Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0439/03 van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) aan de Commissie. Draft proposal for an independent recourse mechanism van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling (EBRD).

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0439/03 van Elly Plooij-van Gorsel (ELDR) aan de Commissie. Draft proposal for an independent recourse mechanism van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling (EBRD).

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/17

Betreft:   

"Draft proposal for an independent recourse mechanism" van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling (EBRD)

De G7 heeft in 2002 in Genua vastgelegd dat Multilaterale Financiële instellingen een onafhankelijk "compliance mechanism" dienen op te zetten. De EBRD heeft naar aanleiding hiervan onlangs een voorstel voor een dergelijk "compliance mechanism" uitgebracht. In Europa is tot nu toe weinig aandacht aan het voorstel besteed.

De Wereldbank in Washington heeft al in 1993 een vergelijkbare instantie ingesteld door het "Inspection Panel" in het leven te roepen. Dit panel is ingesteld om als "open deur" te functioneren voor het publiek om klachten in te dienen bij de Bank wanneer mensen denken dat zij worden geschaad of kunnen worden geschaad door een project waarbij sprake is van financiering door de Wereldbank.

Door twee voormalige voorzitters van dit "Inspection Panel" is commentaar geleverd op het voorstel van de EBRD, bestaande uit de volgende punten:

- || In het voorgestelde "compliance mechanism" is onafhankelijkheid van het panelorgaan niet gewaarborgd.

- || Het mechanisme bestrijkt slechts een deel van de activiteiten van de EBRD.

- || De openbaarmaking van informatie met betrekking tot onderwerpen die aan het mechanisme zijn onderworpen is voorwaardelijk en vaag.

- || Personen die in het compliance panel zijn benoemd beschikken niet over voldoende duidelijke autonomie en effectiviteit.

- || Uit het voorstel vloeit voort dat de nadruk veel meer op het oplossen van problemen gericht is dan op "compliance".

Het voorontwerp voor een onafhankelijk klachtenmechanisme waarvan het geachte parlementslid spreekt, is reeds voorwerp van overleg tussen de directie en de raad van bestuur van de EBRD geweest en principieel goedgekeurd door haar comité voor financiële verrichtingen en maatregelen, dat verantwoordelijk is voor dit soort vraagstukken.

Sedert oktober 2002 wordt over dit ontwerp uitgebreid overleg gepleegd, onder meer via de internetsite van de Bank; de in dit verband gemaakte opmerkingen zullen worden geanalyseerd en worden meegenomen bij de definitieve formulering van het mechanisme. De opmerkingen van het geachte parlementslid zijn met hetzelfde doel door de Commissie overgemaakt aan de directie van de EBRD.

Opgemerkt moet evenwel worden dat het definitieve besluit, dat in april 2003 wordt verwacht, slechts kan worden genomen door de raad van bestuur van de EBRD. Hierin zetelen alle landen van de G8, alsook de Gemeenschap en al haar lidstaten, maar de raad moet ook rekening houden met de opdracht en de bijzondere operationele kenmerken van de Bank.

Betreft:   

Uitspraak El-Kosheh

In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag E-3652/02 (1) van 17 januari 2003, stelt de Commissie dat: "De Commissie . bemoedigende indruk kreeg bij de eerste maatregelen van de Egyptische autoriteiten die gericht waren op het herstellen van kalmte in het gebied en het voor het gerecht brengen van de voor de gewelddadigheden verantwoordelijke personenen".

Weet de Commissie dat de politie zich bij de rellen in El-Kosheh in januari 2000 afzijdig heeft gehouden en is de rol van de politie door de Commissie bij de Egyptische autoriteiten ter sprake gebracht?

Weet de Commissie dat er in de zaak betreffende de gewelddadigheden in januari 2000 in El Kosheh een gerechtelijke uitspraak zal worden gedaan op 27 februari 2003?

Zal de Commissie bij deze uitspraak aanwezig zijn en kan zij hiervan verslag uitbrengen?

De veiligheidstroepen werden naar weten van de Commissie snel overgebracht naar El Khosheh om de openbare orde te herstellen, mogelijk omdat men besefte dat de plaatselijke politie van El Khosheh hiertoe niet bij machte was. Ministers en hooggeplaatste ambtenaren brachten vrijwel onmiddellijk een bezoek aan de dorpen in een uitdrukkelijke poging om de kalmte te laten terugkeren en de bevolking te verzekeren dat de personen die verantwoordelijk waren voor de geweldadigheden voor het gerecht zouden worden gebracht. Deze onmiddellijke reacties stonden in sterk en positief contrast tot de officiële reacties bij eerdere gebeurtenissen in El Khosheh hoewel er wel degelijk vragen blijven bij het optreden van de plaatselijke veiligheidsdiensten.

De Commissie is zich ervan bewust dat de aanvankelijke uitspraken bij het eerste proces in de ogen van veel Koptische commentatoren nauwelijks konden worden beschouwd als het laten boeten van de schuldigen. De uitspraak in het nieuwe proces die op 27 februari 2003 werd bekendgemaakt (slechts twee beklaagden werden veroordeeld terwijl er in het eerste proces vier beklaagden werden veroordeeld) zou wellicht opnieuw kunnen leiden tot kritiek op de rechtbank. Sommige mensenrechten- en Koptische bronnen hebben echter gewaarschuwd tegen speculatie dat het hof bevooroordeeld zou zijn geweest ten gunste van de beklaagden. Het gaat namelijk om een civiele rechtbank en geen militaire of noodrechtbank en het is zeer wel mogelijk dat de openbare aanklager het vonnis opnieuw voorlegt aan het Hof van Cassatie nadat de voorzitter van de rechtbank zijn redenen voor het vonnis heeft bekendgemaakt.

Hoewel de Commissie niet aanwezig was in de rechtbank hebben de delegatie van de Commissie en de ambassades van de lidstaten in Caïro deze zaak op de voet gevolgd en zullen dit ook blijven doen. Indien nodig zullen ook stappen worden ondernomen via de gebruikelijke kanalen.

(1)  Zie blz. 9.