Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0219/03 van Alexandros Baltas (PSE) aan de Commissie. Landen die de wezenlijke onderdelen van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor communautaire steunregelingen hebben geïmplementeerd..

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0219/03 van Alexandros Baltas (PSE) aan de Commissie. Landen die de wezenlijke onderdelen van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor communautaire steunregelingen hebben geïmplementeerd..

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/14

Betreft:   

Landen die de wezenlijke onderdelen van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor communautaire steunregelingen hebben geïmplementeerd.

Wij stellen er belang in te weten hoe de situatie in de lidstaten precies is en of de respectieve lidstaten de intentie hebben de regeling voor controle op communautaire steunregelingen volledig na te komen, en stellen daarom de volgende vragen:

1. || Hoe staat het met de implementatie van het GBCS in de EU-landen? In welke landen is het systeem nog niet voltooid en wanneer is voltooiing daar te verwachten?

2. || Welke landen hebben volledige statistische GBCS-gegevens ingediend en aan welke landen zijn financiële correcties opgelegd wegens niet-indiening van die gegevens?

3. || Tot welk percentage hebben plaatselijke controles plaatsgevonden en wat is de betrouwbaarheidsgraad van die controles?

4. || Is er een uniform geautomatiseerd gegevensbestand voor het programma en staat dat ter beschikking van de betrokken instanties die het programma uitvoeren?

5. || In welke landen is de codificatie voltooid aan de hand van luchtfoto's?

6. || In welk stadium is Griekenland met de implementatie van de GCBS-onderdelen en wat is uw verwachting voor het jaar 2003?

(1)  PB L 327 van 12.12.2001.

(2)  Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, PB L 355 van 5.12.1992.

(3)  PB L 204 van 11.8.2000.

(4)  PB L 355 van 5.12.1992.

Betreft:   

Dierenwelzijn in Griekse slachthuizen

In een verslag van het Voedsel- en Veterinair Bureau van de Europese Commissie van 2000 (DG(SANCO)/1060/2000) werd de vinger gelegd op ernstige problemen met dierenwelzijn in de Griekse slachthuizen. Uit een nieuwe film is nu duidelijk geworden dat er nog steeds ernstige problemen zijn met het dierenwelzijn in de Griekse slachthuizen. In de film werd getoond hoe geiten werden geslacht zonder voorafgaande verdoving, dit in strijd met de richtlijn van de Raad 93/119/EG (1), en hoe schapen zo ineffectief werden verdoofd dat het grootste deel ervan weer was bijgekomen vooraleer ze gekeeld werden, hetgeen eveneens in strijd is met richtlijn 93/119/EG.

Welke initiatieven denkt de Commissie te nemen om de Griekse regering onder druk te zetten zodat zij ervoor zorgt dat de dieren in de Griekse slachthuizen worden geslacht overeenkomstig de richtlijn van de Raad 93/119/EG?

De Commissie is zowel op de hoogte van vroegere inspectieverslagen van het Voedsel- en Veterinair Bureau (VVB) als van informatie van dierenwelzijnsorganisaties waaruit ernstige tekortkomingen van Griekse slachthuizen blijken wat de naleving betreft van de voorschriften van Richtlijn 93/119/EEG van de Raad van 22 december 1993 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden.

De gebrekkige situatie in het verleden heeft de Commissie ertoe aangezet tegen deze lidstaat ingebrekestellingsprocedures in te stellen. Het VVB heeft onlangs een inspectiebezoek uitgevoerd met het oog op de follow-up van het door de geachte afgevaardigde vermelde inspectiebezoek. Dat inspectiebezoek vond plaats tussen 13 en 17 januari 2003. Hoewel het eindverslag van het inspectiebezoek nog niet beschikbaar is, blijkt toch reeds dat zich sinds het vorige verslag een aantal positieve ontwikkelingen hebben voorgedaan. De bevoegde Griekse autoriteiten hebben bijvoorbeeld de nodige instructies met betrekking tot het dierenwelzijn verstrekt aan de officiële dierenartsen die in de slachthuizen werken, ze hebben het systeem voor het rapporteren van tekortkomingen verbeterd en hebben ook bijkomende officiële dierenartsen aangeworven. Het inspectieteam vermeldde dat er in de drie bezochte slachthuizen weliswaar tekortkomingen bleven bestaan, maar dat die niet zo ernstig waren als in de vorige verslagen was aangegeven. De mate van vooruitgang wordt evenwel niet als toereikend beschouwd. Daarom is in 2003 een nieuw inspectiebezoek van het VVB met het oog op de follow-up gepland.

Zodra het verslag van het inspectiebezoek af is, wordt het overeenkomstig de gebruikelijke procedures van de Commissie aan het Parlement toegezonden en wordt het gepubliceerd op de website van het directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming: (http://europa.eu.int/comm/food/fs/inspecti-ons/index_nl.html)

De Commissie blijft zeer bezorgd over het aantal tekortkomingen van Griekenland aan de communautaire wetgeving inzake dierenwelzijn, en met name over de ontoereikende handhaving van de regels. Ze zal indien nodig verdere maatregelen nemen om een betere naleving van de Gemeenschapswetgeving op dit gebied veilig te stellen, en zal in het bijzonder gebruik maken van de inbreukprocedure overeenkomstig artikel 226 van het EG-Verdrag.

(1)  PB L 340 van 31.12.1993, blz. 21.