Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1425/03 van Dorette Corbey (PSE) aan de Commissie. Richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1425/03 van Dorette Corbey (PSE) aan de Commissie. Richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval.

13.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/81

Betreft:   

Richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval

Momenteel wordt de richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval (94/62/EG (1)) herzien. De richtlijn stelt in artikel 6 kwantitatieve doelstellingen vast voor de terugwinning en recycling van verpakkingsafval. De formulering van de aanhef van artikel 6 is als volgt:

  || Teneinde aan de doelstellingen van deze richtlijn te voldoen nemen de lidstaten maatregelen zodat voor hun hele grondgebied de volgende taakstellingen kunnen worden verwezenlijkt .

Kan de Commissie bevestigen dat het verwezenlijken van de doelstellingen voor terugwinning en recycling een harde verplichting is voor de lidstaten?

Kan de Commissie bevestigen dat zij als hoedster van correcte implementatie, naleving en toepassing van het Gemeenschapsrecht lidstaten die de in artikel 6 genoemde doelstellingen niet verwezenlijken in gebreke zal stellen?

Is de Commissie het met mij eens dat de door de lidstaten te nemen maatregelen slechts een middel zijn om aan deze verplichting ex-artikel 6 te voldoen en niet het doel op zich?

De verwezenlijking van de doelstellingen voor terugwinning en recycling is een wettelijke verplichting voor de lidstaten, die is vereist in het kader van artikel 6 van Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval. De Commissie kan bevestigen dat zij haar rol als hoedster van het EG-Verdrag zal vervullen en gevolg zal geven aan gevallen van niet-verwezenlijking van de doelstellingen van de Richtlijn. Daartoe behoort ook, indien nodig, de inleiding van inbreukprocedures in het kader van artikel 226 van het EG-Verdrag.

Artikel 6 van Richtlijn 94/62/EEG schrijft voor dat de lidstaten de maatregelen nemen die nodig zijn om de in die bepaling genoemde taakstellingen te verwezenlijken. De lidstaten kunnen de middelen kiezen waarmee zij deze doelstellingen willen bereiken, als zij maar aan de communautaire wetgeving voldoen.

(1)  PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10.