Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3186/03 van Geoffrey Van Orden (PPE-DE) aan de Commissie. Grensoverschrijdende aankopen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3186/03 van Geoffrey Van Orden (PPE-DE) aan de Commissie. Grensoverschrijdende aankopen.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/483

Betreft:   

Grensoverschrijdende aankopen

Welke waarborgen zijn er voor consumenten die in een ander land van de EU goederen kopen waarvan later blijkt dat ze defect of gebrekkig zijn, en die vervanging of terugbetaling eisen?

Bestaan er procedures voor een snelle afhandeling van grensoverschrijdende geschillen met betrekking tot dergelijke transacties?

Zo ja, hoe en waar kunnen EU-onderdanen zich hieromtrent informeren?

De wetgeving inzake consumentenbescherming is op Europees niveau aangenomen om consumenten overal dezelfde mate van bescherming te bieden, ongeacht of ze goederen en diensten in hun eigen land dan wel in een andere lidstaat kopen. De Commissie hoopt op die manier vertrouwen op te bouwen en consumenten aan te moedigen de interne markt ten volle te benutten.

De twee belangrijkste richtlijnen om dit te bereiken zijn Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen (1) en Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (2).

Richtlijn 1999/44/EG biedt consumenten bescherming als ze defecte goederen hebben gekocht of goederen die niet in overeenstemming zijn met de overeenkomst. In deze gevallen kan de consument verlangen dat de goederen worden hersteld of dat hem nieuwe worden geleverd, hij kan een prijsvermindering bedingen of zijn geld terugvragen als binnen twee jaar na ontvangst van de goederen blijkt dat ze niet in overeenstemming zijn. De richtlijn bepaalt ook dat commerciële garanties - zoals de door de fabrikant of detailhandelaar geboden garanties - transparant moeten zijn en in duidelijke taal moeten zijn gesteld (3).

Richtlijn 97/7/EG is ingevoerd om een minimumniveau van consumentenbescherming te garanderen bij op afstand gesloten overeenkomsten. Dat zijn overeenkomsten tussen consumenten en leveranciers waarbij de partijen vóór het sluiten van de overeenkomst geen persoonlijk contact hebben gehad. Via telefoon, post, fax, televisie, internet en e-mail gesloten overeenkomsten zijn allemaal voorbeelden van op afstand gesloten overeenkomsten in de zin van de richtlijn. De richtlijn legt de leveranciers bepaalde informatieverplichtingen op en geeft de consument het recht om de op afstand gesloten overeenkomst binnen een afkoelingsperiode van ten minste zeven werkdagen (4) op te zeggen.

Hoewel er geen vaste procedures voor de snelle regeling van geschillen over grensoverschrijdende transacties bestaan, heeft de Commissie met de hulp van de lidstaten twee netwerken opgezet die mechanismen tot stand hebben gebracht om consumenten te helpen hun rechten uit te oefenen.

Sinds tien jaar helpt het netwerk van Europese bureaus voor consumentenvoorlichting de Europese consumenten beter begrijpen hoe de interne markt voor hen werkt. Het netwerk verleent ook bijstand als consumenten problemen ondervinden bij grensoverschrijdende transacties. Zo zal het Europees bureau voor consumentenvoorlichting contact opnemen met de handelaar en proberen om tot een minnelijke schikking te komen. Momenteel zijn er 15 Europese bureaus voor consumentenvoorlichting in 13 lidstaten.

Het tweede netwerk, het Europese buitengerechtelijke netwerk, werd als proef opgestart in oktober 2001. 17 infobalies (één in elke lidstaat, in IJsland en in Noorwegen) geven ontevreden consumenten informatie en steun om een zaak aanhangig te maken in het kader van een geschikt alternatief systeem voor geschillenbeslechting in een ander land. Ze volgen de zaak ook mee op.

De Commissie werkt momenteel aan een rapport over de activiteiten van het netwerk en stippelt de toekomstperspectieven uit. Dit rapport zal te zijner tijd aan het Parlement en de Raad worden voorgelegd.

Meer informatie over deze procedures is te vinden op de homepage van de Commissie (Europese bureaus voor consumentenvoorlichting (5) en Europees buitengerechtelijk netwerk (6)).

(1)  PB L 171 van 7.7.1999.

(2)  PB L 144 van 4.6.1997.

(3)  (http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/safe_shop/guarantees/index_en.htm).

(4)  (http://europa.eu.int/comm/consumers/cons_int/safe_shop/dist_sell/index_en.htm).

(5)  (http://europa.eu.int/comm/consumers/redress/compl/euroguichet/index_en.htm).

(6)  (http://europa.eu.int/comm/consumers/redress/out_of_court/index_en.htm).

Betreft:   

Ontploffende batterijen in mobiele telefoons van Nokia

Het Brusselse dagblad "La Libre Belgique" publiceerde op 16 oktober 2003 een artikel over de resultaten van een onderzoek van de Belgische consumentenorganisatie "Test-Achats" naar diverse gevallen van ontploffingen van oplaadbare batterijen van mobiele telefoons van Nokia in de afgelopen maanden.

Deze voorvallen zouden zich met name in België en Nederland hebben voorgedaan, maar er zijn ook gevallen in Zwitserland, Noorwegen en Vietnam gemeld. Volgens bovengenoemde berichtgeving zou in Nederland onlangs een mobiele telefoon in de zakken van de eigenaar zijn ontploft.

Is de Europese Commissie hiervan op de hoogte? Welke maatregelen denkt zij goed te keuren om de Europese consumenten te beschermen?

Acht zij het niet nodig onverwijld stappen te ondernemen om als voorzorgsmaatregel de verkoop van deze mobiele telefoons in de Europese Unie op te schorten?

De geachte afgevaardigde wordt verwezen naar: de antwoorden van de Commissie op de schriftelijke vragen P-3145/03 van de heer van Velzen (1) en P-3152/03 van mevrouw Plooij-Van Gorsel (2).

(1)  Zie blz. 474.

(2)  Zie blz. 476.