Beschikking van het Hof (Derde kamer) van 10 december 2003 in zaak C-204/02 P, Colin Joynson tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Beschikking van het Hof (Derde kamer) van 10 december 2003 in zaak C-204/02 P, Colin Joynson tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
17.4.2004 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 94/13 |
BESCHIKKING VAN HET HOF
(Derde kamer)
van 10 december 2003
in zaak C-204/02 P, Colin Joynson tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen(1)
(Hogere voorziening - Overeenkomsten-Standaardcontracten inzake huur van drankverkooppunten - Kennelijk niet-ontvankelijke en kennelijk ongegronde hogere voorziening)
(2004/C 94/24)
Procestaal: Engels
In zaak C-204/02 P, Colin Joynson, wonende te Manchester (Verenigd Koninkrijk), vertegenwoordigd door S. Ferdinand, advocaat, betreffende hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Derde kamer) van 21 maart 2002, Joynson/Commissie (T-231/99, Jurispr. blz. II-2085), strekkende tot vernietiging van dit arrest, andere partijen bij de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door K. Wiedner, gemachtigde, bijgestaan door N. Khan, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, Six Continents plc, voorheen Bass plc, gevestigd te Londen (Verenigd Koninkrijk), vertegenwoordigd door J. Block en J. Baxter, solicitors, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, heeft het Hof (Derde kamer), samengesteld als volgt: C. Gulmann (rapporteur), waarnemend voor de president van de Derde kamer, J. N. Cunha Rodrigues en J.-P. Puissochet, rechters; advocaat-generaal: L. A. Geelhoed; griffier: R. Grass, op 10 december 2003 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:
1. | De hogere voorziening wordt afgewezen. |
2 | Joynson wordt verwezen in de kosten. |