SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0457/03 van Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie. Evaluatierichtlijn 96/71/EG.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0457/03 van Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie. Evaluatierichtlijn 96/71/EG.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0457/03
van Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie
(13 februari 2003)
Betreft: Evaluatierichtlijn 96/71/EG
Op het ogenblik is de Europese Commissie bezig richtlijn 96/71/EG(1) te evalueren.
1. Welke problemen worden in de evaluatie betrokken?
2. Vindt er ook onderzoek plaats naar de vraag of de bepalingen in de huidige tekst in de praktijk uitvoerbaar zijn en zo nee waarom niet?
(1) PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.
Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie
(11 maart 2003)
Krachtens artikel 8 van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten onderwerpt de Commissie de wijze van toepassing van de richtlijn aan een nieuw onderzoek, teneinde zo nodig aan de Raad de vereiste wijzigingen voor te stellen.
Ter voorbereiding van dit onderzoek nam de Commissie het initiatief tot een studie betreffende de tenuitvoerlegging van de richtlijn in de lidstaten. Het verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de richtlijn is verschenen in januari 2003 en gebaseerd op een samenvattend verslag van alle landenstudies. Het zal binnenkort beschikbaar zijn voor het publiek in het Engels, Frans en Duits.
Het verslag bevat een samenvatting van de belangrijkste aspecten van de wetgeving tot implementatie van de richtlijn in de lidstaten. Het beoogt een overzicht te bieden van de stand van zaken op wetgevend terrein in de lidstaten, waarbij niet geëvalueerd wordt of de nationale omzettingsmaatregelen verenigbaar zijn met de richtlijn en het EG-Verdrag. Het onderzoek naar de wijze van toepassing van de richtlijn zal worden afgerond in de vorm van een in 2003 te verschijnen mededeling van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging van de richtlijn.
De Commissie vestigt er de aandacht op dat een groep deskundigen uit de lidstaten geregeld bijeenkomt ter bespreking van vraagstukken en eventuele praktische problemen in verband met de richtlijn betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers. Voorts heeft de Commissie een vragenlijst opgesteld met betrekking tot problemen bij de uitvoering van de richtlijn. Het overleg binnen de groep deskundigen en de antwoorden van de lidstaten op de vragenlijst bevestigen grotendeels de bevindingen van de studie.
Concluderend kan gesteld worden dat de lidstaten bij de omzetting van de richtlijn geen bijzondere moeilijkheden op wetgevend terrein hebben ondervonden.