Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0386/03 van Ioannis Averoff (PPE-DE) aan de Commissie. Verloop van de werken in het kader van het derde Communautaire Bestek in de provincie Ipiros.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0386/03 van Ioannis Averoff (PPE-DE) aan de Commissie. Verloop van de werken in het kader van het derde Communautaire Bestek in de provincie Ipiros.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0386/03

van Ioannis Averoff (PPE-DE) aan de Commissie

(7 februari 2003)

Betreft: Verloop van de werken in het kader van het derde Communautaire Bestek in de provincie Ipiros

In het kader van het derde CB kan de provincie Ipiros profiteren van een regionaal operationeel programma met een totaal budget van 581 313 237 EUR, alsook van de aanleg van een deel van de Ionias Odos, die de derde prioritaire as vormt van het sectoraal operationeel programma Wegenassen, havens en stadsontwikkeling.

Volgens een mededeling van het Griekse Ministerie van Economie en Financiën van december 2002 bedraagt het bestedingspercentage van het regionaal programma van Ipiros 10 %. Wat de Ionia Odos betreft is volgens het jaarverslag 2001 van de dienst die instaat voor het beheer van het operationeel programma wegenassen, havens en stadontwikkeling, geen stap vooruit gezet aangezien er geen besluit is genomen voor de opname van dit project in het programma in het jaar 2001, terwijl de cijfers over de vooruitgang van de werken zullen worden gepubliceerd in het jaarverslag 2002.

Klopt het hoger genoemde bestedingspercentage van het regionaal operationeel programma met de werkelijkheid en gaat het om vastgelegde kredieten of om daadwerkelijk verrichte uitgaven?

Weet de Commissie waarom dit programma zo een laag bestedingspercentage heeft terwijl Ipiros toch de armste regio van de Unie was en nog steeds is?

Wat zijn de vooruitzichten voor de financiering van dit programma vanaf 2004?

Is het mogelijk dat het programma wordt gefinancierd uit de reserve aangezien het bestedingspercentage op grond van de huidige vorderingen in 2006 amper 30 % van het programmabudget zal bedragen?

Kan de Commissie in verband met de uitvoering van de werken voor de Ionias Odos mededelen welke uitgaven zijn gedaan en welke overeenkomsten tot nu toe zijn gesloten?

Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(7 maart 2003)

Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, kan de aan Griekenland uitgekeerde communautaire steun uit hoofde van het regionale operationele programma (OP) Epirius 2000-2006 als volgt worden gespecificeerd (naar fonds): het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) 35 935 229 EUR, het Europees Sociaal Fonds (ESF) 2 233 022 EUR en het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) 6 604 050 EUR.

Deze bedragen betreffen voorschotten en voorlopige aangiften van gedane uitgaven. Opgeteld komen zij inderdaad overeen met ongeveer 10 % van het totale steunbedrag dat voor dit regionaal OP beschikbaar is.

De aangegane contractuele verplichtingen beslaan ongeveer 9,8 % van het totale budget van het betrokken regionale OP, terwijl aan concrete projectuitgaven zo'n 3 % van het budget is besteed (circa 15,75 miljoen euro uit het EFRO, circa 1,047 127 miljoen euro uit het EOGFL en geen bijdragen uit het ESF).

Het regionale OP heeft inderdaad een achterstand opgelopen ten opzichte van het financieringsplan. Dit komt onder meer door enige vertragingen in de aanloopfase van het regionale OP, het tijdsbestek dat nodig was voor het onderzoek van de dossiers door de Griekse autoriteiten en de moeilijkheden bij de plaatselijke actoren om te komen tot kwalitatief verantwoorde en subsidiabele projecten die voldoende zijn voorbewerkt om ze tot uitvoering te brengen en aldus een noemenswaardig uitgavenniveau te genereren.

Het is te vroeg voor uitspraken over de toewijzing van middelen uit de prestatiereserve, daar de evaluatieprocedure voor de programma's binnen het Griekse communautaire bestek 2000-2006, die tot het besluit daartoe zou moeten leiden, nog in het beginstadium verkeert.

De autoweg Via Ionia strekt zich, wat het noordelijke deel (Antirrio Elaioussa) betreft, uit over een lengte van 210 km. Een deel van het project is reeds uitgevoerd of nog in uitvoering. Het gaat hierbij om de aanleg van een rondweg om de steden Arta Filipiada en de stad Agrinio (52,5 km).

Een gedeelte van deze twee wegen is bekostigd met overheidsmiddelen uit het operationeel programma (OP) Hoofdwegen van het communautair bestek 1994-1999; deze overheidsuitgaven werden oorspronkelijk op 80,6 miljoen euro geraamd voor het project bij Arta (tracé Filipiada Agios Dimitrios: 10 km) en voor het project bij Agrinio (tracé Kephalovrysso Angelokastro, 13,5 km).

De oorspronkelijk ondertekende contracten hadden betrekking op de aanleg van een tweebaansweg. Vervolgens hebben de Griekse autoriteiten de betrokken projecten gewijzigd en in beide gevallen gekozen voor een vierbaansweg, wat kostenverhogend heeft gewerkt.

De financiële overschrijdingen van de oorspronkelijke contracten voor deze rondwegen (waarvan de omvang niet aan de Commissie is meegedeeld) zullen deels door de Griekse autoriteiten met nationale middelen worden gedekt, zonder tegemoetkoming van de Gemeenschap.

De fysieke voltooiing van deze wegen zal worden gefinancierd met overheidsmiddelen uit het OP Hoofdwegen van het communautaire bestek 2000-2006. Deze overheidsuitgaven worden door de Griekse autoriteiten op ongeveer 30 miljoen euro geraamd.

De aanleg van de resterende 29 km van deze twee rondwegen wordt gefinancierd uit het budget van het Cohesiefonds voor 2000-2006. Het gaat hierbij om twee verschillende projecten: het eerste betreft de by-pass bij Arta Filipiada (tracé Agios Dimitrios Sellades 8 km) met een totale kostprijs van 48,5 miljoen euro (waarvan 26 670 159 EUR steun); het tweede is onderdeel van de by-pass bij Agrinio (tracé Angelokastro Kouvaras 21 km) met een totale kostprijs van 125 miljoen euro (waarvan 68 737 500 EUR steun).

De werkzaamheden voor beide projecten moeten eind 2006 zijn afgerond.

Het voornemen is om het resterende noordelijke deel van de Via Ionia (dat bestaat uit een aantal subprojecten voor een tracé van ongeveer 157 km) te financieren met 94 miljoen euro aan overheidsmiddelen uit het regionale OP Epirius 2000-2006 en 722,6 miljoen euro aan privé-middelen (in ruil voor een concessie) uit het OP Hoofdwegen. Op dit moment verkeren al deze toekomstige werkzaamheden in de onderzoekfase.

Het voornemen is om voor het zuidelijk deel van de Via Ionia (Patra Pyrgos Tsakona, 177 km), dat eveneens in vooronderzoek is, een andere concessie te verlenen.