Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0868/04 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Grote gezinnen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0868/04 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Grote gezinnen.

8.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 88/238


(2004/C 88 E/0241)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0868/04

van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie

(22 maart 2004)

Betreft: Grote gezinnen

In haar jongste verslag voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad „Lissabon waarmaken — hervormingen voor de uitgebreide Unie”(1), schrijft de Europese Commissie in het hoofdstuk betreffende de versterking van de sociale cohesie — punt 2.4.1) het volgende: „Dit verschijnsel (van de armoede) hangt vooral samen met de werkloosheid, aangezien 38 % van de werklozen ermee te maken krijgt. Het treft ook grote gezinnen, alleenstaande oudere vrouwen en eenoudergezinnen (waarvan 71 % vrouwen).”

De Europese Raad heeft zich ten doel gesteld een krachtige impuls te geven aan de terugdringing van de armoede voor 2010. Bovendien heeft de Commissie in die zin aangedrongen op nationale strategieën van sociale integratie (cf. verslag over de sociale integratie, waarin de bevindingen van de studie van de nationale actieplannen voor sociale integratie (2003-2005) zijn samengevat(2)). Hierin staat o.m. dat personen die deel uitmaken van grote gezinnen met drie of meer kinderen ten laste, bijzonder blootgesteld zijn aan het armoederisico, met vooral in Ierland, Italië, Spanje en Portugal hoge percentages, namelijk tussen 34 % en 49 %, tegen een algemeen EU-gemiddelde van 27 %.

Kan de Commissie mij antwoorden op de volgende vragen:

welke maatregelen heeft de Commissie aan de lidstaten voorgesteld om het hoofd te bieden aan de buitengewoon kwetsbare en armoedegevoelige situatie van grote gezinnen en om de strategie van Lissabon volledig te realiseren? Meent de Commissie niet dat deze grote kwetsbaarheid onder meer een gevolg is van het feit dat tal van maatregelen op het vlak van het sociaal beleid en een aantal aspecten van het fiscaal beleid vaak zijn uitgedacht voor individuele burgers of echtparen en bijgevolg een objectief discriminerende uitwerking hebben voor gezinnen, die des te meer benadeeld worden naarmate zij groter zijn?

Is de Europese Commissie van plan haar diensten op te dragen het probleem nader te onderzoeken en eventueel efficiëntere oplossingen voor te stellen en er in het bijzonder voor te zorgen dat de beste praktijken worden uitgewisseld? Wat vindt de Commissie van het goedkeuren van communautaire maatregelen door middel van de open coördinatiemethode?

Antwoord van de heer Dimas namens de Commissie

(30 april 2004)

De Commissie is het eens met het geachte parlementslid dat kroostrijke gezinnen bijzonder kwetsbaar zijn en speciaal blootgesteld worden aan het armoederisico. Bovendien zijn het deze gezinnen die, samen met eenoudergezinnen, het meest waarschijnlijk armoede en sociale uitsluiting ook aan hun kinderen doorgeven. In dit verband spelen de belasting- en uitkeringsstelsels een belangrijke rol en het effect ervan op kroostrijke gezinnen verschilt sterk van lidstaat tot lidstaat, afhankelijk van de prioriteit die bij de voorziening van uitkeringen en belastingvoordelen aan kroostrijke gezinnen wordt gegeven. In het kader van de in Nice goedgekeurde gemeenschappelijke doelstellingen waarmee de lidstaten worden opgeroepen tot acties om de solidariteit onder gezinsleden in al haar vormen te beschermen en te streven naar de eliminatie van sociale uitsluiting onder kinderen, hebben de Commissie en de Raad onlangs in hun Gezamenlijk Verslag inzake sociale integratie aanbevolen dat de lidstaten als een sleutelprioriteit voor het beleid over de volgende twee jaar in het bijzonder aandacht zouden moeten hebben voor de eliminatie van armoede en sociale uitsluiting onder kinderen.

Tot dit doel kan een hele reeks beleidsmaatregelen noodzakelijk zijn. Onder meer: de toegang tot een kwaliteitshaan verzekeren; het netto-inkomen van laagverdienende werknemers met gezinnen verhogen, hetzij door belastingmaatregelen, stelsels voor sociale bescherming of regelingen voor minimuminkomens; grotere inkomenssteun voor gezinnen met kinderen; de toegankelijkheid, kwaliteit en beschikbaarheid van kinderopvang verbeteren; en toegang voor iedereen tot degelijke en gezonde huisvesting alsook tot levensnoodzakelijke voorzieningen (bv. elektriciteit, water, verwarming).

De Commissie gelooft echter niet dat het opportuun is om via de open coördinatiemethode communautaire maatregelen te treffen; zij heeft hiertoe immers niet de wettelijke bevoegdheid. De verantwoordelijkheid voor de relevante essentiële beleidsgebieden ligt bij de lidstaten.

De Commissie heeft in het verleden, en zij zal dit ook in de toekomst blijven doen, de transnationale uitwisseling van kennis en optimale werkwijzen op dit vlak tussen de lidstaten actief bevorderd. Dit gebeurt door diverse maatregelen:

het uitwisselen van optimale werkwijzen inzake de bestrijding van kinderarmoede aanmoedigen via het transnationale uitwisselingsprogramma dat gesteund wordt in het kader van het communautaire actieprogramma ter bestrijding van sociale uitsluiting en via steun aan een Europees netwerk van organisaties die actief zijn op het gebied van de bestrijding van kinderarmoede;

een vergelijkende studie door de universiteit van Dortmund van beleidsmaatregelen ter bestrijding van kinderarmoede. Het eindverslag zal binnenkort beschikbaar zijn;

financiële steun voor de Europese Waarneming spost inzake de sociale situatie, demografie en gezin, die toezicht houdt op demografische, sociaal-economische en beleidstrends in de Unie, met bijzondere aandacht voor gezinskwesties en hun implicaties voor het beleid;

ontwikkeling van een studieprogramma en uitvoering van analysen van sociale trends en demografie, m.i.v. gezins- en armoedeaspecten, in de context van het jaarverslag over de sociale situatie in de Europese Unie.