Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3943/03 van Daniel Cohn-Bendit (Verts/ALE) aan de Commissie. Tijdelijke wet inzake nationaliteit en toegang tot Israël.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3943/03 van Daniel Cohn-Bendit (Verts/ALE) aan de Commissie. Tijdelijke wet inzake nationaliteit en toegang tot Israël.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/676

Betreft:   

Door de Commissie meegefinancierde projecten in het kader van het nationale waterbeheerprogramma

Het Spaanse Ministerie van Milieu publiceert regelmatig cijfers over het aantal projecten van het nationale waterbeheerprogramma (NWP) en bijlage II van de betreffende wet (889 werken en projecten) die reeds door de Europese Unie worden gefinancierd. Het DG Regionaal beleid heeft echter op alle vragen en verzoeken om informatie terzake geantwoord dat het niet over referenties met betrekking tot de werken in het kader van het NWP beschikt, aangezien de verzoeken om financiering worden ingediend zonder expliciete verwijzingen naar het NWP en met vermelding van verwijzingen die niet overeenkomen met de afkortingen van de wet inzake het NWP. Dit is een zorgwekkende situatie, vooral gezien de gecombineerde en synergetische milieueffecten van de verschillende werken.

Kan de Commissie een verslag over de medefinanciering opstellen en daarbij verwijzen naar elk project van het NWP?

Moet het DG Regionaal beleid de Spaanse regering niet verzoeken vanaf nu elk in de wet inzake het NWP opgenomen project met een expliciete verwijzing naar dit project te identificeren om de follow-up van deze projecten te vergemakkelijken?

De Commissie verwijst het geachte parlementslid naar haar antwoord op vraag E-2288/01.

Hierbij moet worden opgemerkt dat in bijlage II bij Spaanse wet 10/2001 inzake het nationale waterbeheerprogramma (NWP), waarnaar het geachte parlementslid verwijst, een lijst van investeringen is opgenomen die honderden projecten bevat. De Spaanse autoriteiten hebben een aantal van deze projecten ingediend voor financiering in het kader van de financieringsinstrumenten en de programmeringsdocumenten die in het bovengenoemde antwoord zijn opgesomd, maar, aangezien dit niet vereist is, hebben ze daarbij niet vermeld of die projecten tot het NWP behoren.

Betreft:   

Tijdelijke wet inzake nationaliteit en toegang tot Israël

Dat de sociale, politieke en economische status van de Arabische minderheid in Israël dringend verandering behoeft, is algemeen bekend. Op dit moment, nu de patstelling bij de uitvoering van het routeschema onoverkomelijk lijkt, moet men zich binnen de Israëlische samenleving nog sterker inspannen voor een werkelijke verzoening tussen alle groepen die tot die samenleving behoren, bij wijze van eerste stap naar hervatting van het vredesproces.

Helaas heeft de Knesset op 31 juli 2003 de tijdelijke wet inzake nationaliteit en toegang tot Israël aangenomen, op grond waarvan Palestijnen van de Westoever/Gazastrook, die met Israëlische staatsburgers zijn gehuwd, niet in aanmerking kunnen komen voor ingezetenschap of permanent of tijdelijk verblijf in Israël. Deze wet verbiedt ingezetenen van de Bezette Gebieden die met een Israëlisch staatsburger of een Palestijnse ingezetene in Israël zijn gehuwd, om legaal met hun partner in Israël te verblijven. Voorts beoogt deze wetgeving gezinshereniging te beletten en geldt zij ook nog met terugwerkende kracht, waardoor tienduizenden paren worden getroffen. Door uitvoering van deze wet zullen bijna 22000 gezinnen worden gescheiden.

Deze wet vormt een rechtstreekse discriminatie tegen Arabische burgers van Israël, omdat de Israëlis die met ingezetenen van de Bezette Gebieden zijn gehuwd, in meerderheid tot de Palestijnse minderheid in Israël behoren. Daarom is de wet in strijd met vele internationale mensenrechtenverdragen waarbij Israël partij is, met name artikel 5 van het Internationaal verdrag van 7 maart 1966 inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie dat Israël in 1979 heeft geratificeerd.

Is de Commissie niet van oordeel dat deze wet in strijd is met artikel 2 van het Associatieverdrag tussen EU en Israël? Welke stappen wil de Commissie ondernemen om de bevoegde Israëlische autoriteiten ertoe te bewegen deze wet af te schaffen of niet tot uitvoer te brengen?

Het is de Commissie bekend dat de Knesset in juli 2003 de tijdelijke wet inzake nationaliteit en toegang tot Israël heeft goedgekeurd. De Commissie is van mening dat deze wet aanleiding tot bezorgdheid geeft in verband met een potentiële discriminatie op het uiterst gevoelige gebied van het familierecht. De Commissie heeft haar bezorgdheid in Israël al tot uitdrukking gebracht en volgt de ontwikkelingen bij de praktische toepassing van deze wet op de voet. Verder volgt zij aandachtig de opmerkingen die terzake geformuleerd zijn door de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties en de Commissie inzake eliminatie van alle vormen van rassendiscriminatie. Overeenkomstig de Associatieovereenkomst EU-Israël is de eerbiediging van de mensenrechten door Israël een wezenlijk element van de betrekkingen van Israël met de Europese Unie. Mensrechtenvraagstukken worden besproken in het kader van de door de Associatieovereenkomst ingestelde politieke dialoog tussen de Unie en Israël.

(1)  PB L 106 van 17.4.2001.

Betreft:   

Genetisch gemanipuleerde gloeivisjes

Het amerikaans bedrijf Yorktown Technologies start maandag 5 januari de verkoop van het eerste gemanipuleerde huisdier. Onder de naam GlowFish is een zebravisje genetisch gemanipuleerd. Een groen fluorescerend gen uit een kwal en een rood fluorescerend gen uit een zee-anemoon zorgt ervoor dat het zebravisje groen of rood opgloeit onder ultraviolet licht in een donkere omgeving. De GlowFish werd oorspronkelijk in Singapore ontwikkeld om te dienen als indicator voor toxische stoffen in water: bij contact met giftige stoffen gloeit het visje rood op. Nu dreigt het transgene zebravisje een gewild huisdiertje te worden, voor de prijs van 5 dollar.

Is de Europese Commissie ook van mening dat het genetisch manipuleren van deze visjes in strijd is met het Protocol betreffende de bescherming en het welzijn van dieren, zoals opgenomen in het Verdrag van Amsterdam (1997)?

Welke stappen is de Europese Commissie van plan te ondernemen tegen de import naar en de verkoop binnen de Europese Unie, conform het vigerende moratorium met betrekking tot GMO-producten?

Wat het aspect dierenwelzijn van deze vraag betreft, beschikt de Commissie niet over informatie waaruit blijkt dat de genetische modificatie ten koste gaat van het algemene welzijn van deze dieren wanneer ze als huisdier in een aquarium worden gehouden.

Er bestaan geen communautaire regels inzake dierenwelzijn die van toepassing zijn op vissen die als huisdier worden gehouden. Dit valt dan ook volledig onder de bevoegdheid van de lidstaten.

Wat de invoer en de commerciële exploitatie van deze genetische gemodificeerde vissen op het grondgebied van de Gemeenschap betreft, herinnert de Commissie eraan dat, overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu (1), geen enkel genetisch gemodificeerd organisme (GGO) in de Gemeenschap in de handel mag worden gebracht als hiervoor niet vooraf toestemming is verkregen overeenkomstig deel C van de richtlijn. Deze toestemming wordt verleend nadat geval per geval is nagegaan welke risico's dit GGO inhoudt voor de volksgezondheid en het milieu. Tot op heden is geen vergunning aangevraagd om het organisme in kwestie bij wijze van experiment of om commerciële redenen in het milieu te introduceren.

(1)  PB L 106 van 17.4.2001.