Home

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen — Steun voor voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen — Steun voor voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

30.10.2004

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 267/13


UITNODIGING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

Steun voor voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

(2004/C 267/07)

1. ACHTERGROND

Op 17 april 2000 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 814/2000 betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(1), waarin de aard en de inhoud zijn bepaald van de acties waarvoor de Gemeenschap financiële steun kan verlenen.

In het kader van een nieuwe, vereenvoudigde aanpak heeft de Commissie bij Verordening (EG) nr. 2208/2002(2) de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad vastgesteld. Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2208/2002, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1820/2004(3), moeten in deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen de prioritaire thema's en acties en de uiterste data voor de indiening van de aanvragen en het begin van de acties worden aangegeven.

Dit is een uitnodiging tot het indienen van voorstellen ter financiering van jaarlijkse activiteitenprogramma's of gerichte acties uit de begroting 2005.

2. PRIORITAIRE ACTIES VOOR 2005

In het kader van deze uitnodiging wil de Commissie prioriteit verlenen aan de voorlichting over de kwaliteit van de Europese landbouwproducten en over de manier waarop het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de gemeenschappelijke marktordeningen (GMO's) bijdragen tot het integreren van milieuvoorschriften in het GLB en tot het garanderen en onafgebroken verbeteren van de productkwaliteit.

De aanvragers moeten aangeven welke communicatiekanalen zij het meest geschikt achten voor bepaalde thema's of bepaalde doelgroepen en waarom. Zij moeten voor de projecten die zij voorstellen, een mediaplan indienen met nadere gegevens over de uitvoering van het project, de overbrenging van de boodschap en de meting van de doeltreffendheid. Bij de selectie van de aanvragen wordt bijzondere aandacht besteed aan het mediaplan (zie bijlage II, punt 6).

2.1. Over te brengen boodschap

De belangrijkste boodschappen over het GLB die de Commissie bij de doelgroepen wil overbrengen, hebben betrekking op:

de hervorming van het GLB: nieuwe instrumenten, met name de bedrijfstoeslag en de ontkoppeling;

de voorstellen van de Commissie ter hervorming van het beleid inzake plattelandsontwikkeling;

het verband tussen landbouwsteun en de naleving van normen inzake milieubescherming en dierenwelzijn (de zogenaamde „randvoorwaarden”);

de versterking van de steun voor traditionele, vanuit milieuoogpunt waardevolle landbouwproductiesystemen, met inbegrip van de biologische productie;

de versterking van het concurrentievermogen van de communautaire landbouw;

de bevordering van de aandacht voor door het publiek gevraagde producten en diensten, en de bevordering van de marktgerichtheid van deze producten en diensten;

de voordelen voor handel en consument van de garanties die worden geboden door de communautaire systemen voor geografische aanduidingen en gespecificeerde productiemethoden;

de positieve impact van het Europese kwaliteitsbeleid en de Europese etiketteringssystemen op de afzetbevordering en de markttoegang in derde landen;

de WTO-regels in het kader van de ronde van Doha.

Nadere gegevens over de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn te vinden op:

http://europa.eu.int/comm/agriculture/

De voorkeur gaat uit naar projecten die zijn gericht op concrete voorbeelden in bepaalde sectoren, waarbij de praktische aspecten van de tenuitvoerlegging van de genoemde doelstellingen worden geïllustreerd en hun relevantie voor de doelgroep wordt aangetoond.

2.2. Doelgroepen

De doelgroepen van de projecten in het kader van deze uitnodiging zijn:

de landbouw- en de voedingsmiddelensector in Europa, met inbegrip van de consument;

het grote publiek.

De aanvragers moeten preciseren of hun project op doelgroepen in meer dan één land zijn gericht en, zo ja, welke landen dat zijn en op welke manier dat gebeurt.

2.3. Communicatiekanalen

De Commissie acht het wenselijk dat gebruik wordt gemaakt van de volgende communicatiekanalen:

Radio en televisie, plaatselijk, regionaal en nationaal; als een specifieke mediadekking wordt voorgesteld, wil de Commissie van tevoren enige zekerheid krijgen dat die dekking mogelijk is. Video- of audioprojecten die niet voor uitzending via radio of televisie zijn bestemd maar rechtstreeks worden verspreid, worden in aanmerking genomen.

Internet: voor veel EU-burgers alsmaar belangrijker als informatiebron en als forum voor discussie.

Conferenties en studiebijeenkomsten die op één van de genoemde doelgroepen of op beide gericht zijn.

Geschreven pers. De Commissie heeft al goede directe contacten met de geschreven pers in de EU. Van de in het kader van deze uitnodiging beoogde projecten wordt echter verwacht dat zij zelf de aandacht van de pers weten te trekken. Aanvragers moeten aangeven hoe zij van plan zijn die belangstelling aan te moedigen.

De Commissie wil voorstellen ontvangen voor projecten met een hoge meerwaarde waarbij meer dan één element van de media kan worden gebruikt. Dat zou bijvoorbeeld het geval zijn als er een conferentie wordt georganiseerd die wordt bijgewoond door afgevaardigden, die op een later tijdstip op de televisie wordt uitgezonden, waarvan de thema's in de plaatselijke of de regionale pers worden behandeld, en die ook op het internet wordt opgenomen.

2.4. Het mediaplan

In het in bijlage II, punt 6, beschreven mediaplan moet worden gespecificeerd hoe de volgende aspecten van het project zullen worden gerealiseerd:

Uitvoering van het project: hoe het project wordt gepland, beheerd en binnen de begroting gehouden; wat het beoogde tijdschema is; welke rol het personeel van de Commissie speelt.

Overbrenging van de boodschap: welke informatie via het project wordt overgebracht; welke doelgroepen worden beoogd; welke media worden gebruikt en hoe dat gebeurt.

Evaluatie van de doeltreffendheid: de voorkeur gaat uit naar voorstellen waarbij kan worden nagegaan hoe doeltreffend de overbrenging van de boodschap was (bijvoorbeeld, door te kijken naar de tevredenheid van het publiek over een studiebijeenkomst of een radioprogramma en niet alleen naar de publiekscijfers, of door te kijken naar het nut van opname van een onderwerp op het internet in plaats van naar de dekkingsgraad).

De Commissie kan ermee akkoord gaan dat voor kleinere projecten (maximaal 30 000 EUR) de evaluatie achteraf facultatief is.

3. ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE DE INDIENING VAN AANVRAGEN

3.1. Hoe stelt u uw aanvraag op?

De aanvragers worden verzocht Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie en alle bijlagen bij deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen aandachtig te lezen.

Financieringsaanvragen moeten worden ingediend in één van de officiële talen van de Gemeenschap, met een vertaling in het Engels of het Frans.

De aanvragen moeten worden ingediend aan de hand van speciale formulieren die te vinden zijn op het volgende internetadres:

http://europa.eu.int/comm/agriculture/grants/capinfo/index_nl.htm

3.2. Wanneer en naar welk adres stuurt u uw aanvraag op?

1.

De aanvragers moeten uiterlijk op 17 januari 2005 een exemplaar van hun volledige aanvraag, samen met de andere vereiste documenten, aangetekend met ontvangstbewijs (het poststempel op de envelop geldt als bewijs), sturen naar het volgende adres:

Europese Commissie

Eenheid AGRI. B.1

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2004/C 267/07)

Ter attentie van de heer Leguen de Lacroix

L130 4/148A

B-1049 Brussel.

De brief met de aanvraag en de begroting moeten worden ondertekend en gedateerd door de naar behoren gemachtigde vertegenwoordiger in de aanvragende organisatie. De lijst van de over te leggen documenten is opgenomen in bijlage I.

2.

Uiterlijk op 17 januari 2005, om 24 uur (Belgische tijd), moet het in punt 1 bedoelde formulier tevens elektronisch zijn verzonden naar het volgende e-mailadres:

AGRI-GRANTS@cec.eu.int

Indien de in de punten 1 en 2 bedoelde aanvragen niet identiek zijn, wordt uitgegaan van de per post verstuurde aanvraag.

Aanvragen die na de in de punten 1 en 2 vermelde datum en/of naar andere dan in de punten 1 en 2 vermelde adressen zijn verstuurd, worden niet in aanmerking genomen.

3.3. Hoe zal de Commissie uw aanvraag behandelen en welk tijdschema volgt zij daarbij?

De Commissie gaat eerst na of alle in bijlage I vermelde documenten, die moeten worden ingediend om voor een subsidie in het kader van deze uitnodiging in aanmerking te komen, zijn overgelegd.

Vervolgens worden de aanvragen geëvalueerd door een ad-hoc-beoordelingscomité. De beoordeling bestaat uit de vier hieronder beschreven fasen. Een aanvraag gaat pas over naar een volgende fase, indien ze aan de criteria van de vorige fase voldoet.

1.

Toetsing van de aanvragers aan de in bijlage II vastgestelde subsidiabiliteitscriteria;

2.

Toetsing van de aanvragers aan de uitsluitingscriteria van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie en toetsing van de aanvragers op basis van de door hen ingediende, in bijlage I, punt 3, vermelde documenten;

3.

Toetsing van de aanvragers aan de in bijlage III, punt 1, vastgestelde selectiecriteria;

4.

Toetsing van de aanvragers aan de in bijlage III, punt 2, vastgestelde gunningscriteria.

Na de evaluatie stelt het beoordelingscomité een lijst op van de acties die qua technische kwaliteit het hoogste scoren en bovendien kosteneffectief zijn.

Acties worden qua technische kwaliteit als het beste beschouwd, indien ze, zoals beschreven in bijlage III, punt 2, 60 van het maximumaantal 100 punten hebben behaald en ten minste 40 % van de punten voor elk van de criteria afzonderlijk. De Commissie kan de minimumdrempel verhogen in het licht van de beschikbare begrotingsmiddelen.

De kosteneffectiviteit van de actie wordt berekend door het aangevraagde subsidiebedrag te delen door het totale aantal punten dat bij de beoordeling van de gunningscriteria is behaald.

De Commissie kan bij haar beslissing over de toekenning van een subsidie afwijken van het voorstel van het beoordelingscomité.

De Commissie is voornemens de lijst van de begunstigden en de goedgekeurde bedragen tegen 30 juni 2005 bekend te maken.

Indien de aangevraagde subsidie wordt toegekend, krijgt de begunstigde een in euro uitgedrukte subsidieovereenkomst waarin de voorwaarden en het niveau van de financiering zijn aangegeven.

Indien de aangevraagde subsidie niet wordt toegekend, krijgt de begunstigde een brief waarin de afwijzing van zijn aanvraag, aan de hand van met name de subsidiabiliteits-, selectie- en gunningscriteria, wordt gemotiveerd.

4. FINANCIERING

De subsidiabele kosten worden gedefinieerd in bijlage IV. De bijdrage van de Commissie mag niet meer dan 50 % van de totale subsidiabele kosten bedragen. In uitzonderlijke gevallen mag dit percentage worden verhoogd tot 75 %, mits artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie hierbij in acht wordt genomen.

Een actie vertoont een uitzonderlijk karakter in de zin van artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2208/2002, indien deze voor de eerste vier in bijlage III, punt 2, vastgestelde gunningscriteria een score ten minste 75 % behaalt.

Prefinanciering is niet toegestaan voor de acties die in het kader van deze uitnodiging een subsidie ontvangen.

Selectie van een aanvraag betekent niet dat de Commissie zich ertoe verbindt het aangevraagde bedrag in zijn geheel toe te kennen. Onder geen beding mag de toegekende subsidie hoger zijn dan het aangevraagde bedrag.



BIJLAGE I

UITNODIGING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

BIJ EEN SUBSIDIEAANVRAAG IN TE DIENEN DOCUMENTEN

1.

Correct ingevulde aanvraagformulieren i) de brief, ii) de formulieren 1, 2, 3 en 4, iii) begroting met inbegrip van de uitgavenbegroting en de inkomstentabel, iv) het financieel identificatieformulier en v) het formulier ter identificatie van de rechtsvorm). De brief, de begroting met inbegrip van de uitgavenbegroting en de inkomstentabel, het financieel identificatieformulier en het formulier ter identificatie van de rechtsvorm moeten door de naar behoren gemachtigde vertegenwoordiger in de aanvragende organisatie worden ondertekend en gedateerd.

Voor jaarlijkse activiteitenprogramma's waarin twee tot vijf gerichte voorlichtingsacties als bedoeld in artikel 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie zijn opgenomen, wordt voor elke van de in het activiteitenprogramma opgenomen actie een formulier 4 en een begroting (uitgavenbegroting en inkomstentabel) ingevuld.

2.

Voor aanvragers en hun partners: de statuten en het meest recente activiteitenverslag, in voorkomend geval samen met het organisatieschema en het reglement van orde indien dat in de statuten wordt genoemd.

3.

Voor aanvragers (met uitzondering van overheidsinstanties):

a)

Een door de naar behoren gemachtigde vertegenwoordiger in de aanvragende organisatie ondertekende en gedateerde verklaring onder ede, waarin staat dat de aanvrager zich niet in één van de volgende situaties bevindt:

hij verkeert in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surséance van betaling, zijn faillissement is aangevraagd, tegen hem loopt een procedure van vereffening, akkoord of surséance van betaling, hij heeft zijn werkzaamheden gestaakt of hij verkeert in een overeenkomstige toestand als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving;

hij is bij een rechterlijke beslissing die kracht van gewijsde heeft, veroordeeld voor een delict dat zijn beroepsmoraliteit in het gedrang brengt;

hij heeft in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken;

hij heeft niet aan zijn verplichtingen voldaan ten aanzien van de betaling van socialeverzekeringsbijdragen of belastingen overeenkomstig de wetgeving van het land waar hij gevestigd is of van het land van de aanbestedende dienst, dan wel van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd;

hij is bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt;

hij is na de procedure voor de plaatsing van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een subsidie uit de communautaire begroting ernstig in gebreke gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen.

b)

een recent uittreksel betreffende de inschrijving van de aanvrager in het beroepsregister dat is voorgeschreven bij de wetgeving van de lidstaat waar hij is gevestigd;

c)

een verklaring die maximaal 90 dagen vóór de uiterste datum voor indiening van de aanvraag is afgegeven door de socialezekerheidsinstantie van het land waar de aanvrager is gevestigd, waarin staat dat de aanvrager de door hem verschuldigde bijdragen heeft betaald. Is de aanvrager gevestigd in een land dat geen verklaring van dat type afgeeft, dan mag hij ter vervanging een verklaring onder ede of, bij gebrek daaraan, een plechtige verklaring overleggen die hij heeft afgelegd ten overstaan van een gerechtelijke of administratieve autoriteit, een notaris of een gekwalificeerde beroepsinstantie in zijn land van oorsprong of herkomst;

d)

een verklaring die maximaal 90 dagen vóór de uiterste datum voor indiening van de aanvraag is afgegeven door de belastingsautoriteit van het land waar de aanvrager is gevestigd, waarin staat dat de aanvrager de door hem verschuldigde belastingen en heffingen heeft betaald. Is de aanvrager gevestigd in een land dat geen verklaring van dat type afgeeft, dan mag hij ter vervanging een verklaring onder ede of, bij gebrek daaraan, een plechtige verklaring overleggen die hij heeft afgelegd ten overstaan van een gerechtelijke of administratieve autoriteit, een notaris of een gekwalificeerde beroepsinstantie in zijn land van oorsprong of herkomst;

e)

een uittreksel uit het strafregister dat maximaal 90 dagen vóór de uiterste datum voor indiening van de aanvraag is afgegeven, of, bij gebrek daaraan, een gelijkwaardig document dat maximaal 90 dagen vóór de uiterste datum voor indiening van de aanvraag is afgegeven door de gerechtelijke of administratieve autoriteit van het land van oorsprong of herkomst, waaruit blijkt dat de aanvrager niet betrokken is bij een procedure betreffende een faillissement, een gerechtelijk akkoord, liquidatie of een voorlopige schikking.

4.

Voor aanvragers en hun partners: een formulier inzake belangenconflicten, opgesteld overeenkomstig het model dat kan worden opgevraagd op het in punt 3.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres.

5.

Voor aanvragers (behalve overheidsinstanties) en hun partners: de balansen en jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren met afgesloten rekeningen.

6.

Voor aanvragers (behalve overheidsinstanties) en hun partners: bankverklaring over hun financiële situatie in de vorm van een brief waarin de bank haar oordeel uitspreekt over de financiële situatie van de aanvrager en/of de leverancier/subcontractant, met name betreffende hun capaciteit om het aangevraagde bedrag te financieren.

7.

Voor aanvragers (indien de aangevraagde subsidie ten minste 300 000 EUR bedraagt): een door een erkende auditor opgesteld verslag van een externe audit, waarin de rekeningen voor het laatste afgesloten boekjaar worden gecertificeerd en waarin een beoordeling wordt gegeven van de financiële draagkracht van de aanvrager.

8.

Voor aanvragers en hun partners: het curriculum vitae van het personeel dat de voorgestelde actie zal voorbereiden, ten uitvoer leggen, opvolgen en evalueren.

9.

Wanneer de aanvrager van plan is gebruik te maken van leveranciers/subcontractanten en wanneer de te leveren diensten samen meer dan 10 000 EUR kosten, moet de aanvrager ten minste drie inschrijvingen overleggen waaruit blijkt dat de geselecteerde leverancier/subcontractant de uit economisch oogpunt voordeligste offerte heeft ingediend, en moet hij in voorkomend geval zijn keuze voor een andere dan de goedkoopste offerte motiveren.

10.

Wanneer andere geldverschaffers (inclusief partners) een bedrage tot de voorgestelde actie leveren, moet een bewijs van die bijdragen worden overgelegd (in de vorm van, ten minste, een officiële verklaring betreffende de financiering door elke geldverschaffer, met vermelding van de titel van de actie en het bedrag van de bijdrage).


BIJLAGE II

UITNODIGING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

SUBSIDIABILITEITSCRITERIA VOOR DE VOORGESTELDE ACTIES

1.

De subsidieaanvragen voor de jaarlijkse activiteitenprogramma's hebben betrekking op een bedrag van minimaal 50 000 en maximaal 500 000 EUR. Voor de in de programma's opgenomen gerichte acties gelden de bedragen van punt 2.

2.

De subsidieaanvragen voor gerichte acties hebben betrekking op een bedrag van minimaal 12 500 en maximaal 100 000 EUR.

3.

De jaarlijkse activiteitenprogramma's en de gerichte acties worden uitgevoerd tussen 1 juli 2005 en 30 juni 2006 (inclusief voorbereiding, tenuitvoerlegging, follow-up en evaluatie).

4.

In de loop van eenzelfde begrotingsjaar mag een aanvrager niet meer dan één activiteitenprogramma of één gerichte actie indienen.

5.

Behalve de in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 814/2000 genoemde acties, worden uitgesloten:

a)

acties met winstoogmerk;

b)

algemene of statutaire vergaderingen.

6.

Voor elke gerichte actie wordt een mediaplan met de volgende elementen ingediend:

a)

een gedetailleerde agenda (voor studiebijeenkomsten en conferenties) of een script (voor publicaties en audiovisuele producties), met vermelding van onder meer de te behandelen onderwerpen met zo mogelijk, per onderwerp, de namen en de relevante beroepservaring van de betrokken medewerkers, het geplande tijdschema voor de actie en, in voorkomend geval, de plaats van uitvoering;

b)

een gedetailleerde beschrijving van de actie, met vermelding van:

de geconstateerde voorlichtingsbehoeften en de verwachte resultaten van de actie (evaluatie vooraf);

de belangrijkste informatie die via de actie moet worden verspreid;

de doelgroep(en);

de communicatiemiddelen en -methode;

een gedetailleerd plan voor de beoordeling van de resultaten na de uitvoering van de actie (evaluatie achteraf), met name de indicatoren of criteria ter meting van de impact van de actie en van de gekozen verspreidingsaanpak (facultatief voor acties met een begroting van maximaal 30 000 EUR).

7.

Begroting

a)

De inkomstentabel en de uitgavenbegroting (uitgavenzijde) moeten in euro zijn opgesteld, met gebruikmaking van de originele documenten die te vinden zijn op het in punt 3.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres;

b)

Verder geldt voor de geraamde begroting het volgende:

inkomsten en uitgaven moeten in evenwicht zijn. De in bijlage IV vermelde subsidiabele kosten moeten duidelijk worden aangegeven aan de uitgavenzijde van de begroting;

de bij het opstellen van de geraamde begroting gebruikte berekeningen en specificaties moeten worden aangegeven, behalve voor het forfaitaire bedrag dat mag worden gebruikt voor de betaling van algemene en onvoorziene kosten;

als de inschrijver BTW-plichtig is en recht heeft op aftrek daarvan, moet de begroting van de actie exclusief BTW worden opgesteld;

aan de ontvangstenzijde moet de geraamde begroting melding maken van:

de rechtstreekse bijdrage van de aanvrager;

bijzonderheden over eventuele bijdragen van andere geldverschaffers;

alle inkomsten die het project zal opleveren, met inbegrip van de eventueel door de deelnemers te betalen vergoedingen;

de van de Commissie gevraagde subsidie, in voorkomend geval uitgesplitst over de verschillende bij de Commissie ingediende aanvragen.


BIJLAGE III

UITNODIGING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

SELECTIE- EN GUNNINGSCRITERIA

1. Selectiecriteria

Ter illustratie van de technische capaciteit moeten de aanvragers aantonen dat:

zij en hun partners over technische vaardigheden beschikken die rechtstreeks relevant zijn voor de actie en die vereist zijn om een actie van het voorgestelde type voor te bereiden, ten uitvoer te leggen, op te volgen en te evalueren;

zij en hun partners ten minste drie jaar ervaring met de voorgestelde thematiek hebben opgedaan.

Ter illustratie van de financiële capaciteit moeten de aanvragers aantonen dat:

zij, uitgaande van de laatste drie, in bijlage I, punt 5, bedoelde afgesloten balansen/jaarrekeningen en uitgaande van de in bijlage I, punt 6, bedoelde bankverklaring over hun financiële situatie, voldoende solvabel zijn om tijdens de voor de uitvoering van de actie vereiste periode hun activiteiten voort te zetten en aan de financiering ervan deel te nemen. De liquiditeit (vlottende activa min vlottende passiva) moet ten minste 100 % van de aangevraagde subsidie bedragen.

2. Gunningscriteria

Elke actie wordt aan de onderstaande criteria getoetst.

1.

(maximaal 25 punten) De relevantie en het algemeen belang van de actie worden met name in het licht van de volgende parameter beoordeeld:

de mate waarin de doelstellingen en de inhoud van de actie overeenstemmen met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 814/2000 vastgestelde doelstellingen en met de in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen vastgestelde prioritaire thema's.

2.

(maximaal 25 punten) De communautaire dimensie en meerwaarde worden met name in het licht van de volgende parameters beoordeeld:

het aantal landen waarop de actie betrekking heeft (10 punten),

de omvang en de representativiteit van de doelgroep, rekening houdend met het type actie (10 punten),

het aantal en de representativiteit van de organisaties — met uitzondering van de subcontractanten — die betrokken zijn bij het ontwerpen, ten uitvoer leggen en verspreiden van de actie (5 punten).

3.

(maximaal 25 punten) De gekozen verspreidingsaanpak wordt met name in het licht van de volgende parameters beoordeeld:

de te verspreiden boodschap en de doelgroepen (15 punten),

de gebruikte verspreidingskanalen (met name de geschreven pers, radio en televisie, internet, rechtstreekse distributie) en hun rol in de actie (10 punten).

4.

(maximaal 25 punten) De evaluatie van de acties wordt met name in het licht van de volgende parameters beoordeeld:

een motivering van het verwachte belang van de actie en, eventueel, een beoordeling van de resultaten na de uitvoering van de actie (15 punten),

de technieken die gebruikt zijn om de impact van de overgebrachte boodschap te meten (peilingen, vragenlijsten, statistieken, enz.) (10 punten).


BIJLAGE IV

UITNODIGING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

KOSTEN

1.

De kosten zijn subsidiabel als zij aan de volgende criteria voldoen:

a)

zij moeten rechtstreeks en uitsluitend voortvloeien uit de actie (voorbereiding, tenuitvoerlegging, follow-up en evaluatie);

b)

zij moeten onontbeerlijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de actie en moeten aan de gunstigste marktvoorwaarden beantwoorden;

c)

zij moeten daadwerkelijk zijn gemaakt, d.w.z. het moet betalingen betreffen die door vereffende facturen of door boekhoudbescheiden met een vergelijkbare bewijskracht kunnen worden gestaafd, moeten in de boekhouding of de fiscale bescheiden van de begunstigde zijn vermeld en identificeerbaar en controleerbaar zijn;

Als subsidiabele kosten rechtstreeks door een andere geldverschaffer worden gedragen, moet dit aan de ontvangstenzijde van de geraamde begroting en in de definitieve declaratie worden vermeld in het onderdeel „Andere bijdragen”;

d)

zij moeten zijn veroorzaakt tijdens de periode die voor de duur van de actie is vastgesteld zoals vermeld in de subsidieovereenkomst. Uiteraard gelden uitgaven die vóór de ondertekening van de overeenkomst worden gedaan, als uitgaven waarvoor de aanvrager zelf het risico draagt en die noch juridisch noch financieel bindend zijn voor de Commissie;

e)

zij moeten zijn opgenomen in de geraamde begroting.

De begunstigde moet in mededelingen of publicaties over de actie (tevens naar aanleiding van een conferentie of een studiebijeenkomst) duidelijk aangeven dat de Europese Gemeenschap tot de financiering van de actie heeft bijgedragen.

2.

De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

bijdragen in natura;

niet-gespecificeerde of forfaitaire uitgaven, behalve in de in deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen genoemde bijzondere gevallen;

indirecte kosten (huur, elektriciteit, water, gas, verzekeringen, belastingen, enz.);

kapitaalinvesteringskosten, voorzieningen, debetrente, wisselkoersverliezen, geschenken en buitensporige uitgaven;

kosten voor de aanschaf van nieuwe of tweedehandsapparatuur;

aftrekbare BTW;

kosten die niet in de geraamde begroting zijn opgenomen.

3.

Specifieke bepalingen voor het opstellen van de declaratie:

a)

de kosten moeten overeenkomstig de onderstaande tabel en aan de hand van betalingsbewijzen worden gestaafd met de originele bewijsstukken (tickets, gebruikte instapkaarten, facturen, salarisafrekeningen, enz.).

Als de begunstigde het origineel van die bewijsstukken nodig heeft voor zijn eigen boekhouding, mag hij kopieën indienen op voorwaarde dat de persoon die de subsidieovereenkomst heeft ondertekend, op elke kopie verklaart dat deze kopie conform het origineel is. Kopieën van slechte kwaliteit worden niet in aanmerking genomen.

Alle facturen moeten in de vereiste vorm overeenkomstig de wet- en regelgeving van het betrokken land zijn opgemaakt en het BTW-bedrag en -percentage vermelden.

b)

Facturen voor in onderaanneming uitgevoerde werkzaamheden worden uitsluitend in aanmerking genomen als de overeenkomst in die onderaanneming voorziet.

Uitgavencategorie

Subsidiabel

Vereiste bewijsstukken

Personeelskosten

1.

Werknemers

a)

Salarisafrekening voor de maand waarin de werkzaamheden zijn uitgevoerd.

b)

Officieel document betreffende de berekening van werkgeversbijdragen die niet op de salarisafrekening zijn vermeld.

c)

„Time-sheet” met de naam van de werknemer, zijn functie, een omschrijving van de verrichte taken en de duur ervan. De „time sheet” moet door de betrokken werknemer en door de voor de actie verantwoordelijke persoon worden ondertekend en moet duidelijk de in het kader van de gefinancierde actie uitgevoerde werkzaamheden aangeven.

d)

Gedetailleerde berekening van het bedrag per dag. De in deze berekening gebruikte elementen worden getoetst aan de in de punten a) en b) vermelde documenten.

2.

Zelfstandigen

Factuur waarin ten minste de titel van de actie, de aard van het verrichte werk en de data waarop dit is uitgevoerd, worden vermeld.

Vervoerskosten

Trein

De kosten, inclusief reserveringskosten, voor een reis in „economy class” langs de kortste route (1).

Vervoersbewijs

Vliegtuig

De kosten, inclusief reserveringskosten, voor retourreizen in „economy class” over een afstand van meer dan 800 km, met toepassing van de gunstigste speciale tarieven (APEX, PEX, Excursion, enz.).

Vliegticket, gebruikte instapkaart en factuur van het reisbureau.

Bussen en ander openbaar vervoer(2)

Niet-lokale busreizen langs de kortste route.

Vervoersbewijs of factuur met vermelding van plaats van vertrek en van aankomst, aantal passagiers en reisdata.

Eigen of gehuurde auto(3)

Een kilometervergoeding van 0,25 EUR voor een retourreis over een afstand van maximaal 300 km.

Een door de gebruiker ondertekende verklaring met vermelding van datum, tijdstip en plaats van vertrek en terugkeer, de afgelegde afstand in km, de naam van de passagiers, het kenteken en de reden voor de reis.

Verblijf- en maaltijdkosten

Dagvergoeding binnen de grenzen van een forfaitair bedrag dat kan worden opgevraagd op het in punt 3.1 van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen vermelde internetadres. Dit bedrag wordt per land vastgesteld en de dagdelen worden als volgt berekend:

<= 6 uur: Formula

>6 uur <=12 uur: Formula

>12 uur <=24 uur: 1

>24 uur <=30 uur: 1 Formula

>30 uur <=42 uur: 2, enz.

Voor de berekening van het aantal uren wordt gerekend vanaf het begin van de heenreis tot het begin van de terugreis.

Voor een verblijf van minder dan 12 uur wordt de dagvergoeding pas uitgekeerd indien de deelnemer een verklaring indient met vermelding van gegevens over de actie (datum, locatie en titel van de actie), de rol van de deelnemers (spreker, deelnemer, enz.) en de duur van zijn verblijf, gerekend vanaf het begin van de heenreis tot het begin van de terugreis. Deze verklaring moet door de deelnemer worden ondertekend en gedateerd.

Voor een verblijf van minder dan 12 uur moet een hotelrekening worden ingediend waarop de naam van de persoon en het aantal overnachtingen zijn vermeld. Ook bij gemeenschappelijke hotelrekeningen voor groepen moet die informatie worden verstrekt.

Tolken

1.

Werknemers

Zie bewijsstukken ter staving van de kosten van werknemers. In de „time sheet” moeten de talen waarin en waaruit is getolkt, worden vermeld.

2.

Zelfstandigen: de maximale dagvergoeding kan worden opgevraagd op het in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen vermelde internetadres.

Factuur waarin ten minste de titel van de actie, de talen waarin en waaruit is getolkt en de data waarop het werk is verricht, worden vermeld.

Vertalen

1.

Werknemers

Zie bewijsstukken ter staving van de personeelskosten. In de „time sheet” moeten het aantal vertaalde bladzijden en de talen waarin en waaruit is vertaald, worden vermeld.

2.

Zelfstandigen: de maximale dagvergoeding kan worden opgevraagd op het in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen vermelde internetadres.

Factuur waarin ten minste de titel van de actie, de talen waarin en waaruit is vertaald en de data waarop het werk is verricht, worden vermeld.

Kosten van deskundigen of sprekers(4)

De maximumvergoeding kan worden opgevraagd op het in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen vermelde internetadres.

Factuur waarin ten minste de titel van de actie, de aard van het verrichte werk en de data waarop dit is uitgevoerd, worden vermeld.

Huur van conferentiezalen en van apparatuur

Factuur waarin ten minste de titel van de actie, het soort apparatuur en de data waarop de conferentiezalen en de apparatuur zijn gehuurd, worden vermeld.