Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3960/03 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Angola - reïntegratie van ex-militairen en ontwapening van burgers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3960/03 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Angola - reïntegratie van ex-militairen en ontwapening van burgers.

27.3.2004 || NL || Publicatieblad van de Europese Unie || C NaN/678

Betreft:   

Specificaties voor het ontwerp van rolstoelen

Kan de Commissie mededelen of er een Europese norm bestaat voor de specificaties voor het ontwerp van rolstoelen?

Rolstoelen zijn medische hulpmiddelen en vallen als zodanig binnen de werkingssfeer van Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (1).

De volgende Europese normen zijn van toepassing op rolstoelen.

Als die zijn aangehouden, is aannemelijk gemaakt dat aan de betreffende essentiële eisen is voldaan.

- || EN 12183: 1999 (herzien), over handbewogen rolstoelen - eisen en beproevingsmethoden;

- || EN 12184: 1999 (herzien), over elektrisch aangedreven rolstoelen, scootmobielen en bijbehorende laadapparaten - eisen en beproevingsmethoden;

- || EN 12182, over technische hulpmiddelen voor gehandicapten - algemene eisen en beproevingsmethoden.

Op grond van de vereisten in de richtlijn dient technische documentatie met specificaties over het ontwerp beschikbaar te zijn.

(1)  PB L 323 van 26.11.1997.

Betreft:   

Angola - reïntegratie van ex-militairen en ontwapening van burgers

Volgens een communiqué van het Vast Comité van UNITA, in reguliere vergadering bijeen van 31 oktober t/m 2 november 2003 om de interne situatie in de partij en de politieke, sociale en economische situatie van Angola onder de loep te nemen, is het aantal gevallen van intimidatie en geweld jegens ex-militairen van de FALA en burgers met UNITA-sympathieën de laatste tijd toegenomen. De verwoesting van dorpen en de gedwongen verplaatsing van gemeenschappen van de oevers van de Quembo-rivier (provincie Kuando Kubango) naar bepaalde zones van Lupiri (nog steeds niet ontmijnd) zijn daar slechts een paar voorbeelden van.

Het Vast Comité betreurt en veroordeelt het geweld en de intimidatie en doet een beroep op de regering om ervoor te zorgen dat ze ophouden. Het betreurt eveneens dat het bilateraal mechanisme voor de behandeling van dit soort incidenten, waartoe in het Memorandum van Luena was besloten nooit heeft gefunctioneerd.

In het communiqué wordt ook een oproep gedaan tot de President van de Republiek om de vrede tussen de Angolezen te herstellen, onder meer via de ontwapening van de burgerbevolking en de ontbinding van de organisatie van civiele bescherming ODC, waarvan het bestaan indruist tegen de grondwet van het land.

Kan de Commissie mij op de volgende vragen antwoorden:

- || Over welke informatie beschikt de Commissie omtrent deze feiten? Meent zij dat de gebeurtenissen gevolgen kunnen hebben voor het aan de gang zijnde institutioneel consolidatieproces en de pacificatie van het land?

- || Hoe beoordeelt de Commissie de stand van uitvoering van de concrete punten van het Memorandum waarin deze materie wordt geregeld, met name het functioneren van de instrumenten die daarvoor in het leven waren geroepen of andere die ervoor in de plaats zijn gekomen, alsook de bereikte resultaten?

- || Welke maatregelen heeft de Commissie genomen of is zij van plan te nemen om aan de hierboven beschreven situatie het hoofd te bieden, als zou blijken dat zij zich inderdaad voordoet? Op welke manier kan de EU de Angolese autoriteiten ertoe overhalen om hun "strijd" toe te spitsen op dit soort gebeurtenissen en alles in het werk te stellen om het hierboven genoemde mechanisme effectief te laten functioneren?

- || Hoe beoordeelt zij de huidige stand van de ontwapening van de burgerbevolking en de invloed van de ODC? Zijn zij mogelijke factoren van destabilisatie?

De Commissie is op de hoogte van het communiqué van het Vast Comité van UNITA en van een artikel van Terra Angolana van UNITA over de kwestie. Het is moeilijk verdere informatie te vinden die deze beweringen staaft, maar het kan niet worden uitgesloten dat dergelijke feiten hebben plaatsgevonden en dat de regering haar uiterste best zou moeten doen om dit te voorkomen. Volgens de weinige informatie die beschikbaar is, zou het gaan om geïsoleerde incidenten die geen wezenlijke bedreiging vormen voor de consolidering van het vredesproces.

Meer algemeen gaat het om de naleving van de mensenrechten, wat één van de agendapunten zal zijn van de gestructureerde politieke dialoog tussen de EU en Angola, die op 3 december 2003 formeel werd geopend. Voorts heeft de Commissie Angola uitgeroepen tot een prioritair land in het kader van het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten. Ten slotte hebben de Verenigde Naties (VN) een specifiek mandaat om mensenrechtenkwesties te behandelen, en hebben zij een kantoor in Luanda.

In verband met de werking en de mechanismen van het memorandum van overeenstemming is de Commissie van mening dat de trojka en de VN als officiële getuigen bij het document een prominente rol spelen en de partijen zouden moeten zijn tot wie men zich moet richten in geval van conflict of schending van de overeenkomst of ingeval de ondertekenende partijen beweerdelijk de overeenkomst niet hebben nageleefd.

In verband met de situatie van de gedemobiliseerde soldaten en hun families is de Wereldbank, die samenwerkt met de regering die zij bijstand verleent via het Angolese demobilisatie- en reïntegratieprogramma (ADRP) (waaraan de Commissie deelneemt met een deel van haar bijdrage van 20 miljoen euro voor het trustfonds van meerdere donoren voor het gebied van de Grote Meren), van mening dat het demobilisatieproces voldoening schenkt. Met het ADRP is een aanvang gemaakt en verwacht wordt dat binnenkort specifieke maatregelen voor de reïntegratie van de gedemobiliseerden worden getroffen (inmiddels zouden bijna alle gedemobiliseerde soldaten moeten zijn teruggekeerd of opnieuw gevestigd, en zij worden nu gereïntegreerd). Het vestigingsproces is niet zonder tekortkomingen en in veel vestigings-gebieden is niet gezorgd voor minimumvoorzieningen, waarbij dan nog het probleem van de landmijnen komt. De ontmijningsprogramma's van de Commissie (de lopende en de geplande) en de activiteiten van het Europees Bureau voor humanitaire hulp (ECHO) proberen deze kwesties rechtstreeks aan te pakken.

Terwijl het vredesproces vooruitgang blijft boeken, kunnen de moeilijke levensomstandigheden van de mensen ertoe leiden dat de misdaadcijfers in de toekomst blijven stijgen. In deze context vormen de grote hoeveelheden kleine en lichte wapens een probleem dat de stabilisering weliswaar niet in gevaar brengt maar toch ernstig is en aangepakt moet worden. De regering lijkt de ontwapening van de burgers steeds meer als een prioriteit te beschouwen en heeft in dit verband een aantal (geïsoleerde) maatregelen getroffen. Het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties is bereid de regering bij te staan met een specifiek programma.

Betreft:   

Reclamecampagne in Griekenland met geld van het communautair bestek

In Griekenland wordt helaas nog altijd regeringspropaganda bedreven met middelen van het communautair bestek; dit gebeurt in de vorm van reclamespotjes op de televisie en advertenties in de geschreven pers. De spotjes en de advertenties hebben zogenaamd tot doel de aandacht te vestigen op met name de operationele programma's van het communautair bestek, maar maken in de praktijk onderdeel uit van de reclamecampagne van de regeringspartij.

Een goed voorbeeld zijn de reclameboodschappen van het Ministerie van Volksgezondheid. Met gebruikmaking van de slogan "Een nieuw tijdperk voor de gezondheidszorg" vestigt het ministerie de aandacht op de bouw van nieuwe ziekenhuizen en de verbetering van bepaalde diensten op het vlak van de gezondheidszorg. Eén en ander wordt evenwel gepresenteerd als een succes van de regering, en de bijdrage van de EU blijft in feite onvermeld. In het televisiespotje verschijnt aan het eind en gedurende slechts enkele fracties van een seconden een heel klein vlaggetje van de Europese Unie in beeld, naast de Griekse vlag, zonder enige andere vermelding of toelichting. Ook wordt helemaal niet gesproken over het operationeel programma "Gezondheid en voorzorg", waarvan de middelen voor de genoemde werken zijn gebruikt, of over het communautair bestek. Deze reclamecampagne vindt plaats met middelen van het voorlichtingsbudget van het communautair bestek.

De door het geachte parlementslid aan de orde gestelde kwesties hebben de aandacht van de Commissie:

a) Wat de publiciteit inzake de bouw van nieuwe ziekenhuizen betreft: dit werd besproken in de marge van de vergadering van het Comité van toezicht op het derde Communautaire Bestek (CB) voor Griekenland van 17 december 2003. Er werd overeengekomen dat, ofschoon de publiciteitscampagne in kwestie uitsluitend uit nationale middelen wordt gefinancierd, de Griekse autoriteiten de tv-spot zullen aanpassen om de EU-bijdrage aan de bouw van nieuwe ziekenhuizen te vermelden.

b) Wat de periode in de aanloop naar de nationale verkiezingen betreft, werd de Commissie meegedeeld dat de nationale autoriteiten op 8 januari 2004 instructies hebben uitgevaardigd ten aanzien van voorlichting en publiciteit. Deze instructies zijn gericht tot alle ministeries en andere organen die betrokken zijn bij het beheer van de structuurfondsen, en zijn in overeenstemming met het akkoord in hoofdstuk 4.8, 3e paragraaf, van het Communautaire Bestek.