Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2122/03 van Isabelle Caullery (UEN) aan de Commissie. Ontwikkeling van hernieuwbare energie in Turkije.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2122/03 van Isabelle Caullery (UEN) aan de Commissie. Ontwikkeling van hernieuwbare energie in Turkije.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2122/03

van Isabelle Caullery (UEN) aan de Commissie

(25 juni 2003)

Betreft: Ontwikkeling van hernieuwbare energie in Turkije

1. Kan de Commissie gegevens verstrekken over de verschillende soorten steun, acties, programma's en/of begrotingslijnen waarop een beroep kan worden gedaan ter bevordering van de ontwikkeling van hernieuwbare energie, met name windenergie, in Turkije?

Kunnen de programma's MEDA en Euromed, steunprogramma's voor KMO's het nieuwe instrument voor Euro-mediterraan financieel partnerschap (FEMIP) alsmede andere aan Turkije toegekende steunvormen worden ingeschakeld voor de bevordering van windenergie in dit land?

2. Kan de Commissie voorts gegevens verstrekken over de faciliteiten die de EIB biedt voor de bevordering van deze energievorm in Turkije?

3. Stelt de Commissie tenslotte pogingen in het werk om in haar betrekkingen met Turkije te helpen de doelstelling te verwezenlijken van de Europese richtlijn die erop is gericht dat uiterlijk 2010 12 % van de in Europa verbruikte energie afkomstig is van hernieuwbare energiebronnen?

Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie

(12 augustus 2003)

De steun van de Commissie voor Turkije wordt nu rechtstreeks toegewezen via het programma voor financiële pretoetredingssteun (begrotingslijn B7-050). De steunmaatregelen nemen de vorm aan van institutionele capaciteitsopbouw en investeringen, en zijn hoofdzakelijk bestemd voor de verwezenlijking van de prioritaire doelstellingen in het partnerschap voor toetreding. Eén van de prioriteiten van het partnerschap voor toetreding is de opstelling van een programma om de energie-intensiteit van de Turkse economie te beperken en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te verhogen. De steun kan dus voor die doelstellingen worden gebruikt ofschoon de Commissie normaal geen subsidies verstrekt voor grote investeringsprojecten die inkomsten genereren. De steun kan ook worden gebruikt om de deelneming van Turkije te medefinancieren aan communautaire programma's en diensten, met name het meerjarenprogramma 2003-2006 Intelligente energie voor Europa, dat bedoeld is om de duurzame ontwikkeling van de energiemarkt te bevorderen, waarbij het accent wordt gelegd op energie-efficiëntie (SAVE), het gebruik van hernieuwbare energiebronnen (Altener) en energiediversificatie, ook in de transportsector (STEER).

De Europese Investeringsbank (EIB) verstrekt leningen voor een reeks belangrijke infrastructuurinvesteringen in Turkije, met name in de energie-, de transport- en de watersector. De middelen zijn hoofdzakelijk afkomstig van het EuroMed-budget van het algemene leningsmandaat van de EIB en van zijn pretoetredingsfaciliteit. De EIB heeft zich ten doel gesteld in de komende vier jaar het gedeelte van zijn algemene leningen te verdubbelen (van 7,5 tot 15 %) ten gunste van projecten zoals die met betrekking tot hernieuwbare energie.

In het Witboek van de Commissie van 1997(1) wordt als algemeen doel vastgesteld dat 12 % van het energieverbruik van hernieuwbare energiebronnen afkomstig moet zijn en worden verder een strategie en een actieplan vastgesteld voor de bevordering van hernieuwbare energie in de Europese Unie. In Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt(2) worden ook nationale indicatieve doelstellingen vastgesteld die voor 2010 niet alleen door de lidstaten gerealiseerd moeten worden, maar ook door de 10 landen die in 2004 tot de Unie toetreden. Deze referentiewaarden, die voor 2010 door alle lidstaten behaald moeten worden, zijn in de bijlage van de richtlijn opgenomen. De Commissie volgt aandachtig de maatregelen die genomen worden om deze doelstellingen te behalen en zal zo nodig in 2004 bindende doelstellingen vaststellen.

(1) COM(97) 599 def.

(2) PB L 283 van 27.10.2001.