Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1276/03 van Dana Scallon (PPE-DE) aan de Raad. Verordening betreffende steun voor beleid en maatregelen op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheid en rechten in ontwikkelingslanden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1276/03 van Dana Scallon (PPE-DE) aan de Raad. Verordening betreffende steun voor beleid en maatregelen op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheid en rechten in ontwikkelingslanden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1276/03

van Dana Scallon (PPE-DE) aan de Raad

(4 april 2003)

Betreft: Verordening betreffende steun voor beleid en maatregelen op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheid en rechten in ontwikkelingslanden

In het kader van de behandeling van de verordening inzake reproductieve en seksuele gezondheid en rechten hebben de leden van het Europees Parlement tijdens de plenaire vergadering van 13 februari 2003 gestemd over een verhoging van het financiële kader tot 73,95 miljoen euro (amendement 46), en wel met behulp van het flexibiliteitsinstrument om deze begrotingslijn te kunnen financieren.

De leden van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en van de PPE-DE-Fractie werd medegedeeld dat deze verhoging door de Raad was gevraagd.

Intussen werd door vertegenwoordigers van de Commissie en de Raad aan mijn medewerkers medegedeeld dat de gevraagde verhoging in feite een unilaterale stap was van het Europees Parlement. Bovendien kreeg ik te horen dat het een verzoek betrof van de rapporteur. Mocht dit waar zijn, dan is er een bemiddelingsprocedure nodig op het niveau van de Raad teneinde de begrotingsmiddelen opnieuw toe te wijzen in het kader van de externe activiteiten van de EU (hoofdstuk 4).

Zou de Raad kunnen mededelen of hij al dan niet verzocht heeft om bedoelde verhoging van de kredieten?

Volgens het kabinet van de heer Schreyer, het voor de begroting verantwoordelijke Commissielid, zijn de kredieten van de begroting 2003 reeds volledig vastgelegd en toegewezen. Is de Raad derhalve van plan een bemiddelingsprocedure te starten om de kredieten opnieuw toe te wijzen in het kader van de externe activiteiten van de EU? Kunnen de flexibiliteitsinstrumenten voor elk jaar van het programma 2003-2006 worden aangewend? Kan de Raad, wat de goedkeuring van het programma zelf betreft, mededelen volgens welke procedure hij te werk zal gaan: gekwalificeerde meerderheid of eenparigheid van stemmen?

Antwoord

(2 oktober 2003)

De Raad herinnert het geachte parlementslid eraan dat in de regel moet worden voorkomen dat in wetgevingsbesluiten bepalingen zonder normatief karakter worden opgenomen, zoals wensen die de prerogatieven van de begrotingsautoriteit kunnen aantasten, met name voor wat betreft het gebruik van het flexibiliteitsinstrument (punt 24 van het Interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999(1)).

Ten aanzien van de punten die in de vraag van het geachte parlementslid aan de orde worden gesteld, heeft de Raad echter bij de aanneming van deze verordening akte genomen van de bevestiging door de Commissie dat het versterkte financieel kader voor deze verordening kan worden

opgenomen in rubriek 4 van de financiële vooruitzichten, en meer bepaald in het verhoogde totaalbedrag voor de ontwikkeling van beleidsgebieden met een op activiteiten gebaseerde begroting, en dat zij derhalve niet voornemens is voor te stellen om gebruik te maken van de instrumenten waarin het Interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999 voorziet, en, in het bijzonder niet voornemens om voor te stellen financiële middelen beschikbaar te stellen die het huidige totaalbedrag van rubriek 4 overschrijden.

(1) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.