Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0335/04 van Astrid Thors (ELDR) aan de Commissie. Verlenging bedrijfsvergunning kernenergiecentrale Sosnovy Bor.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0335/04 van Astrid Thors (ELDR) aan de Commissie. Verlenging bedrijfsvergunning kernenergiecentrale Sosnovy Bor.

3.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/775


(2004/C 84 E/0872)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0335/04

van Astrid Thors (ELDR) aan de Commissie

(10 februari 2004)

Betreft: Verlenging bedrijfsvergunning kernenergiecentrale Sosnovy Bor

In het najaar van 2003 is de bedrijfsvergunning voor de kernenergieeenheid van het Tsjernobyltype in Sosnovy Bor afgelopen en er is verzocht om verlenging hiervan.

Kan de Commissie, tegen de achtergrond van de samenwerking tussen de EU en Rusland in het kader van TACIS, mededelen of de veiligheid van deze kerncentrale naar haar mening voldoet aan de internationale normen? Voldoet de instantie die de vergunning moet verlenen aan de normen die aan een dergelijk autoriteit gesteld dienen te worden? Bestaan er waarborgen dat het van de kernenergiecentrale afkomstige afval overeenkomstig de internationale verdragen wordt beheerd en behandeld?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(13 april 2004)

De kerncentrale van Sosnovy Bor heeft vier reactoren van het RBMK-type(1). Twee daarvan zijn van de eerste generatie (in gebruik genomen in 1973 en 1975) en voldoen volgens de deskundigen niet aan de internationaal erkende veiligheidsnormen. De Commissie heeft altijd aanbevolen deze reactoren en de andere reactoren van de eerste generatie in Rusland te sluiten. De Commissie en de Russische Federatie maken deel uit van een gezamenlijke werkgroep (Joint Working Group — JWG) die moet onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de Russische kernreactoren van de eerste generatie te sluiten. Het activiteitenprogramma van deze groep werd door de „Nuclear Safety and Security Group” van de groep van de acht meest geïndustrialiseerde landen (G8) onderschreven tijdens haar laatste vergadering van 4 februari 2004 in Genève.

De Russische Federatie is sinds 1996 overeenkomstsluitende partij bij het Verdrag inzake nucleaire veiligheid van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) en de overheid stelt zich overeenkomstig dat verdrag garant voor de onafhankelijkheid en het gezag van de regelgevende instantie op nucleair gebied (Gosatomnadzor).

De Russische Federatie is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en de uitvoering van haar eigen regelgevend systeem op nucleair gebied. Sinds 1994 ontvangt Gosatomnadzor in het kader van het TACIS-programma steun van een Europees consortium van Europese nationale veiligheidsinstanties. Dit consortium helpt Gosatomnadzor uit te groeien tot een sterke, onafhankelijke en vakbekwame organisatie, die aan de specifieke situatie van het land is aangepast en de grondbeginselen van het Verdrag inzake nucleaire veiligheid in acht neemt. Hierbij ligt de nadruk op de bevordering van een systeem voor de toekenning van vergunningen, de ontwikkeling van kwaliteitsborgingssystemen en de verbetering van de aan veiligheidsanalysen gestelde eisen. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van de wet- en de regelgeving, de procedures en de werkmethoden. Daarentegen ressorteert de kwestie van de onafhankelijkheid van Gosatomnadzor ten opzichte van de beheerder van de centrale en van het politieke gezag uiteraard onder de nationale autoriteit.

Hoewel de Gezamenlijke overeenkomst inzake de veiligheid van het beheer van afgewerkte splijtstoffen en de veiligheid van het beheer van radioactieve afvalstoffen van de AIEA al in januari 1999 werd ondertekend, is zij in Rusland nog steeds niet in werking getreden. In dit stadium kan dus niet worden gewaarborgd dat het afval wordt beheerd en behandeld in overeenstemmig met de internationale praktijken.