Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1033/03 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Hongersnood in Afrika.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1033/03 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Hongersnood in Afrika.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/26

Betreft:   

Hongersnood in Afrika

De Commissie heeft ongetwijfeld kennis genomen van het recente persbericht dat door Nairobi is verspreid en waarin de FAO meedeelt dat in Ethiopië 14 miljoen mensen - op een bevolking van ongeveer 63 miljoen - dringend behoefte hebben aan levensmiddelen. De internationale organisaties die de hongersnood bestrijden, hebben tot nu toe slechts 40 % van de meest elementaire levensmiddelen bijeen kunnen krijgen. De voorraden zullen vóór juni zijn uitgeput, ook indien de hulp tot 12,5 kilo graan per persoon per maand verminderd wordt, ten opzichte van de 15 kilo die onontbeerlijk worden geacht om te kunnen overleven. Percentueel gezien is de situatie nog dramatischer in Eritrea, waar op een totale bevolking van ongeveer 3,5 miljoen, twee miljoen mensen voedsel nodig hebben, terwijl de huidige voorraden uiterlijk tot eind april toereikend zijn. Intussen is meer dan 28 % van de kinderen onder de vijf jaar sterk ondervoed. In Eritrea is ook sprake van een massaal sterven van het vee wegens de reeds vier jaar durende extreme droogte.

Kan de Commissie:

1. || gegevens verstrekken over de hulp aan Ethiopië en Eritrea?

2. || mededelen, met het oog op de vermindering van de graanoogsten (vier vijfde minder dan de gemiddelde productie in de afgelopen tien jaar), welke initiatieven zij in overleg met de FAO heeft genomen of denkt te nemen om het herstel van de productie te bevorderen?

3. || mededelen of zij het met het oog op de verwezenlijking van deze doelstelling wenselijk acht bijstand te verlenen om de landbouwers vertrouwd te maken met het gebruik van adequate landbouw-technologieën?

4. || mededelen of zij van mening is dat de tenuitvoerlegging van projecten voor het zoeken naar en eventueel exploiteren van waterhoudende grondlagen, in samenwerking met de regeringen van de door droogte getroffen landen en met andere internationale humanitaire instellingen, een prioritaire doelstelling is?

5. || mededelen of er naast de humanitaire hulp ook samenwerking met het oog op genoemde projecten plaatsvindt tussen de Commissie en de instellingen zonder winstoogmerk die in de desbetreffende Afrikaanse gebieden werkzaam zijn?

De Commissie is op de hoogte van het verslag van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) over de huidige voedselcrisis in Ethiopië, ook al is zij het niet eens met de daarin vervatte beweringen over het aantal slachtoffers (dat voor Ethiopië werd teruggebracht tot 11,3 miljoen in december 2002), en bij uitbreiding het percentage van de behoeften waarin is voorzien. De bewering dat in Eritrea meer dan 28 % van de kinderen onder de vijf jaar zwaar ondervoed is, is eveneens zeer twijfelachtig, en vormt een pijnlijke illustratie van de neiging van sommige betrokken partners om een overdreven beeld te schetsen van noodsituaties.

Niettemin is de voedselcrisis in de Hoorn van Afrika natuurlijk zeer reëel, ook al heeft deze zich dankzij de sterk verbeterde vroegtijdige waarschuwingssystemen en de gulle reactie van de donoren niet ontwikkeld tot een rampzalige hongersnood, zoals er in het verleden zijn geweest.

De Commissie zelf heeft op een tot dusver ongekende wijze gereageerd op de crisis in Ethiopië en Eritrea en samen met de lidstaten circa 35 tot 40 % van de geschatte voedselbehoeften tot eind 2003 voor haar rekening genomen. Een tabel is het geachte parlementslid en het secretariaat van het Parlement rechtstreeks toegezonden.

De ondersteuning van inspanningen om voedselzekerheid te bewerkstelligen vormt voor de Commissie, met name met betrekking tot Ethiopië, een hoge prioriteit inzake beleidsdoelstellingen, aangezien naar verwachting ongeveer vier tot vijf miljoen Ethiopiërs elk jaar, inclusief jaren met goede oogsten, structureel te kampen hebben met voedselonzekerheid. Daarom heeft de Commissie in het 9e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor Ethiopië een bedrag van 54 miljoen euro gereserveerd voor programma's ter ondersteuning van de voedselzekerheid. De met dit bedrag te financieren programma's worden op dit moment nog vastgesteld en geëvalueerd, maar zullen waarschijnlijk betere veterinaire diensten, betere toegang tot waterputten en bijstand voor een beter graandistributiesysteem omvatten.

De Commissie zal ongetwijfeld blijven samenwerken met charitatieve organisaties die ter ondersteuning van de voedselzekerheid actief zijn in Afrikaanse landen die met voedselonzekerheid te kampen hebben, en natuurlijk ook bij het verlenen van humanitaire hulp.

Betreft:   

Verstoorde markttoegang tot de Volksrepubliek China voor fotografische producten: specifieke importtarieven zijn niet overeenkomstig afspraken binnen de Wereldhandelsorganisatie

Sinds 1997 heft de Volksrepubliek China een importtarief op fotografische producten, in de vorm van een specifiek tarief van een aantal renminbi per eenheid product (gemeten per vierkante meter).

China heeft zich er in het kader van zijn toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) toe verplicht dit specifieke tarief gefaseerd te vervangen door een ad valorem tarief. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in de bilaterale overeenkomst tussen de Europese Unie en China alsmede in China's toetredingsprotocol tot de Wereldhandelsorganisatie. In januari 2002 heeft China echter aangekondigd dat het de specifieke importtarieven op fotografische producten zou handhaven. Dit is niet overeenkomstig de afspraken binnen de Wereldhandelsorganisatie.

Zo heeft China zich er bijvoorbeeld aan gecommitteerd in 2002 een importtarief op 35 mm fotorollen te heffen van 42 % ad valorem. China heeft echter in werkelijkheid een specifiek tarief van 155 renminbi per vierkante meter geheven. Dit heeft geresulteerd in een effectief tarief van 89 % ad valorem. Het specifieke tarief overschrijdt dus de toegestane hoogte.