwikkeling van infrastructuur, door met name te steunen op de richtsnoeren met betrekking tot criteria en gebruiksvoorwaarden van de structuurfondsen ten behoeve van elektronische communicatie, aangenomen door de Commissie in juli 2003. De structuurfondsen hebben meer dan 4,7 miljard euro uitgetrokken voor de bevordering van de informatiemaatschappij, waaronder de telecommunicatie-infrastructuur, voor minder begunstigde regio's (Doelstelling 1) gedurende de periode 2000-2006. Verder is er nog eens 1 miljard vrijgemaakt voor regio's die niet onder Doelstelling 1 vallen op hetzelfde gebied gedurende dezelfde periode. Bovendien is het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds medefinancier van regionale programma's voor innovatieve acties met meer dan 70 regionale overheden die zich richten op de informatiemaatschappij, met het doel nieuwe middelen te onderzoeken waarmee efficiënt gebruik gemaakt kan worden van informatie- en communicatietechnologie om regionale ontwikkeling te bevorderen. Zo is bijvoorbeeld het Andalusische programma „Guadalinfo” bedoeld voor plattelandsgemeenten met minder dan 20 000 inwoners(1).

De totale investering zal worden bepaald aan de hand van de toezeggingen van de lidstaten die ermee hebben ingestemd een nationale strategie op te stellen voor de ontwikkeling van breedband, op basis waarvan de Commissie een verslag aan de telecomraad van juni 2004 zal presenteren. Verder start de Commissie in maart 2004 een forum over de digitale kloof (Digital Divide Forum) waarin zij alle betrokkenen uitnodigt om ideeën uit te wisselen over deze kwesties van toegang en samenhang.

Al deze informatie en maatregelen worden genoemd in de Mededeling „Snelle verbindingen voor Europa: recente ontwikkelingen in de sector elektronische communicatie” die op 3 februari 2004 door de Commissie is aangenomen.

Het Galileo-programma voor satellietnavigatie en -positionering is weliswaar niet in de eerste plaats bedoeld voor telecommunicatietoepassingen, maar biedt deze sector talloze voordelen, met name door bij te dragen aan een efficiëntere transmissie via breedbandsystemen. Verder bieden de Galileo-ontvangers een uiterst geschikt platform voor een groot aantal toekomstige toepassingen, zoals mobiele telefoons met navigatiesysteem of positioneringsontvangers (bijvoorbeeld in de auto) met geïntegreerd alarmnummersysteem, 112 in Europa.