Home

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 22 juni 2004 in zaak C-439/02: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek (Niet-nakoming — Zeevervoer — Richtlijn 95/21/EG — Veiligheid van schepen — Havenstaatcontrole — Onvoldoende aantal inspecties)

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 22 juni 2004 in zaak C-439/02: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek (Niet-nakoming — Zeevervoer — Richtlijn 95/21/EG — Veiligheid van schepen — Havenstaatcontrole — Onvoldoende aantal inspecties)

7.8.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 201/5


ARREST VAN HET HOF

(Vijfde kamer)

van 22 juni 2004

in zaak C-439/02: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek(1)

(Niet-nakoming - Zeevervoer - Richtlijn 95/21/EG - Veiligheid van schepen - Havenstaatcontrole - Onvoldoende aantal inspecties)

(2004/C 201/09)

Procestaal: Frans

In zaak C-439/02, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: K. Simonsson en W. Wils) tegen Franse Republiek (gemachtigden: G. de Bergues en P. Boussaroque), betreffende een verzoek aan het Hof om vast te stellen dat de Franse Republiek, door niet jaarlijks een totaal aantal inspecties te verrichten dat ten minste 25 % bedraagt van het aantal afzonderlijke schepen dat in 1999 en 2000 haar havens is binnengelopen, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 5, lid 1, van richtlijn 95/21/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruik maken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole) (PB L 157, blz. 1), heeft het Hof (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: C. Gulmann, kamerpresident, S. von Bahr en R. Silva de Lapuerta (rapporteur), rechters, advocaat-generaal: F. G. Jacobs, griffier: R. Grass, op 22 juni 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Door niet jaarlijks een totaal aantal inspecties te verrichten dat ten minste 25 % bedraagt van het aantal afzonderlijke schepen dat in 1999 en 2000 haar havens is binnengelopen, is de Franse Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 5, lid 1, van richtlijn 95/21/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruikmaken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de lidstaten vallende wateren, van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole).

2)

De Franse Republiek wordt in de kosten verwezen.