Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0257/03 van Caroline Jackson (PPE-DE) aan de Commissie. Sanitaire misstanden in Franse kanalen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0257/03 van Caroline Jackson (PPE-DE) aan de Commissie. Sanitaire misstanden in Franse kanalen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0257/03

van Caroline Jackson (PPE-DE) aan de Commissie

(5 februari 2003)

Betreft: Sanitaire misstanden in Franse kanalen

In het Franse Rijn-Marnekanaal en het kanaal du Nivernais moesten pleziervaartuigen in 2002 kennelijk hun toiletten rechtstreeks lozen in de kanalen, aangezien de Franse autoriteiten niet hadden gezorgd voor leegpompfaciliteiten voor pleziervaartuigen langs deze kanalen. Kan de Commissie bevestigen dat deze regeling indruist tegen bestaande communautaire wetgeving en is zij voornemens de zaak op te nemen met de Franse autoriteiten?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(17 maart 2003)

Onderdelen van de communautaire milieuwetgeving die van toepassing zijn op de lozing van afvalwater zijn de richtlijn behandeling stedelijk afvalwater(1), de kaderrichtlijn waterbeleid(2) en de zwemwaterrichtlijn(3).

Het toepassingsgebied van de richtlijn behandeling stedelijk afvalwater omvat afvalwaterlozingen van agglomeraties met meer dan 2000 inwonerequivalenten. Lozingen beneden deze drempel, bijvoorbeeld van kleinere woongebieden, individuele huizen buiten concentratiegebieden of pleziervaartuigen, vallen niet onder de richtlijn en behoren dus tot de verantwoordelijkheid van de lidstaten, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel.

Krachtens de kaderrichtlijn waterbeheer heeft de Unie onlangs haar waterbeschermingbeleid geherstructureerd en uitgebreid, waarbij zij ter bescherming van alle wateren en ter bestrijding van alle bronnen van schadelijke effecten de verplichting heeft opgelegd om in de periode tot 2015 voor alle wateren een goed kwaliteitsniveau (goede toestand) te bereiken, en een samenhangend beheerskader heeft vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van alle op water betrekking hebbende

communautaire wetgeving. Behalve in deze milieudoelstelling en deze termijn is voorzien in verplichte voorbereidende stappen, zoals de uitvoering van een eerste analyse van belastingen en invloeden voor december 2004, verbetering van het monitoringsysteem voor december 2006 en vaststelling van de nodige maatregelen in het kader van een stroomgebiedbeheersplan voor december 2009.

Lozingen door pleziervaartuigen zullen, zoals trouwens alle andere bronnen van effecten, moeten worden beoordeeld en ingepast in de in het kader van een stroomgebiedbeheersplan getroffen maatregelen. Met de dwingende doelstelling een goede toestand te bereiken als uitgangspunt, kunnen deze maatregelen leiden tot beperkingen en/of verboden op lozingen door een aantal bronnen. De Commissie is zich ervan bewust dat, wat lozingen door pleziervaartuigen betreft, de nationale en/of regionale wetgevingen voorzien in verschillende benaderingen die variëren van een totaal lozingsverbod, via een verbod op het lozen van toiletten maar niet van keukenafval, tot onbelemmerd lozen. Een van de grondbeginselen van de kaderrichtlijn waterbeleid is dat in heel Europa voor verreikende en onderling vergelijkbare waterkwaliteitsnormen moet worden gezorgd, met de nodige speelruimte wat betreft de keuze van de instrumenten voor de verwezenlijking van deze milieudoelstelling.

De Commissie zal er, in haar hoedanigheid van hoedster van de Verdragen, nauwlettend op toezien dat de richtlijn binnen de gestelde termijn op passende wijze ten uitvoer wordt gelegd, en zal waar nodig passende actie ondernemen, inclusief het inleiden van inbreukprocedures. Tevens wordt er met het oog op de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn waterbeleid zeer nauw samengewerkt tussen de Commissie, de lidstaten en de kandidaat-lidstaten om een gerichte aanpak te vergemakkelijken en optimaal gebruik te maken van de beschikbare ervaring en middelen.

De zwemwaterrichtlijn heeft betrekking op de waterkwaliteit op regelmatig door een groot aantal zwemmers gebruikte locaties. Ter bescherming daarvan zijn in de richtlijn voor circa 20 000 locaties (waaronder meer dan 6 000 badzones in het binnenland) juridisch bindende kwaliteitsdoelstellingen vastgesteld, en is voorzien in regelmatige bemonstering en bewaking van het zwemwater. De Commissie publiceert jaarlijks een verslag over de zwemwaterkwaliteit in de hele Unie, zowel in druk als op Internet, dat fungeert als informatiebron voor de burgers, maar ook bijdraagt tot de bewustmaking van het publiek bij niet-naleving van de normen. De Commissie houdt nauwlettend de gevallen bij waarin de vastgestelde kwaliteitsnormen niet worden nageleefd, en treedt indien nodig op.

De conclusie is dat de Commissie, op basis van de door het geachte parlementslid aangehaalde feiten, niet van oordeel is dat de geldende communautaire milieuwetgeving is overtreden en bijgevolg geen mogelijkheid ziet voor juridische actie. Indien de Commissie specifieke informatie over de zwemwaterkwaliteit ontvangt zal zij, overeenkomstig de gangbare praktijk, alle nodige stappen ondernemen.

(1) Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater, PB L 135 van 30.5.1991.

(2) Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, PB L 327 van 22.12.2000.

(3) Richtlijn 76/160/EEG van de Raad van 8 december 1975 betreffende de kwaliteit van het zwemwater, PB L 31 van 5.2.1976.