Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2197/03 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Transport van vee - bevindingen CATRA.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2197/03 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Transport van vee - bevindingen CATRA.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/90

Betreft:   

Burgerbescherming

Wat zijn de mogelijkheden en voorzieningen van de Europese Commissie voor burgerbescherming, en hoe is de Commissie uitgerust om dat soort problemen te behandelen? Wat is haar budget voor burgerbescherming voor elk jaar in de periode 2000 tot 2005? Welke stappen worden er ondernomen om zeker te zijn dat ze niet parallel optreedt met het Coördinatiecentrum voor Euro-Atlantische rampenbestrijding op het NAVO-hoofdkwartier? Welke voorzieningen zijn er om te zorgen dat in geval van crisis de oproep van de Commissie om de capaciteiten te mobiliseren en de burgerbeschermingsprocedures uit te voeren, volledig gecoördineerd met het optreden van de NAVO verloopt?

Krachtens Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele bescherming (1) heeft de Commissie een interventiecentrum opgericht dat dag en nacht toegankelijk is en 24 uur per dag kan worden ingezet. Wanneer zich binnen of buiten de Unie een natuurramp of een door menselijk toedoen veroorzaakte noodsituatie voordoet, kan het centrum ingrijpen. Loopt er een verzoek om bijstand binnen, dan neemt het centrum onmiddellijk contact op met de dag en nacht ter beschikking staande contactpunten in de landen die aan het mechanisme deelnemen (lidstaten, toetredingslanden en landen van de Europese Economische Ruimte - EER). Het centrum brengt dan de beschikbare middelen die op vrijwillige basis door de nationale bevoegde autoriteiten ter beschikking worden gesteld samen en faciliteert de inzet daarvan.

Voor 2003 is 6,5 miljoen euro aan begrotingsmiddelen voor civiele bescherming uitgetrokken. Op basis van cofinanciering worden daarmee uiteenlopende activiteiten gefinancierd, gaande van cursussen, oefeningen en uitwisselingen van deskundigen voor in de civiele bescherming werkzaam personeel, over workshops en projecten ter verbetering van de publieksvoorlichting, tot bewustmakingsprojecten.

Twee miljoen euro van de totale begrotingsmiddelen is door het Parlement gereserveerd voor projecten ter voorspelling van overstromingen en aardbevingen.

De Commissie heeft geregeld contact met alle instanties en internationale organisaties die actief zijn op het gebied van civiele bescherming, zoals het Coördinatiecentrum voor Euro-Atlantische rampenbestrijding van de NAVO. Lidstaten die aan een of meer coördinatiecentra voorzieningen op het gebied van civiele bescherming hebben aangeboden, kunnen zelf bepalen hoe hun middelen in een bepaalde noodsituatie het beste kunnen worden ingezet. Beschikking 1999/847/EG van de Raad betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (2) dient in dit verband ook te worden genoemd.

(1)  PB L 297 van 15.11.2001.

(2)  PB L 327 van 21.12.1999.

Betreft:   

Transport van vee - bevindingen CATRA

In haar mededeling IP/03/854 laat de Commissie weten dat het onderzoeksproject CATRA aanbevelingen doet inzake het transport van vee (over lange afstanden).

Volgens de bevindingen van het onderzoek ondervinden de dieren de meeste stress tijdens het laden en lossen. Daartoe dienen de veewagens een verbeterd, aangepast design te krijgen. De studie spreekt tezelfdertijd van een aanpassing van de vormgeving van veeloodsen.

Welke concrete maatregelen zal de Commissie op deze vlakken nemen om niet alleen de kwaliteit van het vlees erop te doen vooruitgaan - zoals zij stelt in haar mededeling - maar ook om het vervoer van de dieren in voor hen zo optimaal mogelijke omstandigheden te laten verlopen?

De Commissie heeft op 16 juli 2003 een wetsvoorstel goedgekeurd over de bescherming van dieren tijdens het vervoer. Wetenschappelijk advies biedt een betrouwbare basis voor beleidsvoorstellen van de Commissie en het door de Gemeenschap gefinancierde onderzoeksproject CATRA heeft onlangs in dit opzicht waardevolle informatie opgeleverd. Er is ook een beroep gedaan op een advies van het Wetenschappelijk Comité voor de gezondheid en het welzijn van dieren en op de resultaten van grondig overleg met alle betrokken partijen en het publiek.

Het wetsvoorstel houdt met al deze elementen rekening met het oog op een betere bescherming van dieren tijdens het vervoer. Het voorstel van de Commissie bestrijkt onder meer het laden en lossen van dieren, het materiaal om met dieren om te gaan, de normen voor voertuigen en de opleiding van personeel. De Commissie verkiest een stapsgewijze aanpak om het welzijn van de dieren op korte en middellange termijn daadwerkelijk te verbeteren. Het voorstel van de Commissie beoogt de door wetenschappers aanbevolen hoge normen af te dwingen door geschikte juridische instrumenten te ontwikkelen. Dankzij deze instrumenten kunnen de bevoegde nationale autoriteiten beter toezicht uitoefenen en de normen doen naleven.

Betreft:   

Waarborgen dat bepaalde producten uitsluitend in de Tsjechische Republiek in de handel gebracht worden

In Bijlage V van de Akte van Toetreding wordt het aan de in Bijlage A vermelde bedrijven in de Tsjechische Republiek op het terrein van het veterinair recht toegestaan pas op 31 december 2006 aan de structurele verplichtingen van de desbetreffende richtlijnen inzake vers vlees, vers gevogeltevlees, vleesproducten, eiproducten en melk te voldoen. De producten van deze bedrijven mogen gedurende deze tijd slechts op de binnenlandse markt in de handel gebracht, respectievelijk verder verwerkt worden.

Derhalve stel ik de Commissie de vraag hoe zonder warencontroles aan de grens gewaarborgd kan worden dat de genoemde producten van de Tsjechische bedrijven ook feitelijk alleen op de binnenlandse markt in de handel gebracht worden of verder verwerkt worden?

De bepalingen van bijlage V bij de Toetredingsakte bevatten specifieke regels die waarborgen dat producten afkomstig van inrichtingen waarvoor een overgangsperiode is toegestaan, niet in de interne markt in de handel worden gebracht. Bovendien geeft bijlage V de Commissie het recht om gedetailleerde uitvoeringsbepalingen vast te stellen voor de productie en het in de handel brengen (inclusief een speciaal keuringsmerkteken) van en het toezicht op producten afkomstig van inrichtingen waarvoor een overgangsperiode is toegestaan.

De Commissie heeft besprekingen met de bestaande en de nieuwe lidstaten aangevat betreffende aanvullende maatregelen van toezicht op de productie en het in de handel brengen van producten waarvoor een overgangsperiode geldt.