Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3498/03 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Iran - nucleaire activiteiten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3498/03 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Iran - nucleaire activiteiten.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/293

Betreft:   

Iran - nucleaire activiteiten

Op 10 november 2003 maakte het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) bekend dat de Iraanse regering bereid is het additionele protocol te ondertekenen waardoor de organisatie meer bevoegdheden en inspectiemogelijkheden krijgt, en beloofd heeft haar activiteiten op het gebied van de verrijking en de verwerking van uranium stop te zetten.

In het verslag van het IAEA staat dat het Iraanse regime gedurende jaren zijn researchprogramma's gedeeltelijk verborgen heeft gehouden en met alle mogelijke middelen heeft geprobeerd kernwapens te ontwikkelen, onder meer door uraniumverrijking door middel van centrifuge of lasertechniek en de productie van plutonium. Iran zou zich daarbij door vier niet nader genoemde landen hebben laten helpen.

Kan de Commissie mij meedelen:

- || of zij denkt dat Iran zich houdt aan zijn verplichtingen die voortvloeien uit de ondertekening van het Non-proliferatieverdrag voor Kernwapens?

- || Wat zij denkt van de informatie die het Iraanse regime aan het IAEA heeft doorgespeeld en of zij de controlemogelijkheden die het IAEA en Iran zijn overeengekomen voldoende acht?

- || Of zij meent dat zij meer en betere informatie nodig heeft? Of zij over aanvullende gegevens beschikt betreffende de nucleaire activiteit op Iraans grondgebied? En of zij weet welke landen met Iran hebben samengewerkt bij nucleaire programma's en of zij van plan is ten aanzien van die landen iets te ondernemen?

De gesprekken tijdens de bijeenkomst van de Raad van Beheer van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) op 26 november 2003 waren gebaseerd op het derde verslag van de directeur-generaal El Baradei. Zowel het verslag als de door de Raad van Beheer goedgekeurde resolutie bevestigden dat Iran zich in het verleden regelmatig schuldig heeft gemaakt aan het verdoezelen van informatie en andere onregelmatigheden. Tegelijkertijd werd opgemerkt dat er vooruitgang is geboekt in lopende kwesties en dat Iran recentelijk medewerking heeft verleend aan het IAEA. De Raad van Beheer was ingenomen met het bezoek van de ministers van Buitenlandse zaken van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland en de daaruit voortgekomen "Overeenkomst" van Teheran van 21 oktober 2003.

De Commissie is van mening dat het IAEA licht heeft geworpen op een aantal door Iran begane nalatigheden en overtredingen op het gebied van de tenuitvoerlegging van de splijtstofbewakingsover-eenkomst in het kader van het (nucleaire) non-proliferatieverdrag. Desondanks beseft zij dat Iran zich blijkbaar in een nieuwe en betere fase van de samenwerking met het agentschap bevindt.

De Commissie heeft geen reden om te geloven dat informatie die de directeur-generaal verzameld heeft als basis voor de discussies en de daaruit voortvloeiende resolutie van de Raad van Beheer, niet juist was. Zij stelt het op prijs dat Iran het IAEA heeft uitgenodigd relevante controlemechanismen op te zetten, een proces dat volgens de Commissie van het grootste belang is en dat op de voet gevolgd dient te worden.

De Commissie merkt op dat de directeur-generaal van het IAEA half februari 2004 nog een verslag zal uitbrengen. Zij heeft geen specifieke informatie over andere nucleaire activiteiten op Iraans grondgebied. De Commissie heeft kennis genomen van informatie dat bepaalde landen met Iran zouden hebben samengewerkt aan zijn nucleaire programma. Zij is in deze fase nog niet in de gelegenheid om in meer detail in te gaan op deze zaak, maar kijkt uit maar de resultaten van verdere onderzoeken door het IAEA.

Betreft:   

Straathonden en de Olympische spelen

Volgens het persagentschap Associated Press werden afgelopen augustus alleen al in Attica 3000 straathonden afgemaakt om de straten met het oog op de Olympische spelen van 2004 te "zuiveren". Het is reeds de derde maal dit jaar, na de feiten met nieuwjaar en in april, dat dergelijke wreedheden worden begaan.

Is de Commissie van plan iets te ondernemen om ervoor te zorgen dat de levens van huisdieren zonder baasje op de lange termijn voldoende worden beschermd in Griekenland?

De Commissie verwijst naar haar antwoord van 27 februari 2003 op schriftelijke vraag E-0177/03 van de heer Papayannakis (1) over hetzelfde onderwerp.

Ter nadere informatie van het geachte parlementslid kan de Commissie nog vermelden dat de bevoegde autoriteiten tijdens een inspectiebezoek van het Voedsel- en Veterinair Bureau aan Griekenland in september 2003 hebben medegedeeld dat er nu een officieel programma bestaat om het straathonden-probleem in Athene op een diervriendelijke wijze aan te pakken.

(1)  PB C 161 E van 10.7.2003, blz. 189.