Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3899/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Vergadering van de gemengde commissie Europese Unie - Democratische Volksrepubliek Laos.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3899/03 van Olivier Dupuis (NI) aan de Commissie. Vergadering van de gemengde commissie Europese Unie - Democratische Volksrepubliek Laos.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/670

Betreft:   

Vergadering van de gemengde commissie Europese Unie - Democratische Volksrepubliek Laos

Artikel 14 van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en Laos bepaalt dat de gemengde commissie normalerwijze om de twee jaar bijeenkomt, afwisselend in Vientiane en Brussel, op een datum die in onderling overleg vastgesteld wordt, en dat er na afspraak tussen de partijen buitengewone vergaderingen kunnen plaatsvinden. Volgens goed ingelichte bronnen is, ondanks de regel, de vergadering die normalerwijze in november van dit jaar had moeten plaatsvinden, niet doorgegaan, omdat minstens één van de partijen van oordeel was dat er geen belangrijke en dringende onderwerpen te bespreken waren.

Vindt de Commissie niet dat de praktijk van "verdwijningen onder dwang" van tegenstanders van het regime, bijvoorbeeld die van de vijf studentenleiders van de beweging van de 26ste oktober 1999, de gevangenhouding van Latsamy Khamphoui, een vroegere minister van de Democratische Volksrepubliek Laos, sinds meer dan dertien jaar, en van Feng Sackchittaphong, een gewezen hoge ambtenaar van het Ministerie van Justitie, in het strafkamp "nummer 7" omdat ze een open brief met kritiek op de hoogste Laotiaanse autoriteiten gepubliceerd hebben, de wrede onderdrukking van de Hmong-bevolking en de christelijke gemeenschappen in Laos, de aanhouding en veroordeling van twee Europese journalisten, hun Laotiaans-Amerikaanse tolk en drie Laotianen in een schijnproces in de zomer van dit jaar, de wijd verspreide corruptie, het uitblijven van hervorming van het gerechtelijk apparaat dat volledig in dienst van de eenheidspartij staat, de algemeen verspreide folterpraktijken, de betrokkenheid van hoge ambtsdragers van het regiem in allerlei vormen van sluikhandel (kostbare houtsoorten, verdovende middelen, edelstenen .) en meer in het algemeen de afwezigheid van de vrijheid van meningsuiting, van vereniging, godsdienst en andere fundamentele vrijheden, die principieel aan de grondslag van de samenwerking tussen de Europese Unie en Laos liggen - vindt de Commissie niet dat het voldoende belangrijke en dringende problemen zijn die de bijeenkomst van de gemengde commissie kunnen rechtvaardigen? Is de Commissie bovendien niet van mening dat de Europese Unie in haar betrekkingen met de Democratische Volksrepubliek Laos veel meer aandacht moet besteden aan problemen als degene die ik genoemd heb, en waar het Europees Parlement al meermaals zijn oordeel over te kennen gegeven heeft?

De derde vergadering van de gemengde commissie tussen de EU en de Democratische Volksrepubliek Laos vond op 7 januari 2004 in Vientiane (Laos) plaats. Dit was enigszins later dan de bedoeling was doordat de vergadering niet eerder gepland kon worden.

Naast gesprekken over een aantal thema's die onder de samenwerkingsovereenkomst vallen, waaronder bestuur en mensenrechten, kwamen beide partijen overeen een informele werkgroep op te richten met betrekking tot "Samenwerking op het gebied van institutionele opbouw en bestuurlijke hervormingen, bestuur en mensenrechten", die regelmatig bijeen zal komen. Hierdoor kunnen de Commissie en de regering van Laos aantonen dat zij zich actief inzetten voor de uitvoering van hetgeen in het hoofdstuk mensenrechten van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en Laos is vastgelegd.