Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0224/04 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Militaria e Dintorni in Europa.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0224/04 van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie. Militaria e Dintorni in Europa.

27.3.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 78/943


(2004/C 78 E/0998)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0224/04

van Roberta Angelilli (UEN) aan de Commissie

(2 februari 2004)

Betreft: „Militaria e Dintorni in Europa”

Sedert een aantal jaren vindt in Rome een manifestatie plaats onder de naam „Militaria e Dintorni in Europa”, die door haar bijzondere karakter is uitgegroeid tot een evenement dat in Midden- en Zuid-Italië. zijn gelijke niet kent. Het initiatief voor deze expositie gaat uit van een aantal collectioneurs van militaire verzamelobjecten uit Italië en andere landen (sommige stukken zijn afkomstig uit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje, Griekenland, Polen, de Verenigde Staten en Rusland) en is bedoeld voor liefhebbers van dergelijke objecten.

Dankzij de energieke inzet van het organisatiecomité en het speciale karakter van de tentoongestelde voorwerpen, heeft deze manifestatie zich inmiddels ontwikkeld tot een waarachtig cultuurhistorisch evenement, dat zijn oorspronkelijke opzet en aard is ontgroeid. In de loop der jaren is de expositie niet alleen uniformen en documenten gaan omvatten, maar ook wapens en historisch waardevolle museumstukken (zoals o.a. de fiets van Enrico Toti, een reeks persoonlijke bezittingen van Giuseppe Mazzini, instrumenten van Guglielmo Marconi, het zwaard van Menotti Garibaldi, de decoraties van Chiaffredo Bergia en een aantal onverslijtbare collecties originele of door experts vakkundig nagemaakte soldaatjes, die zonder meer als kleinoden kunnen worden aangemerkt).

Dat deze manifestatie in de loop der tijd speciale betekenis heeft gekregen, moge voorts blijken uit het feit dat de opeenvolgende edities van de tentoonstelling hebben plaatsgevonden onder auspiciën van respectievelijk de regio Latium, de provincie Rome, de stad Rome en het XVIIIde Romeinse stadsdistrict (op het grondgebied waarvan de expositie zelf plaatsvindt). Een en ander wordt nog onderstreept door de betrokkenheid van een aantal instellingen (zoals het historisch museum van de carabinieri, het opperbevel van de Guardia di Finanza, het korps van de Romeinse verkeerspolitie en het militair korps van het Italiaanse Rode Kruis), maar ook van geschiedkundige verenigingen zoals de Garibaldini en het Museo di Mentana, en natuurlijk ook van particuliere burgers.

De voor het opzetten van dit evenement te dragen kosten (voor o.a. het afhuren van de expositieruimte, de financiering van de inrichting en alle overige organisatorische en verzekeringskosten, alsmede de uitgaven voor reclamedoeleinden) overtreffen ruimschoots de opbrengsten uit de verkoop van toegangsbiljetten en van de stands zelf.

Kan de Commissie derhalve laten weten of er voor dergelijke initiatieven wellicht mogelijkheden bestaan voor EU-subsidiëring?

Antwoord van mevrouw Reding namens de Commissie

(17 februari 2004)

De Commissie ondersteunt initiatieven op het gebied van transnationale samenwerking in de culturele sector uitsluitend in het kader en volgens de selectiecriteria van het programma Cultuur 2000, dat het enige financierings- en programmeringsinstrument voor culturele samenwerking van de Unie is.

Het programma dient ter ondersteuning van projecten die gezamenlijk geproduceerd en gefinancierd worden door ten minste drie partners uit ten minste drie aan het programma deelnemende landen.

Het geachte parlementslid kan aanvullende informatie vinden op de site (http://europa.eu.int/comm/culture/eac/index_en.html).

De Commissie is niet op de hoogte van eventuele soortgelijke door andere lidstaten ingediende projecten.