Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0525/04 van Ian Hudghton (Verts/ALE) aan de Commissie. Aardappelringrot.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0525/04 van Ian Hudghton (Verts/ALE) aan de Commissie. Aardappelringrot.

3.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/805


(2004/C 84 E/0900)

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0525/04

van Ian Hudghton (Verts/ALE) aan de Commissie

(17 februari 2004)

Betreft: Aardappelringrot

De Commissie is er zeker van op de hoogte dat de recente uitbraak van aardappelringrot in Wales tot ernstige bezorgdheid heeft geleid bij de aardappelproducenten in andere delen van het Verenigd Koninkrijk, onder meer ook in mijn eigen kiesdistrict, Schotland. De Commissie weet misschien ook dat de landbouwersvakbond in Schotland samen met de collega's uit Ierland maatregelen wil nemen om de verspreiding van deze ziekte naar de eigen teelten tegen te gaan door het instellen van „gezonde regio's”. Op deze manier zouden Schotland, Noord-Ierland en de Republiek Ierland officieel als ringrotvrije regio's kunnen worden aangemerkt en kan een verbod worden opgelegd op import van zaden uit regio's die niet als zodanig zijn aangemerkt. Met deze strategie wordt een dubbel doel bereikt: de verspreiding van de ziekte wordt tegengehouden en er wordt gegarandeerd dat de ringrotvrije regio's gezonde aardappelen kunnen produceren.

Stemt de Commissie ermee in dat de maatregelen die worden voorgesteld door de landbouwers van Schotland en Ierland zouden helpen om de verspreiding van deze ziekte te voorkomen en wat moet er worden gedaan op EU-niveau, alsook op nationaal of regionaal niveau om deze doelstellingen te bereiken?

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(12 maart 2004)

De Commissie is wel degelijk op de hoogte van het geval van aardappelringrot waarnaar het geachte parlementslid verwijst. Zij volgt de situatie zeer aandachtig en ontvangt van de bevoegde Britse autoriteiten regelmatig informatie over hoe de zaak zich verder ontwikkelt. Wat betreft de voorstellen die door de Schotse en Ierse landbouwers zijn gedaan, wijst de Commissie erop dat de Unie reeds consequente fytosanitaire wetgeving heeft ontwikkeld om te voorkomen dat de ziekte op haar grondgebied uitbreekt of om ze te beheersen indien zij zich voordoet. De Gemeenschapswetgeving omvat immers enerzijds Richtlijn 2000/29/EG(1), waarin de fytosanitaire bepalingen betreffende het binnenbrengen en het verkeer van planten en plantaardige producten, en met name van aardappelen, in de Unie worden vastgesteld, en anderzijds Richtlijn 93/85/EEG(2). De laatstgenoemde richtlijn betreft de beheersing van aardappelringrot en bevat een pakket zeer gedetailleerde technische maatregelen om het optreden van de ziekte te voorkomen en om ze te beheersen. De richtlijn heeft tot doel te garanderen dat geen enkele verplaatsing van aardappelen mogelijk is indien deze niet aan de fytosanitaire eisen voldoen, dat wil zeggen, voor pootaardappelen, vrij zijn van aardappelringrot en vergezeld gaan van een fytosanitair paspoort waaruit dit blijkt, en voor consumptieaardappelen, dat de producent of de organisatie die de aardappelen verpakt, officieel geregistreerd is. De Commissie ziet dan ook niet in welke aanvullende maatregelen zouden kunnen worden genomen. Overigens voorziet de internemarktregeling op fytosanitair gebied niet in verbodsmaat-regelen inzake verplaatsing binnen de Gemeenschap aangezien er geharmoniseerde technische maatregelen zijn.