Home

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 11 maart 2004 in zaak C-240/02 (verzoek van het Tribunal Supremo om een prejudiciële beslissing): Asociación Profesional de Empresas de Reparto y Manipulado de Correspondencia (Asempre), Asociación Nacional de Empresas de Externalización y Gestión de Envíos y Pequeña Paquetería tegen Entidad Pública Empresarial Correos y Telégrafos, Administración General del Estado,

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 11 maart 2004 in zaak C-240/02 (verzoek van het Tribunal Supremo om een prejudiciële beslissing): Asociación Profesional de Empresas de Reparto y Manipulado de Correspondencia (Asempre), Asociación Nacional de Empresas de Externalización y Gestión de Envíos y Pequeña Paquetería tegen Entidad Pública Empresarial Correos y Telégrafos, Administración General del Estado,

17.4.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 94/7


ARREST VAN HET HOF

(Vijfde kamer)

van 11 maart 2004

in zaak C-240/02 (verzoek van het Tribunal Supremo om een prejudiciële beslissing): Asociación Profesional de Empresas de Reparto y Manipulado de Correspondencia (Asempre), Asociación Nacional de Empresas de Externalización y Gestión de Envíos y Pequeña Paquetería tegen Entidad Pública Empresarial Correos y Telégrafos, Administración General del Estado,(1)

(Postdiensten - Richtlijn 97/67/EG - Diensten voorbehouden aan leveranciers van universele postdienst - Begrip zelfbezorging - Postgiro daaronder begrepen)

(2004/C 94/12)

Procestaal:Spaans

In zaak C-240/02, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal Supremo (Spanje), in het aldaar aanhangige geding tussen Asociación Profesional de Empresas de Reparto y Manipulado de Correspondencia (Asempre), Asociación Nacional de Empresas de Externalización y Gestión de Envíos y Pequeña Paquetería tegen Entidad Pública Empresarial Correos y Telégrafos, Administración General del Estado, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (PB 1998, L 15, blz. 14), heeft het Hof (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: P. Jann (rapporteur), waarnemend voor de president van de Vijfde kamer, C. W. A. Timmermans en S. von Bahr, rechters, advocaat-generaal: A. Tizzano, griffier: M. Múgica Arzamendi, hoofdadministrateur, op 11 maart 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Artikel 7, van richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, gelezen in samenhang met punt 21 van de considerans van deze richtlijn, dient aldus te worden uitgelegd dat het niet toestaat dat aan zelfbezorging de volgende voorwaarden worden verbonden:

de ontvanger dient dezelfde persoon te zijn als de afzender,

de diensten aan derden mogen niet worden verricht in het kader van de handels- of ondernemingsactiviteit van de afzender,

de diensten mogen niet worden verricht via interne koeriersdiensten of met andere, soortgelijke middelen, en

dergelijke verrichtingen mogen de diensten die aan de leverancier van de universele dienst zijn voorbehouden, niet verstoren.

2)

De postgirodiensten, waarbij via het openbare postnetwerk betalingen aan natuurlijke of rechtspersonen voor rekening en in opdracht van andere personen worden verricht, vallen niet binnen de werkingssfeer van richtlijn 97/67.