Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3910/03 van Amalia Sartori (PPE-DE) aan de Commissie. Ongevallen thuis - arbeidsplaats.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3910/03 van Amalia Sartori (PPE-DE) aan de Commissie. Ongevallen thuis - arbeidsplaats.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/671

Betreft:   

Ongelijke behandeling op het gebied van bankkredieten met betrekking tot de niet-betaalde schulden van de Italiaanse Partij van linkse democraten

In 1996 is de Italiaanse Partij van linkse democraten gestart met een project voor de sanering van haar fondsen door middel van de Beta Immobiliare, een vennootschap die in 1995 werd opgericht met het oog op "de aankoop, de bouw, het beheer, de ruil en de verkoop van vastgoed en vastgoedrechten van onverschillig welke aard of soort". Om dat doel te bereiken werden door de lokale federaties van de DS-partij aan Beta Immobiliare een aanzienlijk aantal onroerende goederen toevertrouwd, waarvan de verkoop de nodige gelden moest opleveren om de deficitaire begroting te saneren. Dat "terugkeerprogramma" is echter mislukt. Eén van de kredietverlenende banken is de Monte dei Paschi van Siena, die de partij vier leningen heeft toegestaan waarvan niet minder dan 27 termijnen niet werden terugbetaald. Het gaat om een schuld van verschillende miljoenen euro. Hoewel het om een reusachtig bedrag gaat, schijnen de leiders van de bank van Siena de niet-betaalde kredieten niet te willen terugvorderen. Ook de toezichthoudende organen van de Banca d'Italia hebben in de zaak niets ondernomen. Bovendien heeft DS-secretaris Fassino onlangs, om het hoofd te bieden aan de situatie, gevraagd dat 50 % van de schuld wordt kwijtgescholden. Hoewel dat voorstel nog niet formeel is aanvaard, laten de banken die mogelijkheid zonder enige twijfel open.

Kan de Commissie, in het licht van wat voorafgaat, de volgende vragen beantwoorden:

1. || Het is gebruikelijk dat banken een klant al vanaf de tweede keer dat hij een termijn niet betaalt, in gebreke stellen. In dit geval werd echter geen enkele maatregel genomen. Meent de Commissie niet dat het principe van de gelijke behandeling van consumenten in dit geval wordt geschonden doordat machtsorganen een voorkeurbehandeling krijgen terwijl particuliere burgers hoge verwijlintresten moeten betalen, de kosten van elke bankverrichting moeten betalen en alle financiële gevolgen van een eventuele betalingsachterstand moeten dragen?

2. || Kan de Commissie meer informatie geven over de Europese regelgeving voor de banken en meer bepaald over de bescherming van de consumenten tegenover de kredietinstellingen?

3. || Kan deze situatie worden beschouwd als een "buitensporige schuldenlast" waarover het Economisch en Sociaal Comité zich in zijn adviezen herhaaldelijk heeft uitgesproken en waartegen het de Commissie al vaak heeft verzocht op te treden?

De zaken die door het geachte parlementslid aan de orde worden gesteld vallen niet onder de bevoegdheid van de Gemeenschap.

Aangezien de betrokken partijen geen natuurlijke personen zijn die handelen voor doeleinden buiten hun bedrijf of beroep, zijn de communautaire bepalingen met betrekking tot consumentenbescherming waarnaar het geachte parlementslid verwijst niet van toepassing.

Betreft:   

Ongevallen thuis - arbeidsplaats

Het aantal ongevallen thuis is niet alleen in Italië maar ook in de rest van de wereld op onrustbarende wijze gestegen.

Uit de beschikbare statistieken blijkt dat meer dan drie miljoen mensen jaarlijks het slachtoffer worden van een ongeval thuis; meer dan zevenduizend ongelukken kennen een dodelijke afloop. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is dit soort ongevallen, dat elke leeftijdsgroep treft, in de industrielanden de voornaamste doodsoorzaak van kinderen, ook al zijn de huisvrouwen de zwaarst getroffen groep.

De oorzaken van dergelijke ongevallen zijn veelvoudig. Een deel ervan wordt veroorzaakt door verstrooidheid, onachtzaamheid, geringe kennis en/of niet-naleving van de veiligheidsnormen, de aanwezigheid in huis van gevaarlijke apparaten of chemische stoffen, maar ook, en misschien vooral, het niet voldoende op de hoogte zijn van veiligheid en preventie.

Aangezien de huisvrouwen deel uitmaken van een groep werknemers die vaak niet naar behoren worden beschermd, zou het een goede oplossing kunnen zijn de huiselijke omgeving als "arbeidsplaats" aan te merken, hetgeen niet het geval is in richtlijn 98/24/EG (1) van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk.

In de Italiaanse wet nr. 493 van 3 december 1999 (regels voor de bescherming van de gezondheid in huis en invoering van een verzekering tegen ongevallen thuis) (2) wordt de huiselijke omgeving gelijkgesteld met de arbeidsplaats.

Wat denkt de Commissie in dit opzicht te ondernemen?

Vindt de Commissie het wenselijk maatregelen ten behoeve van de huisvrouwen te treffen naar het voorbeeld van de Italiaanse wetgeving?

De Commissie deelt de zorg van de geachte afgevaardigde met betrekking tot het aantal ongevallen thuis.

De bescherming van werknemers op de arbeidsplaats wordt geregeld bij Kaderrichtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (3) en door de daaruit voortvloeiende 17 bijzondere richtlijnen in de zin van artikel 16, lid 1 van voornoemde kaderrichtlijn. Volgens artikel 3 van Richtlijn 89/391/EEG wordt onder werknemer verstaan: "iedere persoon die door een werkgever wordt tewerkgesteld, alsmede stagiairs en leerlingen, met uitzondering van huispersoneel". Aangezien huisvrouwen niet door een werkgever worden tewerkgesteld, zoals beschreven in richtlijn 89/391/EEG, vallen zij buiten de toepassingssfeer van deze richtlijn, evenals van de bijzondere richtlijnen en met name van de door de geachte afgevaardigde genoemde richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk (4).

Uiteraard hebben de lidstaten de mogelijkheid om specifieke bepalingen aan te nemen met het oog op de bescherming van huisvrouwen tegen gezondheids- en veiligheidsrisico's. Het voorbeeld dat de geachte afgevaardigde beschreef, te weten de Italiaanse wet nr. 493 van 3 december 1999, getiteld "normen voor de bescherming van de gezondheid in de woning en instelling van een verzekering tegen ongevallen thuis", is in dat opzicht zeer belangwekkend en zou andere lidstaten tot voorbeeld kunnen dienen.

Aangezien de communautaire wetgeving inzake de bescherming van de gezondheid en de veiligheid is gebaseerd op artikel 137 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dat op dit gebied slechts voorziet in de aanneming van minimumvoorschriften voor de bescherming van werknemers, is de Commissie evenwel niet voornemens specifieke maatregelen te treffen op het communautaire vlak om de huiselijke omgeving als werkplek te beschouwen.

(1)  PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11.

(2)  Gepubliceerd in het Italiaanse Publicatieblad nr. 303 van 28 december 1999.

(3)  PB L 183 van 29.6.1989.

(4)  PB L 131 van 5.5.1998.