SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3622/03 van Stavros Xarchakos (PPE-DE) aan de Commissie. Kosten gratis onderwijs in Griekenland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3622/03 van Stavros Xarchakos (PPE-DE) aan de Commissie. Kosten gratis onderwijs in Griekenland.
27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/614
Betreft:
Kosten "gratis" onderwijs in Griekenland
Volgens een in de Griekse pers gepubliceerde studie bedragen de particuliere bestedingen voor onderwijs in Griekenland in 2002 1770000000 EUR, d.w.z. 2,8 % van de totale particuliere bestedingen en 1,2 % van het Griekse bruto nationaal product. Bij dit astronomische bedrag gaat het om uitgaven voor privéscholen en bijlessen (op de in Griekenland zeer bekende "frontistiria") in vakken die op de reguliere scholen reeds worden gegeven, maar waarvan het onderwijsniveau evenwel niet voldoende is voor leerlingen die tot de Griekse universiteiten wensen te worden toegelaten, en voor privé-onderwijs in vreemde talen op "frontistiria".
Zijn er gegevens beschikbaar over het bestaan van en het aantal "frontistiria" in de overige lidstaten van de EU? Zijn er lidstaten van de EU waar het verschijnsel "frontistiria" net zo wijd verbreid is en de particuliere uitgaven per hoofd van de bevolking voor ondersteunend onderwijs net zo hoog als in Griekenland? Beschikt de Commisie over gegevens over de toename van dit verschijnsel in Griekenland gedurende de afgelopen twee decennia (een verschijnsel dat zeer zwaar drukt op het gezinsbudget van elke Griek, wiens inkomen het laagste in Europa is en met hangen en wurgen 67 % van het communautair gemiddelde bedraagt)?
De Commissie zal het budgetonderzoek van Eurostat, dat gegevens over de bestedingen van de particuliere huishoudens voor onderwijs bevat, rechtstreeks aan het geachte parlementslid en aan het Secretariaat van het Parlement toezenden. Het meest recente onderzoek heeft betrekking op het jaar 1999. In het budgetonderzoek zijn uiteenlopende particuliere bestedingen voor onderwijs opgenomen, waaronder bestedingen voor publiek onderwijs, zoals boeken, en bestedingen voor privé-scholen en privé-onderwijs. Afzonderlijke gegevens over de bestedingen voor privé-onderwijsinstellingen zijn evenwel niet beschikbaar.
Uit de beschikbare gegevens voor 1999 blijkt dat in Griekenland de bestedingen van de particuliere huishoudens voor onderwijs 2,4 % van de totale bestedingen van de particuliere huishoudens vertegenwoordigen. Dit is het hoogste cijfer van alle lidstaten en driemaal het gemiddelde van de Unie.
De gegevens hebben betrekking op de totale bestedingen van de particuliere huishoudens voor onderwijs, maar over de bestedingen voor privé-onderwijs zijn slechts weinig gegevens beschikbaar. In Frankrijk bedraagt de markt voor privé-onderwijs ("cours particuliers") 1,4 miljard euro (0,2 % van de bestedingen van de particuliere huishoudens) en in Duitsland wordt de "Nachhilfe" geraamd op meer dan 1 miljard euro (0,1 % van de bestedingen van de particuliere huishoudens). In de hele Unie bedragen de bestedingen voor privé-onderwijs naar schatting minder dan 0,5 % van de particuliere bestedingen. In Griekenland ligt dit cijfer boven de 2 %.
Voor een correcte interpretatie zij er op gewezen dat deze cijfers niet de uitgaven van de particuliere sector in zijn geheel betreffen, waar bijvoorbeeld ook de uitgaven van particuliere bedrijven voor onderwijs en beroepsopleiding deel van uitmaken, en dat ze geen indicatie geven van de bestedingen voor onderwijs en beroepsopleiding in verhouding tot het bruto binnenlands product (BBP). In haar mededeling van januari 2003 "Efficiënt investeren in onderwijs en beroepsopleiding: een dwingende noodzaak voor Europa heeft de Commissie het thema investeren in onderwijs en beroepsopleiding geanalyseerd" (1). Deze mededeling bevat gedetailleerde informatie over de totale omvang van de investeringen in de lidstaten, zowel van de openbare als van de particuliere sector.
De Commissie beschikt niet over gedetailleerde gegevens over het aantal "Frondistiria" in de overige lidstaten. De beschikbare gegevens voor Griekenland tonen aan dat het belang van "Frondistiria" het laatste decennium is toegenomen. Dit moet tevens worden gezien in het licht van het hogere slagingspercentage in het hoger secundair en tertiair onderwijs.
De gegevens van Eurostat wijzen erop dat de bestedingen van de particuliere huishoudens in Griekenland in absolute termen meer dan verdubbeld zijn tussen 1988 en 1999. In verhouding tot de uitgaven van de huishoudens zijn ze tussen 1988 tot 1999 met 50 % gestegen (van 1,6 tot 2,4 %). Bovendien blijkt uit de gegevens in de Griekse pers m.b.t. de particuliere bestedingen voor onderwijs in 2002 dat dit cijfer na 1999 waarschijnlijk nog is gestegen.
(1) COM(2002) 779 def.
Betreft:
Openstellen van de arbeidsmarkten in de lidstaten
In het toetredingsverdrag met de kandidaat-lidstaten zijn overgangsmaatregelen afgesproken voor de toegang van de EU-burgers uit de nieuwe lidstaten tot de arbeidsmarkt van de huidige lidstaten.
De lidstaten hebben de mogelijkheid hun eigen arbeidsmarkt eerder open te stellen dan afgesproken.
Dit kan leiden tot zeer uiteenlopende situaties van lidstaat tot lidstaat, hetgeen voor ondernemingen concurrentieverstorende gevolgen kan hebben.
Meent de Commissie niet dat enige coördinatie van de houding van de lidstaten terzake wenselijk is? Is de Commissie van plan om in deze een coördinerende taak op zich te nemen?
Op grond van de overgangsregeling die overeengekomen werd in het toetredingsverdrag geldt de eerste twee jaar na toetreding van de nieuwe lidstaten geen vrij verkeer van werknemers volgens communautair recht, en de toegang tot de arbeidsmarkt van de huidige lidstaten zal afhangen van hun nationale wetgeving en beleid en van hun eventuele bilaterale afspraken met de nieuwe lidstaten. Dit betekent dat tijdens de overgangsperiode EU-burgers uit de nieuwe lidstaten die elders in de EU willen werken een werkvergunning nodig hebben, afhankelijk van het EU-land waar zij willen werken. Sommige van de huidige lidstaten hebben aangegeven dat zij van plan zijn hun arbeidsmarkt volledig open te stellen voor werknemers uit alle nieuwe lidstaten. Andere willen de toegang enigszins beperken al naargelang de betrokken lidstaat. Deze overgangsregeling geldt niet voor Cyprus en Malta.
De Commissie is van mening dat deze regeling de huidige lidstaten de mogelijkheid biedt de bepalingen die momenteel van kracht zijn voor elk van de nieuwe lidstaten te blijven toepassen. Eventuele verstoring van de mededinging zal de huidige situatie in dit opzicht niet verergeren. Op grond van het toetredingsverdrag moet de Commissie aan het eind van de periode van twee jaar na de datum van toetreding aan de Raad verslag uitbrengen over deze overgangsregeling.
De Commissie denkt dat een tijdige mededeling van de huidige lidstaten over hun besluiten ten aanzien van de geldende nationale wetgeving de burgers van zowel de huidige als de nieuwe lidstaten zou helpen om beter te begrijpen welke gevolgen de uitbreiding op dit gebied heeft. De Commissie zal nauwlettend toezien op de tenuitvoerlegging van het toetredingsverdrag op dit gebied.