Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3590/03 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Iberisch-Amerikaanse top - conclusies en vooruitzichten.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3590/03 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Iberisch-Amerikaanse top - conclusies en vooruitzichten.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/602

Betreft:   

Iberisch-Amerikaanse top - conclusies en vooruitzichten

De Iberisch-Amerikaanse topconferenties, die 600 miljoen mensen vertegenwoordigen, d.i. 10 à 12 % van de wereldbevolking, zijn indertijd ingesteld als forum voor politieke raadpleging en overleg en de behandeling van specifieke thema's die van gemeenschappelijk belang zijn voor Portugal, de landen van Latijns-Amerika en Spanje. Doel was een effectieve intercontinentale Iberisch-Amerikaanse Gemeenschap te creëren die Portugal en Spanje verbindt met de Portugees- en Spaanssprekende landen van Amerika, een gemeenschap die fungeert als brug tussen de Europese Unie en Latijns-Amerika.

Aan de 13de top, die plaatsvond in Santa Cruz de la Sierra op 14 en 15 november 2003, namen staatshoofden en regeringsleiders van 21 Iberische en Latijns-Amerikaanse landen deel, in aanwezigheid van de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan. Alle landen spraken zich uit voor de oprichting van een vast secretariaat, dat de toekomstige topconferenties moet voorbereiden en dat, naar het voorbeeld van andere regionale organisaties, de drijvende kracht zal worden van een nog nauwere samenwerking in de toekomst.

Volgens het Document voor Regionale Strategie - Latijns Amerika, van de Commissie, Programmering 2002-2006 (blz. 16 en 19) zal de internationale uitdaging vooral wegen op het vermogen van de landen van de regio om een grotere rol te spelen in de grote internationale fora, via een betere interne samenhang, en om bondgenootschappen aan te gaan met externe partners. Er wordt in erkend dat de Europese en communautaire hulpverlening aan Latijns-Amerika te weinig zichtbaar is en dat aanzienlijke inspanningen zullen worden gedaan om de zichtbaarheid en de publiciteit van het Europese optreden te verbeteren.

Kan de Commissie antwoord geven op de volgende vragen:

- || Over welke informatie beschikt de Commissie over het verloop en de conclusies van de Top? Welke conclusies trekt zij eruit?

- || Gelet op het historisch erfgoed van Latijns-Amerika, de overeenkomst van waarden met Europa en de taalverwantschap tussen beide groepen van landen, wilde ik de Commissie vragen op welke manier zij met de Iberisch-Amerikaanse Top wil gaan samenwerken, de participatie van Europa wil bevorderen en de banden met de regio wil aanhalen?

- || Hoe schat de Commissie het strategisch belang van een meer samenhangende en beter geïntegreerde Iberisch-Amerikaanse Gemeenschap in voor de Europese Unie? Welke maatregelen heeft de Commissie in dat opzicht genomen of is zij van plan te nemen?

- || Welke steun is de Commissie bereid toe te kennen, in het bijzonder voor de vestiging van vertegenwoordigingen, infrastructuren en voorzieningen van de Iberisch-Amerikaanse Gemeenschap op het grondgebied van de Europese Unie?

De Commissie is volledig op de hoogte van de resultaten van de 13e Iberisch-Amerikaanse top die op 15 november 2003 te Santa Cruz werd afgesloten. Het thema van de top en een aantal van de conclusies komen volledig overeen met een van de belangrijkste doelstellingen van de Commissie wat betreft haar betrekkingen met Latijns-Amerika, namelijk het bevorderen van sociale cohesie.

Op de laatste bijeenkomst van ministers van de Unie en de Groep van Rio in Vouliagmeni, stelde het lid van de Commissie dat verantwoordelijk is voor Buitenlandse Betrekkingen voor dat sociale cohesie het centrale thema zou worden van de volgende top van staatshoofden van de Unie, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied die in 2004 in Guadalajara, Mexico gehouden zal worden. Het feit dat dit thema ook het belangrijkste onderwerp van de besprekingen in Santa Cruz geweest is, beschouwt de Commissie als een aanmoediging om aan deze kwestie te blijven werken. De Commissie en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank hebben een werkgroep over sociale cohesie opgezet die maatregelen op dit gebied zou moeten voorstellen die zouden kunnen worden voorgelegd aan de staatshoofden in Mexico.

De Commissie is van mening dat de ontwikkeling van de Iberisch-Amerikaanse gemeenschap voor de Unie zeer positief is. De deelname van twee EU-lidstaten aan deze gemeenschap draagt bij aan versteviging van de betrekkingen, de dialoog en het wederzijds begrip tussen de Unie en Latijns-Amerika.

De Commissie beschouwt het opzetten van vertegenwoordigingen van de Iberisch-Amerikaanse gemeenschap als een interne aangelegenheid en zij heeft dan ook geen specifieke initiatieven op dit vlak voor ogen.

Betreft:   

EU-grenscontroles

Er bestaan aantoonbare gevallen waarin visserijproducten van niet voor de uitvoer naar de EU toegelaten fabrieksschepen uit derde landen overwegend via EER-staten in de EU worden ingevoerd. Deze invoer vormt niet alleen een economische concurrentie voor de eigen visserij, omdat zij de voor de vangst- en verwerkingshygiëne noodzakelijke investeringen kunnen besparen maar zij zijn ook vanuit het aspect van de volksgezondheid niet veilig en dus moeten zij als producten worden beschouwd die de gezondheid kunnen bedreigen.

Naar verluidt bestaat er voor de invoer van producten van dierlijke oorsprong, waartoe visserijproducten uit derde landen behoren, een omvangrijke communautaire regelgeving met vaste controleprocedures aan de grenzen.

Naar verluidt doen de instanties van de Commissie en hun medewerkers hun uiterste best om in het kader van de inspecties onregelmatigheden aan de grenzen van de Gemeenschap op te sporen.

Naar verluidt hebben de EER-staten voor visserijproducten wettelijke regelingen getroffen die overeenkomen met de EU-regelingen dan wel gelijkwaardig zijn.

Naar verluidt moeten visserijproducten die uit derde landen via EER-staten in de Gemeenschap worden ingevoerd, aan de grenzen overeenkomstig de communautaire bepalingen worden gecontroleerd.

Niettemin komen niet-EU-conforme visserijproducten in vrij grote omvang via deze grensovergangen in de communautaire economische ruimte terecht. Dit is bij de economische actoren in het noordoost Atlantisch gebied en in de Noordzee algemeen bekend.

Kan de Commissie de volgende vragen beantwoorden:

- || Hoe en in welke mate wordt de reglementaire afwikkeling van de invoer van visserijproducten aan de buitengrenzen van de EER-landen (en dus ook van de EU) door de ter zake bevoegde diensten van de Commissie gecontroleerd?

- || Welke doeltreffende mogelijkheden heeft de Commissie om afwijkingen bij de invoerbepalingen van de Gemeenschap door de EER-landen op te sporen en duurzaam te corrigeren, want deze landen zijn immers derde landen, al hebben zij een speciale status?

- || Welke mogelijkheden heeft de Commissie om de genoemde invoer van niet-EU-conforme visserijproducten via EER-landen ter bescherming van de communautaire visserij en de verbruikers te verbieden?

IJsland en Noorwegen zijn met de Unie verbonden door de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER). Beide landen hebben de Gemeenschapswetgeving inzake invoer van vis en visserijproducten uit derde landen overgenomen, zowel wat betreft invoervoorwaarden als ten aanzien van invoerprocedures. Deze EER-staten hebben een netwerk van grenscontroleposten opgericht om producten uit derde landen te controleren. Als deze vis en visserijproducten uit derde landen eenmaal ingeklaard zijn voor vrij verkeer in deze twee EER-staten, mogen zij overal binnen de interne markt gedistribueerd worden.

De inspectie en de handhaving van wetgeving in de EER-landen is in handen van de ESA, de Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsassociatie, die inspectiereizen maakt naar de EER-staten om te controleren of zij de relevante voorschriften van het Gemeenschapsrecht in acht nemen. In hoofdstuk I, punt 4, van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst wordt in verband met grenscontroleposten evenwel bepaald:

  || De controles en inspecties van grenscontroleposten hebben plaats in nauwe samenwerking tussen de Commissie van de EG en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

  || De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft het recht deel te nemen aan de inspectiebezoeken van de diensten van de Commissie aan de EG-lidstaten met betrekking tot de besluiten vermeld bij het eerste streepje onder b) van punt 5.

  || De EG-Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA organiseren gezamenlijke inspectiebezoeken voor het opstellen van een gemeenschappelijke aanbeveling met betrekking tot de besluiten vermeld bij het tweede streepje onder b) van punt 5. Alle zich in verband hiermee voordoende problemen kunnen aan het Gemengd Comité van de EER worden voorgelegd.

Bij deze inspectiereizen wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van faciliteiten en aan de toepassing van de relevante veterinaire wetgeving.

De verslagen van de ESA-inspecties worden naar de Commissie gezonden en gepubliceerd op de website van de ESA (1).

In de twee laatste ESA-verslagen van dienstreizen naar Noorwegen en IJsland is erop gewezen dat deze twee landen blijkbaar visserijproducten uit niet-goedgekeurde bronnen aanvaarden. Indien wordt vastgesteld dat sprake is van een schending van de EER-wetgeving (m.a.w. EG-wetgeving), is aan de ESA, het orgaan dat verantwoordelijk is voor de handhaving van de wetgeving in de EER-staten, om maatregelen te nemen.

(1)  (http://www.eftasurv.int/).