SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1801/03 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Ioniserende straling.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1801/03 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Ioniserende straling.
6.2.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/171
Betreft:
Ioniserende straling
In 1996 stelde de EU een richtlijn vast (96/29/Euratom (1)) tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren. Met betrekking tot de luchtvaart werden er alleen bepalingen opgenomen voor vliegtuigbemanningen en zwangere vrouwen. Is de Commissie, gelet op het feit dat het bestaan van risico's recentelijk is aangetoond, thans niet van mening dat ook frequent flyers onder deze basisnormen zouden moeten vallen?
Titel VII (artikelen 40 tot en met 42) van Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren heeft betrekking op de aanzienlijke toename van blootstelling aan natuurlijke stralingsbronnen als gevolg van beroepsactiviteiten.
De enige activiteit die in deze titel uitdrukkelijk wordt genoemd, is de blootstelling van vliegtuigbemanningen aan kosmische straling (artikel 42). De lidstaten kunnen altijd op nationaal niveau specifieke bepalingen aannemen, bijvoorbeeld voor frequent flyers, indien zij dat wenselijk achten.
De Commissie is niet op de hoogte van enig nieuw bewijsmateriaal in verband met de risico's van kosmische straling, dat een aanpassing van de richtlijn inzake basisnormen voor stralingsbescherming in dit stadium zou rechtvaardigen.
(1) PB L 159 van 29.6.1996, blz. 1.
Betreft:
Grootscheepse trekvogeljacht op Malta
Onlangs ontvingen wij het bericht dat de voorjaarstrek van vogels op Malta is uitgelopen op een grootscheepse jachtpartij op beschermde trekvogels, zelfs in beschermde gebieden. In antwoord op vraag E-3036/02 (1) stelde de Commissie dat Malta de vogelrichtlijn bij toetreding tot de Unie volledig zal moeten omzetten en naleven. Ook verzekerde de Commissie dat ze de situatie in de toetredende landen met betrekking tot naleving en omzetting van de vogel- en habitatrichtlijn nauwgezet zal volgen.
De Commissie heeft geen bevestiging van de door de geachte parlementsleden genoemde berichten over een grootscheepse jachtpartij en kan dus niet zonder meer bevestigen dat een dergelijke jachtpartij indruist tegen de verplichtingen krachtens de vogelrichtlijn, Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (2).
Bij haar contacten met de Maltese autoriteiten heeft de Commissie herhaaldelijk gewezen op de eisen van de vogelrichtlijn; zij zal verder blijven toezien op de naleving door Malta van de verbintenissen die het land in het kader van de toetredingsonderhandelingen heeft aangegaan. De Commissie verwijst in dit verband ook naar haar antwoord op een vorige schriftelijke vraag (E-3036/02) van mevrouw Corbey.
Overeenkomstig de huidige jurisdictie, eist de vogelrichtlijn geen automatisch totaal verbod op genoemde jachtactiviteiten.
(1) PB C 222 E van 18.9.2003, blz. 40.
(2) PB L 103 van 25.4.1979.