Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2226/03 van Paul Rübig (PPE-DE)en Harald Ettl (PSE) aan de Commissie. Taaldiscriminatie bij vacatures.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2226/03 van Paul Rübig (PPE-DE)en Harald Ettl (PSE) aan de Commissie. Taaldiscriminatie bij vacatures.

6.2.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/236

Betreft:   

Taaldiscriminatie bij vacatures

In de afgelopen twaalf maanden hebben door de Europese Commissie gefinancierde technische bijstandsbureaus, non-gouvernementele organisaties (NGO's) en particuliere firma's meer dan 500 vacatures op Europees niveau uitgeschreven die uitsluitend voor sollicitanten met "English mother tongue" en "native English speakers" gereserveerd waren (www.lingvo.org/eo/2/15). In deze vacatures worden geen personen met "uitstekende" of "zeer goede" kennis van het Engels gezocht, maar uitdrukkelijk en uitsluitend personen met Engels als moedertaal.

Is het de Commissie bekend dat de ondernemingen Intrasoft en Ogilvy, waarmee de Commissie reeds heeft samengewerkt, onlangs uitsluitend een persoon met Engels als moedertaal gezocht hebben? Is de Commissie daarentegen opgetreden? Zo ja, hoe? Zo niet, waarom niet?

Is de Commissie voornemens ook in de toekomst met organisaties samen te werken die personen discrimineren zonder Engels als moedertaal?

De Commissie heeft haar standpunt met betrekking tot dit probleem in het algemeen meermaals in haar antwoorden op schriftelijke vragen uiteengezet. De geachte parlementsleden worden dan ook verwezen naar: de antwoorden van de Commissie op de volgende schriftelijke vragen: nr. E-4100/00 van de heer Staes (1), E-0779/01 van de heer Staes (2), E-1356/01 van de heer Gemelli (3), E-1681/01 van de heer Staes (4), E-1682/01 van de heer Staes (), E-2331/01 van de heer Ferrer (), E-2900/01 van de heer Staes (5), E-2901/01 van de heer Staes (), E-2944/01 van de heer Staes (), E-3189/01 van de heer Rothley (), E-3572/01 van de heer Staes (6), E-0941/02 van de heer Staes (7), E-2764/02 van de heer Staes (8), E-1733/03 van de heer Leinen (9) en E-2018/03 van de heer Staes (10).

Alle diensten van de Commissie zijn attent gemaakt op mogelijke discriminerende vacatures en hebben het verzoek gekregen de nodige maatregelen te nemen ten aanzien van hun contractanten. De Commissie probeert samenwerking met organisaties die vacatures met een "native speaker"-criterium publiceren, te vermijden. Zij was niet op de hoogte van de gevallen waarnaar de geachte parlementsleden verwijzen. Hierover wordt contact opgenomen met de betrokken bedrijven.

De Commissie wil verder benadrukken dat zij haar juridische bevoegdheden wil aanwenden om het gebruik van een "native speaker"-criterium in vacatures tegen te gaan.

(1)  PB C 174 E van 19.6.2001.

(2)  PB C 235 E van 21.8.2001.

(3)  PB C 350 E van 11.12.2001.

(4)  PB C 93 E van 18.4.2002.

(4)  PB C 93 E van 18.4.2002.

(4)  PB C 93 E van 18.4.2002.

(5)  PB C 134 E van 6.6.2002.

(5)  PB C 134 E van 6.6.2002.

(5)  PB C 134 E van 6.6.2002.

(5)  PB C 134 E van 6.6.2002.

(6)  PB C 160 E van 4.7.2002.

(7)  PB C 229 E van 26.9.2002.

(8)  PB C 92 E van 17.4.2002.

(9)  PB C 11 E van 15.1.2004, blz. 221.

(10)  Zie blz. 201.

Betreft:   

Problemen bij grensoverschrijdende arbeid

De vraag van het geachte parlementslid heeft betrekking op problemen in verband met de Nederlandse regelgeving inzake pensioenen voor grensgangers.

Het is de Commissie niet duidelijk of het geachte parlementslid pensioenen bedoelt die door het sociale-zekerheidsstelsel worden verstrekt, of aanvullende/particuliere pensioenen.

Voor pensioenen in het kader van de sociale zekerheid bevat Verordening (EG) nr. 1408/71 (1) coördinatievoorschriften voor sociale-zekerheidsstelsels ten behoeve van degenen die zich tussen de lidstaten verplaatsen. Daardoor zullen ze niet worden benadeeld als ze hun recht op vrij verkeer uitoefenen. De sociale-zekerheidspremies die iemand in de ene lidstaat heeft betaald, worden niet overgemaakt naar het sociale-zekerheidsstelsel in de andere lidstaat. Integendeel, de verordening bepaalt dat iemand een ouderdomspensioen zal ontvangen van elke lidstaat waar hij of zij meer dan twaalf maanden verzekerd is geweest.

De Commissie is van mening dat de communautaire voorschriften voor de coördinatie van sociale-zekerheidsstelsels voldoende bescherming bieden aan iemand die zich tussen de lidstaten verplaatst. Om deze bescherming nog verder te verbeteren, heeft de Commissie evenwel in 1998 een voorstel voor modernisering en vereenvoudiging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 gedaan. Dit voorstel zal, naar wordt gehoopt, eind 2003 worden aangenomen.

Wat de aanvullende pensioenen betreft, is de Commissie zich zeer wel bewust van de problemen die het huidige gebrek aan "portabiliteit" veroorzaakt in het vrij verkeer van werknemers, een fundamenteel recht krachtens het Verdrag. In dit verband zij erop gewezen dat Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (2) alleen in bepaalde omstandigheden en onder bepaalde voorwaarden beschermt. Momenteel raadpleegt de Commissie de sociale partners over de wenselijkheid van een follow-up van deze richtlijn met een tweede instrument dat is gericht op de portabiliteit van aanvullende pensioenen. Voordat de Commissie zich buigt over de vraag welke verdere stappen passend en noodzakelijk zijn, zal zij het resultaat van deze raadpleging afwachten.

Bovendien kunnen degenen die premie betalen voor aanvullende of particuliere pensioenen, fiscale barrières ondervinden als hun pensioenregelingen worden beheerd door een organisatie in een andere lidstaat dan die waar zij domicilie houden. De Commissie heeft in 2001 over deze problemen een mededeling gepubliceerd (3) en doet momenteel onderzoek naar de verenigbaarheid van de voorschriften in een aantal lidstaten met de Gemeenschapswetgeving.

(1)  Recentste geconsolideerde versie: Verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996 tot wijziging en bijwerking van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 - PB L 28 van 30.1.1997.

(2)  PB L 209 van 25.7.1998.

(3)  COM(2001) 214 def. van 19.4.2001.