Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2157/03 van Wilhelm Piecyk (PSE) aan de Commissie. Satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen met een lengte van minder dan 24 meter.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2157/03 van Wilhelm Piecyk (PSE) aan de Commissie. Satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen met een lengte van minder dan 24 meter.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2157/03

van Wilhelm Piecyk (PSE) aan de Commissie

(24 juni 2003)

Betreft: Satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen met een lengte van minder dan 24 meter

Artikel 22 van Verordening (EG) 2371/2002(1) voorziet in de installatie van een systeem voor opsporing en identificatie van vissersvaartuigen (satellietvolgsysteem) voor vaartuigen van meer dan 18 meter lengte over alles vanaf 1 januari 2004 en voor vaartuigen van meer dan 15 meter over alles vanaf 1 januari 2005, terwijl deze regeling tot dusver was beperkt tot vaartuigen met een lengte van meer dan 24 meter over alles.

Volgens de tot dusver geldende verordening golden er uitzonderingen op deze verplichting voor vissersvaartuigen die of binnen 24 uur weer in de haven waren of die uitsluitend binnen de 12-mijlszone visten. De uitzondering werd met de nieuwe formulering van de verordening afgeschaft.

1. Is de Commissie bereid om in het kader van artikel 22, lid 3 de tot dusver bestaande uitzonderingsregelingen opnieuw toe te staan, met name voor vissersvaartuigen met een lengte van minder dan 24 meter?

2. Zo ja, wanner kan met een dergelijk besluit worden gerekend?

3. Zo nee, is de Commissie niet van mening dat voor deze kleine vissersvaartuigen die alleen in de 12-mijlszone vissen of die binnen 24 uur weer in de haven zijn, die uitzonderingen kunnen worden gerechtvaardigd op grond van de onevenredige last die de verplichtingen zouden veroorzaken in vergelijking met het economische belang van de activiteit?

(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

Gecombineerd Antwoordvan de heer Fischler namens de Commissieop de schritftelijke vragen P-2156/03 en P-2157/03

(17 juli 2003)

1. De uitbreiding van het VMS tot kleinere vaartuigen maakt deel uit van het in december 2002 bereikte politieke akkoord inzake de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Het doel van de uitbreiding is het toezicht op en de handhaving van het GVB te verbeteren.

Er wordt van uitgegaan dat het VMS voor de visserijsector aanvaardbaarder is als dit soort toezicht op gelijke wijze geldt voor alle vissersvaartuigen naar gelang van hun lengte. Het voordeel hiervan is dat het een gemakkelijk te hanteren en transparant criterium is. Dit speelt een belangrijke rol bij het creëren van gelijke voorwaarden in de hele Gemeenschap voor de visserijsector.

Deze aanpak komt overeen met de Mededeling van de Commissie inzake de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (de zogenaamde Roadmap), waarin de Commissie aankondigde de bestaande vrijstellingen te zullen afschaffen en het VMS uit te breiden tot alle vissersvaartuigen met een lengte van meer dan 10 meter.

Dit in aanmerking genomen, is de Commissie niet van plan vrijstellingen van het gebruik van VMS voor te stellen voor vaartuigen van meer dan 15 meter lang.

2. Gezien het antwoord op de eerste vraag, valt er geen verder besluit te verwachten.

3. De Commissie beschouwt VMS als een kosteneffectief toezichtsinstrument dat de controle op de visserij aanzienlijk verbetert, en is van mening dat de uitbreiding ervan gerechtvaardigd is.

Om de last voor de vissers te verlichten hebben de lidstaten een financiële bijdrage van de Gemeenschap aangevraagd voor satellietvolgapparatuur. Binnen de grenzen van de begroting zal de Commissie steun toekennen onder vergelijkbare voorwaarden als die welke in het verleden golden voor vaartuigen waarvoor VMS al verplicht was.