SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0205/04 van Mario Borghezio (NI) aan de Commissie. Bescherming MKB's tegen multinationals: de zaak van de Ford-concessiehouders in Italië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0205/04 van Mario Borghezio (NI) aan de Commissie. Bescherming MKB's tegen multinationals: de zaak van de Ford-concessiehouders in Italië.
3.4.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | CE 84/549 |
(2004/C 84 E/0626)
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0205/04
van Mario Borghezio (NI) aan de Commissie
(29 januari 2004)
Betreft: Bescherming MKB's tegen multinationals: de zaak van de Ford-concessiehouders in Italië
Het commercieel beleid van Ford van de laatste jaren, dat erop gericht was onder de directe controle van andere bedrijven die louter als „stroman” dienen de grootste autoverkopers te fusioneren en te concentreren, heeft voor ernstige problemen gezorgd bij de oude concessiehouders, met als pijnlijk gevolg dat tientallen MKB's van de markt zijn verdrongen.
Vindt de Commissie niet dat deze oneerlijke politiek van de multinational Ford ten aanzien van zijn concessiehouders de vrije mededinging tussen de MKB's op de automarkt in gevaar brengt en dat het werken met bedrijven die slechts in schijn „autonoom” zijn ten opzichte van het moederbedrijf de concurrentie verstoort en bijgevolg ook de belangen van de consument schaadt?
Antwoord van de heer Monti namens de Commissie
(15 maart 2004)
Zoals andere leveranciers kunnen autofabrikanten meestal zelf bepalen hoe de distributie van hun producten tot stand komt, op voorwaarde dat hun distributiesysteem geen inbreuk vormt op de artikelen 81 of 82 van het EG-Verdrag. Ze kunnen dus kiezen tussen een distributiesysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van eigen verkooppunten of een systeem op basis van autodealers die commercieel onafhankelijk zijn.
Op dit ogenblik maakt Ford in Italië gebruik van een kwantitatief selectief distributiestelsel. Zolang de in de overeenkomst voorziene opzegtermijnen worden nageleefd, kan een autofabrikant door middel van een kwantitatieve selectie het aantal dealers in zijn netwerk verminderen. Zoals duidelijk wordt gesteld in Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie(1), is een dergelijk systeem geoorloofd in het kader van artikel 81 van het EG-Verdrag, op voorwaarde dat de desbetreffende overeenkomsten geen enkele van de belangrijke mededingingsbeperkingen bevatten die zijn bepaald in artikel 4 van de bovengenoemde verordening en dat er wordt voldaan aan de in de artikelen 3 en 5 vastgestelde voorwaarden.
Bovendien is het is onwaarschijnlijk dat de beslissing van Ford om bepaalde dealers van zijn netwerk uit te sluiten en stappen te ondernemen naar een meer verticaal geïntegreerde distributiestructuur, een inbreuk vormt op artikel 82 van het EG-Verdrag, aangezien niet kan worden gesteld dat Ford een machtspositie op de Italiaanse markt bekleedt.
Wat de overnames betreft, wordt het geachte parlementslid erop gewezen dat de dealer-sector in Europa zeer versnipperd is en dat de concentratieniveaus meestal onvoldoende zijn om de communautaire fusieregels erbij te betrekken.
Derhalve heeft de Commissie geen redenen om enige actie te ondernemen in verband met de maatregel van Ford om zijn Italiaans netwerk te consolideren.