Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2000/03 van Jan Dhaene (PSE)en Patricia McKenna (Verts/ALE) aan de Raad. Radioactieve lozingen vanuit Sellafield.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2000/03 van Jan Dhaene (PSE)en Patricia McKenna (Verts/ALE) aan de Raad. Radioactieve lozingen vanuit Sellafield.

20.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/71

Betreft:   

Radioactieve lozingen vanuit Sellafield

Het Afdelingscomité Visserij van de Internationale Transportarbeidersfederatie (ITF) heeft Noordzeestaten verzocht van het Verenigd Koninkrijk te eisen dat het de radioactieve lozingen vanuit Sellafield stopzet. Verschillende nationale vervoersbonden hebben inmiddels aan dit verzoek gehoor gegeven. Het probleem beperkt zich overigens niet tot het Verenigd Koninkrijk; ook Cogéma in La Hague veroorzaakt grootschalige radioactieve vervuiling van het plaatselijk milieu.

Een van de isotopen die de ITF het meest zorgen baren is Technetium-99 (Tc99). Deze isotoop wordt in de Ierse Zee geloosd, hoewel het technisch mogelijk is hem uit het afvalwater te filteren en te verzamelen voordat het water in zee terechtkomt.

De Raad is in het algemeen begaan met nucleaire veiligheid en stralingsbescherming.

Zoals het geachte parlementslid wel weet, moet Sellafield functioneren overeenkomstig het Gemeenschapsrecht, met name:

- || de artikelen 33, 35 en 37 van het Euratom-Verdrag;

- || Aanbeveling 1999/829/Euratom van de Commissie van 6 december 1999 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag;

- || Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren, waarin de na te komen basisverplichtingen worden vastgesteld;

- || Verordening (Euratom) nr. 3227/76 houdende toepassing van de bepalingen inzake de veiligheidscontrole van Euratom, op grond waarvan (onder meer) regelmatig verslagen over de activiteiten van kerninstallaties aan de Commissie moeten worden gezonden.

De Commissie moet ervoor zorgen dat die wetgeving correct wordt toegepast, onder meer door ter plaatse uitgevoerde inspecties. Als partij bij het Ospar-verdrag heeft de Gemeenschap de Osparstrategie met betrekking tot radioactieve stoffen goedgekeurd, met als doel verontreiniging van de zee ten gevolge van ioniserende straling te voorkomen. Verder voorziet het zesde milieuactieprogramma van de Gemeenschap in de ontwikkeling van een thematische strategie voor de bescherming en het behoud van het mariene milieu.

Wat met name kernafval betreft, wordt er thans in de Raadsinstanties een Commissievoorstel voor een richtlijn inzake het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval besproken.

Betreft:   

Technische uitrusting van vrachtwagens

De afgelopen maanden werd de internationale wegverbinding E17 Antwerpen - Gent - Lille al verscheidene malen het decor voor verbijsterende ongevallen met vrachtwagenchaffeurs. De vrachtwagens zijn stuk voor stuk uitgerust met cruise control. De onoplettende chauffeurs rijden op volle snelheid in op de staart van een door wegwerkzaamheden veroorzaakte file.

Dit probleem staat niet op zich. Overal in Europa gebeuren ongelukken met cruise control, met vrachtwagens en met personenwagens. Deze ongevallen kosten mensenlevens. Een korte optelsom van de slachtoffers van ongevallen met cruise control, geeft voor de laatste weken in België alleen 6 doden en 13 zwaargewonden.

Ook transportvakbonden zien in dat cruise control meer slecht dan goed doet voor hun chauffeurs.

De verplichte installatie van zichtveldverbeterende systemen (dodehoekcamera en/of -spiegel) bij bestaande vrachtwagens daarentegen, heeft de vrachtwagen zeker veiliger gemaakt voor fietsers. Een gesloten zijafscherming - zijplaten tussen de wielen van een vrachtwagen - voorkomt dat bij een ongeluk een fietser onder de wielen van een vrachtwagen terechtkomt.

Daarom mijn vragen aan de Commissie:

1. || Overweegt de Commissie de verplichte invoering van afgesloten zij-afscherming van de vrachtwagen? Zo ja, op welke termijn ziet zij deze invoering? Mogen lidstaten deze verplichting invoeren zonder Europese wetgeving op dit vlak?

2. || Beschikt de Commissie over voldoende gegevens over de impact van cruise control in vrachtwagens op de verkeersveiligheid?

3. || Overweegt de Commissie een verbod op cruise control voor vrachtwagens? Zo ja, op welke termijn ziet zij dit verbod tot stand komen? Mogen lidstaten dit verbod zelfstandig invoeren zonder wijziging van de Europese wetgeving op dit vlak?

Krachtens Richtlijn 89/297/EEG (1) wordt geen strikte verplichting van een doorlopend vlak zij-oppervlak opgelegd, maar wordt het gebruik van een of meer horizontale profielen toegestaan, die zo worden aangebracht dat fietsers niet onder het voertuig kunnen worden gesleept. Deze richtlijn is optioneel en de lidstaten kunnen die dus op verplichtende wijze, dan wel facultatief ten uitvoer leggen op hun grondgebied. Op 14 juli 2003 heeft de Commissie voorgesteld de typegoedkeuringsprocedure, als bedoeld in Richtlijn 70/156/EEG (2), tot vrachtwagens en voertuigen voor het gemeenschappelijk personenvervoer uit te breiden, overeenkomstig een tijdschema dat loopt van januari 2006 tot en met 2010, naar gelang van de voertuigcategorie. Dit zou tot gevolg hebben dat, zodra de communautaire procedure van kracht is geworden, Richtlijn 89/297/EEG een verplichtend karakter krijgt voor alle vrachtwagens en trekkers van opleggers die voor het eerst in het verkeer worden gebracht.

Wat cruise control betreft, verwijst de Commissie het geachte parlementslid naar haar antwoord op schriftelijke vraag E-1501/03 van mevrouw Van Brempt (3). De Commissie maakt zich zorgen over de toename van het aantal ongevallen met vrachtwagens waarbij cruise control een rol lijkt te hebben gespeeld. Zij verzamelt momenteel de nodige objectieve informatie op basis waarvan zij de eventueel vereiste maatregelen kan vaststellen.

(1)  Richtlijn 89/297/EEG van de Raad van 13 april 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de zijdelingse afscherming (zijdelingse beschermingsinrichtingen) bij bepaalde motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan - PB L 124 van 5.5.1989.

(2)  Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, PB L 42 van 23.2.1970.

(3)  Zie blz. 48.